De financieel-economische pers
- Gepubliceerd in Marketing
- Reageer als eerste!
Interesseveld uitgebreid na WOII: louter financiële aangelegenheden -> eco en soc-pol problemen.
Vlaanderen: Financieel Economische Tijd (1986) en Trends (1975)
Interesseveld uitgebreid na WOII: louter financiële aangelegenheden -> eco en soc-pol problemen.
Vlaanderen: Financieel Economische Tijd (1986) en Trends (1975)
=elastisch: afbakening van een lezersmarkt is moeilijk. Redactie moet veel meer kunnen dan kranten. General intrest en special intrest tijdschriften. Moeten constant evolueren (restylen of bijtunen) met de golven v maatschappij.
Diversiteiten-specialisering is aangewezen. =segmentatie of small publishing. -> gevolg: mortaliteit onder de magazines is hoog.
Magazines: periodieke publicaties met een mengeling van verschillende artikelen van verschillende auteurs.
Er wordt op kwaliteit gelet, ‘class, not mass’ is de stelregel. Voor massabladen geldt het omgekeerd: ‘mass, not class’.
Tijdsinterval van 24u, concentratie van persbedrijven en etherreclame, bedreiging elektronische communicatiesystemen ( =nieuws kan onm. opgeroepen worden).
Tweerichtingssysteem waarbij onbeperkt info kan worden opgeslagen (teletekst = éénrichting) Viewdata: op elk ogenblik mogelijk gegevens op te roepen via TV-scherm.
Oorlogsjourn., wetenschapsjourn. en populaire journ.: vaak verward met sensatiejournalistiek.
Projectjourn.: vervaardigen van folders, brochures, nieuwsbrieven. Beroep gedaan op de vakkundigheid van journalisten uit de traditionele mediasector, deze worden niet gehinderd door het corporatisme. Minder individualistisch bezig.
Regio- en stadsjourn.: regionaal nieuws > nationaal of zelf internationaal. Schept sterke klantenbinding.