Menu

De axiomatische methode ?

De methode van de deductie houdt in dat je als je een formele redenering tegenkomt, met daarin ‘p → q’ en ‘p’, je dan tot q mag besluiten, wat het pijltje ook betekent. Dit noemt men afleiden. Afleiden is in essentie een kwestie van syntax, maw van vormkenmerken van tekencombinaties. De procedure loopt in vier stappen:

  • De keuze van een aantal ‘primitieve’ tekens:

P, q, r…: veranderlijken voor proposities

Lees meer...

Functionele verklaringen?

Er komen functionele verklaringen voor in de economie, maar ze zijn overbodig doordat er een zekere tendens is naar wat men noemt micro-reductie: macro-verschijnselen worden dikwijls gereduceerd tot het samenspel van individuele micro-beslissingen en micro-handelingen.

  1. Conclusie
  • Falsifieerbaarheid: pogingen zijn er niet of heel weinig.
  • Empirische accuraatheid: veel voorspellingen zijn er niet gevonden. (wel bij Elias en misschien bij Douglas)
  • Bereik: klein bereik.
  • Coherentie: de onderlinge theorieën zijn onderling behoorlijk tegenstrijdig.
  • Eerlijke tests: nauwelijks.
  • Onafhankelijke tests: nauwelijks.
  • Kruistests: niet
  • Formele kracht: niet
Lees meer...

Het onbewuste?

De economie veronderstelt op een of andere manier onbewuste motivaties. De vraag of mensen zich al dan niet bewust zijn van de determinanten van hun keuze laat zij meestal terzijde.

Men moet wel aannemen dat een flink deel van het menselijk gedrag onbewust verloopt, dus de economie gaat er wel van uit dat onbewuste handelingen mogelijk zijn.

Hoe is niet de vraag van de econoom, wel van de psycholoog.

Lees meer...

Wetten? Causale verklaringen?

(= een algemeen beginsel dat een onveranderlijke relatie tussen meerdere veranderlijken weergeeft)

Zo komen er ook heel wat wetten voor in de economie:

Wet van het dalende grensnut:

Het meerdere nut dat men verwerft door de laatste eenheid van een geconsumeerd goed wordt steeds geringer.

- actoren verkiezen bundels van g en d die variëteit bezitten

Wet dalende vraagfunctie

Als de prijs van een goed stijgt zal er minder van dat goed w gevraagd.

De substitutiewet

Hoe schaarser een goed, hoe groter zijn relatieve substitutiewaard; zijn marginale waarde stijgt in relatie tot de marginale waarde van het goed waarvan minder wordt gevraagd.

De wet van de maximalisering van de utiliteit

Een actor maximaliseert zijn totale utiliteit als de verhouding tussen de marginale waarde van om het even welke 2 gegeven goederen gelijk is aan de verhouding tussen hun prijzen.

- utiliteit = maar voor bevrediging (satisfaction) uit de C van een pakket g en d

Dergelijk wetten drukken een vast verband uit tussen meerdere veranderlijken. De wetten van de economie zijn afhankelijk van de betekenisgeving.

Max Weber betoogt dat de begrijpende verklaring de causale niet uitsluit maar zelfs noodzakelijk aanvult. Volgens Weber heeft de economie iets te maken met middel-doelrelaties. (def L Robbins)

Volgens Weber is die relatie tussen doelen en middelen perfect toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek.

Men kan dit doelgerichte handelen echter ook causaal gaan interpreteren. Een doel is de voorstelling van een effect, waarbij de voorstelling de oorzaak van een handeling kan worden.

Maar die ‘wetten’ helpen je alleen om in specifieke gevallen beter de causale bijdrage van een handeling te begrijpen.

Maar het opstellen van wetten is in de cultuurwetenschappen niet het doel van het wetenschapsbedrijf. Dit alles impliceert niet dat de resultaten van de cultuurwetenschappen ‘subjectief’ zijn, in die zin dat zij voor de ene persoon wel en voor de andere niet geldig zouden zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen