1. De omnipotente opvatting

• Managers zijn direct verantwoordelijk voor het succes of mislukken van een organisatie
• De kwaliteit van de organisatie wordt bepaald door de kwaliteit van haar managers
• Managers kunnen worden afgerekend op de prestatie van een organisatie maar het is moeilijk om goede of slechte prestaties direct toe te schrijven aan hun invloed op de organisatie

2. De symbolische opvatting

• Veel van het succes van een organisatie is toe te schrijven aan externe krachten die buiten bereik van de managers liggen
• De mogelijkheid van managers om uitkomsten te beïnvloeden worden bepaald en beperkt door externe factoren (bv. economie, klanten, concurrenten, …)
• Managers symboliseren gezag en invloed door hun acties.

Lerende organisatie

• Een organisatie die voortdurend kan leren en zich kan aanpassen en veranderen.

Kennismanagement

• Het stimuleren van een leeromgeving waarin de leden van een organisatie bijleren.

Kwaliteitsmanagement

• Managementfilosofie is gebaseerd op wensen en verwachtingen van de klant en gericht op een voortdurende verbetering van de werkprocessen
• Geïnspireerd op de ideeën over Total Quality Management (klant, procesgericht, kwaliteit, empowerment van WN’s en accurate meting).
• Kwaliteit is niet direct gerelateerd aan kosten
• Slechte kwaliteit leidt tot lagere productiviteit.

1. Globalisering

• Management in internationale organisaties
• Politieke en culturele uitdagingen van werken in een mondiale markt
• Werken met mensen uit verschillende culturen
• Omgaan met antikapitalistisch verzet
• Verplaatsing van banen naar lageloonlanden

2. Personeelsdiversiteit

• Toenemende heterogeniteit van het personeelsbestand (sekse, herkomst, etniciteit, leeftijd, …)

- Vergrijzing

• Oude WN’s die langer werken en niet met pensioen gaan
• Toenemende kosten van publieke en private benfits voor oudere WN’s
• Toenemende vraag voor producten en diensten die verband houden met de vergrijzing
• . Ondernemerschap gedefinieerd Het structureren van nieuwe ondernemingen, als reactie op kansen

4. Ondernemerschapproces

• Najagen van kansen
• Innovatie van producten, diensten of methoden
• Wens om continue groei van de organisatie

5. E-business

• Het werk dat wordt uitgevoerd door een organisatie met elektronische verbinding tussen de belangrijkste bedrijfseenheden
• E-commerce: de sales en marketingkost van een e-bussiness

- Beloning

o Anderen motiveren en helpen met het vinden van voldoening in hun werk.
o Beseffen dat je nodig bent.
o Compensaties krijgen in de vorm van salaris, bonus.
o Ondersteunen, coachen en motiveren van WN’s.

- Uitdaging

o Hard werken.
o Met veel verschillende persoonlijkheden moeten werken.
o Kennis, vaardigheden, ambities en ervaring van je medewerkers effectiefinzetten.
o Beseffen dat succes deels afhankelijk is van de prestaties van anderen.