Menu

Vanaf XI

→ Halverwege de 10e eeuw is er stabilisatie in het Westen, door het einde van invallen van Saracenen, Vikingen en Maygaren.

→ Landbouwproductie en bevolking groeien gestaag è na enkele generaties komen samenlevingsverbanden onder druk te staan

→ In West-Europa gaat men vanaf de 11e eeuw op zoek naar nieuwe vestigingsgebieden

Lees meer...

Machtsvertoon in Gotische stijl

Nieuwe artistieke vorm

ontstaat in het bekken van Parijs in de 12e, 13e eeuw; er worden kathedralen gebouwd volgens een totaal nieuw concept (Suger!)

- veel grotere ramen worden uitgespaard (voorheen donkere muren)

- steunberen en luchtbogen voor de stabiliteit

- spitse gewelfconstructie

- opwaartse stuwing, de hoogte in, naar God

- vbn. Sens (1133), Noyon (1151), Laon (1160)...

Invloed

invloed in aangrenzende landen, die ieder eigen variant vonden binnen basisconcept:

- Engelse gotiek hield gewelf vlakker en lager en tekende er meer lijnen in

- in de kuststreken van de Lage Landen en in het Oostzeegebied paste men de stijl aan het gebruik van baksteen aan

- zeldzaam in Italië, overdadig versierd, breder en minder hoog dan Frans model

- van Trondheim in Noorwegen tot Sicilië; overheersende bouwstijl

Hoe kon dit concept zich zo snel en algemeen verspreiden?

- het onderwijs in kathedralen sloot steeds nauwer aan bij Arabische kennis van wiskunde en geometrie >> kennis omtrent gewichtsverdeling, belangrijk bij ontwerp

- prestige kathedralenbouw; tussen verschillende steden begon een wedijver om het meest gedurfde en fraaiste project

- in de praktijk; verspreiding door de mobiliteit van de bouwmeesters (loges = extra westelijke vleugel ter ere van de Koning)

Zuiver middeleeuws product:

- oorspronkelijke functie: goddelijk eredienst zo glorierijk inrichten

- mettertijd andere functies: prestige van monarchie en burgers

→ zelfde stijl toegepast op paleizen en zuiver burgerlijke gebouwen als raadshuizen, koophallen en privé-huizen

→ invloed op de romantiek in 19e eeuw; romantici droomden van een overheersende plaats van de Kerk en een corporatieve standenmaatschappij

Lees meer...

Dienaren van de staat

Duitse Rijk

- berust primair op persoonlijke banden

- aristocratie met monarchale top

- landadel = dominante klasse

Italië

- monarchie berustend op zelfstandige gemeenten, edelen en kerken, beschikkend over formeelgedelegeerde heerschappijrechten

- groeicapaciteit leidt tot nieuwe sociale en politieke verhoudingen

- dienstmannen = onvrijen die lenen konden bezitten, maar ze niet erfelijk overdragen

vanaf 12e eeuw:

belast met specifieke functies en ambten, waarvoor ze bestaansmiddelen kregen in de vorm van een domein

voogdijschappen:

* vooral over burchten

* later ook ambten in koninklijke dienst, aan het hof, in het rijksleger en in rechtsambten in rijkssteden

* ook kerken en vorsten gingen over tot het aanstellen van ministerialen

Contrast Duitse Rijk – Engeland

Engeland

- voor 1066:koninkrijk reeds hecht georganiseerd

- na de verovering: bestuurssysteem nog versterkt opdat de nieuwe heersers hun controle kunnen effectueren

→ er was sprake van nationale eenheidsstaat met gemeenschappelijk recht voor mannen ( Common Law )

→ oudste nationale eenheidsrecht

Duitsland

- grote regionale diversiteit van gewoonterechten

- Normandiërs introduceren leenstelsel; Willem de Veroveraar beloonde vazallen met land direct van de kroon in leen

→ basis voor militaire organisatie;

* de vazallen dienden vast aantal ridders te leveren voor de oorlog

* alleen in Schotland en Wales kregen vazallen om tactische redenen enige autonomie

→ in het Duitse Rijk bleven weinig gebieden strak onder controle van de kroon

Frankrijk

Domeininkomsten

werden geïnd door prévôts die hun ambt pachtten

>> corruptie

>> oplossing; installeren van baljuws;

Baljuws

- waren aan de koning gebonden door drie zaken: ambtseed, afzetbaar en gesalarieerd

- taken waren drieledig:

* samen met hun sergeanten; openbare orde, rechtszittingen, controle schepenen, vonnissen ten uitvoer

* ze innen de gerechtsinkomsten van de koning, hertog of graaf

* ze roepen de vazallen op tot legerdienst

- ook hier een schril contrast met het Duitse Rijk; het Rijk verstart in zijn traditionele structuren (nog tot 1806)

Lees meer...

Het koningschap wordt een ambt

Monarchale machten: verzekeren steun geestelijken

Redenen

  • ondersteuning wankele positie
  • geestelijken waren enige geletterden in een samenleving van boeren en krijgers

* zij leggen op hun beurt in het gevoerde beleid een sterke nadruk op verspreiding van geloof

Voorbeelden van dergelijke vorsten

Otto I verwerft sacraal karakter

Knut van Denemarken en Steven van Hongarije worden als heiligen beschouwd

>> wederzijdse steun en bescherming Kerk en koning

>> sommige vorsten zagen in die sacrale bescherming de oplossing om feodale heren die hun gezag ondermijnden aan banden te leggen (vb. Hendrik III)

Verambtelijking van het koningschap

- opvattingen van de geestelijken werden onderbouwd door een evolutie die puur organisatorisch onvermijdelijk was

- vorsten werden gedwongen tot het creëren van een bestuursstructuur voor de stabilisatie van het verworven territorium:

→ d.m.v. pacificatie ( = onderdrukken van mogelijke interne weerstand), uiteraard om ‘het algemeen belang’ te dienen ( + steun Kerk)

→ bijgestaan door geestelijke raadsheren en hofambtenaren en diegenen met belangstelling voor het Romeinse Recht

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen