Je genen geef je door
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Reageer als eerste!
Het allel voor proeven is dominant (A) en het allel voor niet-proeven is recessief (a).In een stamboom geef je een man met een vierkant en een vrouw met een rondje aan. Homozygoot betekent dat je twee gelijke allelen hebt (AA/aa), heterozygoot betekent dat je twee verschillende hebt (Aa). Als je een allel niet weet zet je een punt. Als je heterozygoot bent kan je drager zijn van een ziekte. Aandoeningen die X-chromosomaal overerven (bv kleurenblindheid) komen vaker bij mannen voor. Kruisingen waarbij gelet wordt op 1 kenmerk zijn monohybride kruisingen. De oudergeneratie in een stamboom heet P, de zonen en dochters F1 (fenotype dominant allel) en door onderlinge kruising van de F1-generaties ontstaat de F2-generatie (75 %fenotype dominant allel), dus de kleindochters en kleinzonen. Als 2 allelen evenveel invloed hebben levert dit een intermediair (tussenvorm) overerving. Als er meer dan 1 dominant allel is voor een eigenschap heet dat co-dominantie (bv bij bloedgroepen (A +B = AB)).