Welke rechtsmiddelen kan een partij aanwenden tegen een rechterlijke beslissing?
- Gepubliceerd in Wetgeving
Verzet, hoger beroep, cassatie, derdenverzet, verzoek tot herroeping van gewijsde, verhaal op de rechter en intrekking.
Verzet, hoger beroep, cassatie, derdenverzet, verzoek tot herroeping van gewijsde, verhaal op de rechter en intrekking.
Neen dat doet de scheidsrechtspraak of arbitrage. Dit is een soort private rechtspraak die tot stand komt d.m.v. een overeenkomst tussen de betrokken partijen. Zij willen dat de beslechting van geschillen wordt toevertrouwd aan 1 of meer derden in plaats van de rechterlijke macht.
Omdat de geschillen hierbij nooit voor een derde maal volledig opnieuw behandeld worden.
Vredegerecht: alle burgerlijke en handelsrechterlijke geschillen < 1860.00EUR. Hij is ook bevoegd voor alle geschillen i.v.m. familie en onroerende goederen vooral huurcontracten
Politierechtbank: alle misdrijven inzake verkeersovertredingen op alle manieren.
Rechtbank van eerste aanleg: -de jeugdrechtbank is bevoegd voor de meeste burgerlijke en strafzaken met minderjarigen.
-de burgerlijke rechtbank is verantwoordelijk voor alle geschillen waar geen specifieke rechtbank voor is. Hier kan men ook terecht voor hoger beroep op een uitspraak van de vrederechter.
-correctionele rechtbank oordeelt over gewone misdrijven behalve de kleinere en de grootste misdrijven en van verkeersmisdrijven. Hier is ook het hoger beroep voor uitspraken van de politierechtbank.
Rechtbank van koophandel: alle zaken omtrent handelszaken. Alle geschillen omtrent objectieve en subjectieve daden van koophandel. Soms worden ook geschillen behandeld tussen vb. vennoten. In hoger beroep is deze rechtbank verantwoordelijk voor alle uitspraken van de vrederechter i.v.m. handelszaken.
Arbeidsrechtbank: bevoegd voor sociaalrechterlijke geschillen. Alles betreffende arbeid dat wordt geleverd.
Arrondissementsrechtbank: uitspraken in bevoegdheidsgeschillen. Deze verwijst geschillen door naar de bevoegde rechtbank, men kan niet in beroep gaan.
Hof van beroep: hier komt men terecht voor tweede aanleg nooit voor eerste aanleg tenzij in uitzonderlijke gevallen.
Arbeidshof: oordeelt over degenen die in hoger beroep zijn gegaan tegen de uitspraak van de arbeidsrechtbank
Hof van assisen: de zware misdrijven, politieke en drukpersmisdrijven. Hierna kan men enkel naar hof van cassatie is ook eerste aanleg.
Hof van cassatie: hier bekijkt men enkel of de procedurefouten of schendingen van de wet vindt bij het vorige proces,zo ja: dan verwijst men hen door naar een andere rechtbank.
Burgerlijke rechtbanken: vredegerecht
politierechtbank, jeugdrechtbank, burgerlijke rechtbank, correctionele rechtbank, rechtbank van koophandel, arbeidsrechtbank, arrondissementsrechtbank
hof van assisen
arbeidshof, hof van beroep
hof van cassatie
Strafrechtbank: politierechtbank, jeugdrechtbank, correctionele rechtbank, hof van beroep, hof van assisen en hof van cassatie.
Hier kan men spreken over 5 nationale niveaus en 1 supranationaal niveau.
Niveau 1: de laagste rechtbanken met het kleinste grondgebied namelijk de kantons(187). Op dit niveau is er enkel het vredegerecht voor burgerlijke en handelszaken
Niveau 2: dit zijn de arrondissementen(27). Hier bevinden zich de rechtbank van eerste aanleg, de correctionele rechtbank, de jeugdrechtbank, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel, de arrondissementsrechtbank en de politierechtbank.
Niveau 3: het niveau van de provincies. Hier treft men enkel assisenhoven aan. In werkelijkheid zijn hier ook arbeidshoven van elke provinciehoofdplaats.
Niveau 4: hier treft men de hoven van beroep en arbeidshoven. België is opgesplitst in 5 delen. Men heeft dus hoven te Antwerpen (Limburg en Antwerpen), Gent (Oost en West-Vlaanderen), Brussel (Brabant), Luik (Luik, Luxemburg en Namen) en Bergen (Henegouwen).
Niveau 5: Hof van Cassatie voor heel België
Supranationaal: Beneluxgerechtshof, Europees hof van justitie en Europees hof voor de Rechten van de Mens
1 procedure nationaal gezien kan dus op drie niveaus gevoerd worden: de dubbele aanleg en cassatie
Als verschillende rechtbanken een uitspraak doen over een zaak is het wenselijk dat hier een coherentie in zit. Dus dat de uitspraak niet te veel verschilt van rechtbank tot rechtbank. Om dit te verzekeren worden de zaken altijd eerst behandeld bij de lagere rechtbanken en kunnen ze in hoger beroep gaan tegen de vonnissen. In hoger beroep zijn er natuurlijk een beperkter aantal rechtbanken en hoven. Tenslotte kunnen deze beslissingen verbroken worden door 1 hoogste gerechtshof: het hof van cassatie.
-gerechtelijk: optreden als rechtsmacht t.o.v. al wie verantwoordelijkheden draagt voor staatsgelden
-informatietaak: het rapporteert zijn bevindingen aan het parlement, bij dringende zaken via “bijzondere mededelingen”.
-controletaak: het controleren of uitgaven werkelijk gebeurd zijn en of deze wettelijk en regelmatig zijn.
-toetsing van wetten en decreten aan de hele titel II van de GW die betrekking hebben op de Belgen en hun rechten en de artikelen 170, 172 en 191 i.v.m. belastingen.
-het regelen van conflicten tussen wetten en decreten en tussen decreten onderling.
-het toetsingsbevoegdheid kan uitgebreid worden tot andere artikelen van de grondwet door een bijzondere wet.
-annulatierechter voor administratieve rechtshandelingen
-cassatierechter voor beslissingen van lagere administratieve rechtscolleges
-rechter in hoger beroep voor bepaalde gevallen zoals:
gemeenteraadsverkiezingen en verkiezing leden van OCMW’s
beslissing over de schadevergoeding bij buitengewone schade, voortvloeiend uit overheidsbeslissing