Menu

Wat determineert de rendabilteit?

De arbeidsproductiviteit is de opbrengst per hectare per persoon per tijdseenheid. Als de opbrengst
stijgt, wil dit niet zeggen dat de arbeidsproductiviteit stijgt. Als men bijvoorbeeld een opbrengst van
1000 liter per hectare heeft met 10 man, is de arbeidsproductiviteit 100 l per hectare per persoon. Als
men dan een grotere opbrengst heeft, van 1500 l per hectare, maar men heeft er met 20 man aan
gewerkt, is de arbeidsproductiviteit maar 75 liter per persoon.

Lees meer...

Wat determineert de fysieke productie?

Fysieke opbrengst per hectare, maar ook de opeenvolging van de zaaigewassen, afgewisseld met ‘braak’
(enkel bewerkt, en dus geploegd) en ‘dries’ (gewoon laten liggen, zonder te ploegen, meestal gebruikt als
weide voor het vee. Tegenwoordig worden deze methodes niet meer gebruikt, door het gebruik van
kunstmatige meststoffen is de nood aan recuperatie van de grond minder groot.

Lees meer...

Demografie en economie

Als we de demografie grafisch voorstellen, zien we een lange stijgende lijn, ondanks de aanwezigheid van
golvende bewegingen in de economie (Kondratieffgolven). De economie en de demografie vallen dus
deels samen.

Na de Romeinse fase zien we een B-fase in de demografie, ondanks het feit dat er een volksverhuizing
van de stammen gaande is. Bij de Karolingische tijd zien we dan weer een A-fase. Henri Pirenne zegt dat
dit komt door het economisch stilvallen van het Middellandse Zeegebied na de Arabische overheersing,
waardoor Europa op zichzelf gewezen was, en weer achterlijk werd. Het is bewezen dat dit geen waar is.
In de veertiende eeuw is er dan weer een agrarische en demografische crisis door de
structuurverandering. In de zestiende eeuw is er groei tot aan de godsdienstoorlogen, waarna er een
contractiefase volgt die het sterkst is tot 1720. Vanaf de 18e eeuw is er dan een onafgebroken groei, tot
aan de Franse Revolutie. Vanaf de 19e eeuw zien we dan een loskoppeling van de demografie en de
economie.
De gevolgen van een neergaande demografie zijn de zogenaamde ‘lost fields’, ‘lost villages’ en ‘deserted
villages’. In Duitsland spreekt men van “Flurwüstungen” versus “Dorfswüstungen”. 30 % van de dorpen
zal verlaten worden in middeleeuwen, en in nog meer gevallen worden enkel de velden verlaten.

Lees meer...

Nuptialiteit en fertiliteit

In de literatuur is er sprake van een “Western European marriage pattern” (Hajnal). Dit houdt in dat er
laat en weinig gehuwd wordt. West-Europa onderscheidt zich hierin van de rest van Europa. Dit WEMP
ondergaat wel grote golfbewegingen, omdat het in relatie staat met de economie. Hoe slechter het gaat
met de economie, hoe minder er gehuwd wordt, als een vorm van geboortebeperking (cfr. Preventive
checks). Het late huwelijk was geen bewuste keuze, men wou zo vroeg mogelijk trouwen, maar de
levenscyclus en de economische situatie moesten uiteraard gunstig zijn. Dit komt voort uit het nucleaire
gezin, men kan pas een gezien starten als men over grond, een huis en het nodige materiaal beschikt. De
rijkdom van een gezin gaat ook mee met die levenscyclus: als er meer jonge kinderen zijn, is er meer
kapitaal nodig en voorhanden. Als die kinderen dan het huis uitgaan, krijgen ze een deel van het kapitaal
mee, waardoor het kapitaal van het oorspronkelijke gezin vermindert.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen