Menu

Actuele onderwerpen en trends

Buiten de opsomming van algemene thema’s heeft elke soort organisatie

zijn eigen actuele aandachtspunten.

- Mondialisering/globalisering = bedrijven en organisaties die wereldwijd actief zijn. bv. discussie tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden populair. Management houdt zich bezig met hoe de bedrijven dit kunnen aanpakken, en wat de problemen zouden kunnen zijn.

- Multiculturalisme & genderproblematiek: nationaliteit, religie, geslacht,

etniciteit en dergelijke kunnen zorgen voor clichématige beeldvorming

van organisatieleden.

- Maatschappelijke verantwoordelijkheid & bedrijfsethiek: geweten v/d organisatie. Die moet zich bewust zijn van de positieve en negatieve invloeden die ze heeft op de samenleving.

- Duurzaam ondernemen: lange termijn overleving van de samenleving.Ecologische, sociaal-maatschappelijke (discriminatie, ongelijkheid), en institutionele dimensie (participatie, inspraak). Verwant met sociale verantwoordelijkheid.

- E-business: veel economische activiteiten krijgen een elektronische verschijningsvorm.

- Kwaliteitszorg: kwalitatief product, goed beheer en transparant management.

- Corporate governance/deugdelijk bestuur: Grote ondernemingen worden

niet langer door de aandeelhouders geleid, maar door de managers, die

niet altijd dezelfde doelstellingen hebben. Meerderheidsaandeelhouders

kunnen meer gericht zijn op het belang van het bedrijf, en zo

minderheidsaandeelhouders benadelen, die enkel hoge dividenden

willen. Management ontwerpt hiervoor de benodigde controlemechanismen en stimulansen, zoals prestatielonen en raad van bestuur. Het ethisch gedrag van het management is belangrijk.

Lees meer...

Soorten managers

Managers doen in principe geen uivoerende taken. Zij bepalen wat anderen

moeten doen (plannen), hoe ze het moeten doen (organiseren), hoe ze worden

aangestuurd of ondersteund (leiding geven) en gecontroleerd (controleren). = ondersteunende functie

In realiteit moet een manager ook zelf uitvoerende taken doen, en nemen nietmanagers soms managementtaken op zicht.

Managers worden onderscheiden op basis van...

- Hiërarchische positie/ centrale focus:

-Topmanager: staat volledig bovenaan de organisatie, en is verantwoordelijk voor het vaststellen van het gemeenschappelijke doel en gerelateerde doelstellingen en strategieën. Zijn centrale focus is de organisatie als geheel.

- Middenmanager: bevind zich tussen beide. Stuurt en coördineert het

werk van de lagere in functie van de richtlijnen van de topmanagers. Zij

brengen signalen en wensen van de lagere naar de hogere, dus een

belangrijke verbindingsfunctie. Hun centrale focus is een welbepaald

deel van de organisatie.

-Lagere manager: staat onder de middenmanagers. Stuurt en

coördineert het werk van niet-managers. Zijn centrale focus is een

welbepaald subonderdeel van het management.

- Scope/variëteit in kennis en vaardigheden:

- Specialistische manager: zeer smalle, gerichte focus en heeft specialistische kennis en vaardigheden nodig. (Lagere managers en sommige middenmanagers.)

- Generalistische manager: brede focus en heeft dus een combinatie van diverse soorten kennis en vaardigheden. Heeft een brede kennis. (Topmanagers en sommige middenmanagers.)

opm:Men groeit meestal van specialistische manager uit tot generalistische

manager, of men kan groeien binnen een zelfde specialisme.

- Anciënniteit/ervaring en verantwoordelijkheden en bevoegdheden:

- Junior manager: nog weinig ervaring, bevoegdheden of verantwoordelijkheden. Vooral lagere en specialistische managers.

- Senior manager: veel ervaring, anciënniteit, bevoegdheden en/of

verantwoordelijkheden. Top en generalistische managers zijn bijna per

definitie senior managers, maar ook soms midden en specialistische

managers

Management als leerproces:

-Technische vaardigheden – Vakkundigheid in en kennis van een specialistisch vakgebied

-Menselijke vaardigheden – De mogelijkheid goed met anderen te kunnen samenwerken, zowel met individuen als in teamverband

-Conceptuele vaardigheden – Het vermogen om over abstracte en ingewikkelde situaties na te denken en deze te conceptualiseren

Lees meer...

Kennis, kunde en het polyvalente model van managementwetenschappen

* Specialistische en generalistische managementdomeinen

Elk van de specialistische domeinen focust op een bepaald aangewend

middel. Samen vormen zij dan het vakgebied management.

- Human Resource Management

- Financieel Management en Accountancy

- Aankoop Management over grondstoffen en hulpstoffen.

- Productie of Diensten Management, Marketing Management en O&O Management over goederen/diensten.

- Informatie Management

Generalistische domeinen richten zich op het management als geheel, en integreren zo de specialistische domeinen.

- Strategisch Management (profilering op lange termijn)

- OrganisatieManagement (organisatiestructuur)

- CultuurManagement (aansturen en aanpassen van organisatiecultuur).

De toegevoegde waardeketting (Porter) ordent de inspanningen of activiteiten in de organisatie die plaats hebben bij de totstandkoming en verkoop van product of dienstverlening.

Primaire activiteiten houden direct verband met de productie en verkoop. Ondersteunende activiteiten houden slechts indirect verband.

* Managementthema’s: niet in slides

* Kennis, vaardigheden en vakgebieden: niet in slides

* Praktijkgerichte en wetenschappelijke dimensie: niet in

slides

* Basiswetenschappen en metawetenschappen: niet in slides

Kennis, kunde en het polyvalente model van

managementwetenschappen

Lees meer...

Functies en rollen

Management impliceert het vervullen van taken die in rollen vervat zitten.

Fayol introduceerde 5 functies: plannen

organiseren

commanderen

coördineren

controleren.

Later werden ze beperkt tot:

1) Plannen: formuleren van doelen en ontwikkelen van strategieën om ze te realiseren

2) Organiseren: identificeren van taken om de strategieën en doelen te realiseren. Deze taken moeten toegewezen worden aan organisatieleden en functies, en die moeten dan weer in werkeenheden (departementen…) gebundeld worden. Functies en werkeenheden moeten op elkaar worden afgestemd. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden toewijzen aan functies en werkeenheden.

3) Leiding geven: selectedren, motiveren, ondersteunen, helpen, en sturen van organisatieleden in functie van de vooropgestelde plannen en het organisatieontwerp.

4) Controleren: de gerealiseerde prestaties vaststellen en evalueren door vergelijking met de vooropgestelde plannen en doelen. Indien nodig corrigerende stappen of bijsturingen ondernemen. Die kunnen dan weer het voorwerp vormen van opnieuw plannen, organiseren, leiding geven en controleren.

Opm: de 4 categorieën kunnen in realiteit niet zo duidelijk worden afgebakend, maar vormen samen het managementproces. Ze kunnen daarin in sequentie maar ook parallel voorkomen, zodat ze interageren.

Mintzberg onderscheidt 10 rollen, onderverdeeld in 3 categorieën:

Intermenselijke rollen

Informatieve rollen

Beslissingsrollen

- Leader: leiding geven aan medewerkers

- Figurehead: organisatie vertegenwoordigen naar leden of derden toe

-Monitor: informatie ontvangen en verzamelen

-Disseminator: informatie verspreiden id organisatie

-Spokesman: informatie over de organisatie verstrekken aan derden

-Enterpreneur: opportuniteiten detecteren en initiavien nemen

-Resource allocator: toekennen en verdlen van middelen

- Disturbance handler: oplossen van problemen

- Negotiator: overleg plegen met org. leden/derden

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen