Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Gabriël Marcel

religieus, christelijk existentialisme

Basisprincipe - tegenstelling wat we hebben (zaken,gedachten,gevoelens) en wat we zijn; ‘wezen’

- wat we hebben maakt ons tot slaven en bepaalt ons leven steeds meer

- alsof menselijk substantie = materiële en financiële rijkdommen

Vraag naar inzicht

- fundamenteel onderscheid tss probleem (buiten mij staat en ik kan onderzoeken) en mysterie (waarin ik zelf met mijn hele wezen betrokken ben)

- men moet zich openstellen voor het mysterie; verder gaan dan onderzoek vd problemen

- zo ons bestaan (existentie) bewust en doorvoeld beleven

-> dit bestaan is tragisch

-> slechts verdragen door te richten op gemeenschap met God

Lees meer...

Jean-Paul Sartre

atheïstisch extentialisme; antwoord op vraag naar uit- en zin-zicht

23.1 humanistisch of atheïstisch extentialisme

L’existence précède l’essence

- je suis, donc je pense, j’agis, je veus, j’ai peur met het menselijke zijn als toevalligheid.

L’autre

- ‘de andere’ , een concept dat we ontdekken als een deel van de ‘werkelijkheid-voor-ons’

-> intersubjectiviteit = ‘we vormen door observaties onbewust een beeld vd anderen en onze mede-wereld’

- pas wanneer deze observaties bewust: existentiële benadering

Exister c’est choisir

- de mens is fundamenteel vrij (zowel gegeven als zware opdracht)

- we proberen steeds weer aan die opdracht te ontsnappen omdat het net zo zwaar is

- o.a. ahv la mauvaise foi; verantwoordelijkheid door ondraaglijke angst van je af schuiven

-> angst komt voort vanuit de ervaring vh absurde vh leven, het weten over het niets
-> geen sprong in de religie zoals Kierkegaard (Sartre is atheïst)

- net doorheen de ervaring van die angst existeer je

L’existentialisme est un humanisme

- geen wanhoop, net een echt menselijk leven mogelijk hierdoor (keuzevrijheid)

- net door verwerping Godsidee, krijgen mensen de plaats die hun toekomt

-> we kiezen wat voor ons het beste is

-> ‘de mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt’

- het principe legt dus een grote verantwoordelijkheid bij de mens, men gelooft niet in een

God die maakt dat mensen niet doen omdat hij het zegt

- deze verantwoordelijkheid omvat de hele wereld. ; ‘wat zou gebeuren als iedereen handelt zoals jij’

-> dit gebeurt immers niet, toch moet men het zich vragen
-> deze vraag negeren is immers een teken van kwade trouw

-> zo is de mens in staat ‘goed’ te doen zonder God

23.2 sociale filosofie

- Sartre ‘koos’ vanuit zijn menselijke vrijheid voor een leven id oppositie;
-> communistische partij, verzet tegen fascisme, …

-> toch bleef hij kritisch tov het officiële marxisme: enkele stellingen

- zolang kapitalisme: marxisme enige filosofie die zich zinvol met de hele werkelijkheid bezighoudt

-> andere theorieën incl. existentialisme -> onafhankelijke ‘enclaves’

- Sartre wijst op het reële karakter van de gevoelens (kierkegaard->vlucht, sartre->ervaring)

en de beperkingen van het intellect

- ‘synthese tss Marx en Kierkegaard’: iedereen als deel van structuur zien is van belang, maar

correctie noodzakelijk dat individuele persoon meer is dan slechts deze categorie.

- praktijk van de bevrijding is noodz. omdat vrijheid nooit kan worden losgemaakt vd anderen (door subjectiviteit)

- Waarom onafhankelijkheid vh existentialisme bewaren? ; onderscheid

- interpretatie vd geschiedenis en de werkelijkheid (Marx, marxisten)

- concrete benadering van deze werkelijkheid (Sartre, existentialisten)

- marxisme zonder existentialisme: dogmatisme, verstarring

- existentialisme zonder marxisme: pessimisme of nieuwe vorm v religie

Lees meer...

Edmund Husserl

Basisprincipe

- ‘Intentionaliteit’ van Franz Brento ; het op het object gericht zijn van de geest

- om de door ons bekeken werkelijkheid te vatten: van alle voor-oordelen ontdoen

-> reduceren van ons denken tot het object; ‘fenomenologische reductie’

Wat zie ik eigenlijk?

- wat we zien is een verschijnsel (fenomeen) ; er bestaan alleen maar fenomenen

- dat fenomeen dat we waarnemen verschijnt in mijn bewustzijn maar is meer dan datgeen wat in mijn bewustzijn verschijnt

--> vanuit het bewustzijn tot de dingen zelf gaan

 daarom is volgens Husserl de fenomenologie de eerste wetenschap, de basis

 nieuwe houding en wijze van ‘kijk’ die nt vanzelfsprekend is ; rijkend en verruimend

openstaan voor de werkelijkheid die door de beslommering en de ideologieën van het dagelijkse leven erg moeilijk gemaakt wordt.

Lees meer...

Soren Kierkegaard

anti-beweging op monumentale systeem v Hegel + voorloper existentialisme

Marx-idee v concrete mens en individu centraal, maar geïsoleerd

Enteneller

- voor Kierkegaard was leven en denken één; zijn leven had een grote invloed op zijn denken

- vertrekpunt: nadenken over de situatie vd mens en wereld -> conclusie wereld is zinloos

-> angst en wanhoop

Hoe uit diepe en reële angst komen?

- Niet op uiterlijkheden (esthetische, Shopenhauer) te gooien-> verveling -> diepere wanhop

- Niet door zuivere menselijke innerlijkheid (ethische) -> hoger niveau maar verlost mens nt

- 1 optie: opgeven v zichzelf aan God (religieuze)

-> bereiken via het inzicht id zinloosheid vd wereld (opm: geen godsvewijs)

-> mens is voor eigen leven verantwoordelijk en moet christelijke levenswaarden ontdekken

Kierkegaard vs Marx:

- beide mens centraal en keren ze zich tegen Hegel

- individu op zich <- -> deel v sociaalhistorisch bestel

- overgave aan een persoonlijke God <- -> bevrijding door revolutionaire verandering

Naast rationalistische, idealistische filosofie (enkel verstand)

-> kleinere stroming -> verstand + gevoel + intuïtie + …

Augustinus: - grote plaats aan persoonlijke bewustzijn; kenniskracht vd liefde

- verdrongen door aristotelisme v Thomas v Aquino

Blaise Pascal: - zag beperkingen v wiskunde en rationalisme -> meer om ‘de vrede vd ziel’ te bereiken

- overgave aan de Openbaring en Gods genade

- rol vh gevoel

fenomenologie (nieuwsoortig denken, leer van de verschijnselen); onderscheid tss

- fenomenologie v Kant: ‘de leer van de verschijnselen vd dingen’ tov niet te vatten Ding-an-sich

- fenomenologie v Hegel: ‘verschijnen vd geest’

- moderene fenomenologie (Husserl)

Lees meer...

Arthur Shopenhauer

anti-beweging op absolute optimisme v Hegel

Die Welt als Wille und Vorstellung

- de wereld an sich (op zichzelf) <- -> de wereld voor mij is Vorstellung (representatie,schijn)

- de werkelijkheid is een blinde kracht, de Wil; almachting, onstuitbaar, gn oorzaak of kennis

- dr principe van de individuatie werkt die deze Wil in ons als vernietigende ‘wil tot leven’

-> leidt onheroeplijk tot zelfvernietiging

-> op een helling rennen en niet meer kunnen stoppen, beneden wacht de afgrond

- ‘poppenkast’

 dit inzicht is onontkoombaar, enkel vertragen en af doen zwakken

- kunst ; pijnstillend middel (cfr. waterval)

- godsdienst ; boeften beperken, verwachtingen kleiner

-> negatie vd levenswil dr boeddhistische ascese, ‘het Nirvana’

Lees meer...

Karl Marx

Situering - linkse hegeliaan, richtte internationale arbeidervereniging op > ‘socialisme’

- geloofde dat filosofie de wereld moest interpreteren én veranderen

Kritiek op Feuerbach ; akkoord met illusie vd godsdienst, maar …

- ‘de universele mens’ = abstractie, kijken naar levende mensen door geschiedenis

= historisch materialisme

- dialectische methode nt zomaar verwerpen; net van belang om nieuwe materialistische theorie te ontwikkelen

- godsdienst = ‘opium vh volk’ -> gehoorzaamheid, volgzaamheid dr machthebbers

-> uitweg uit menselijke ellende; enig ‘zin-zicht’

-> men wint niets door de godsdienst als zin-zicht te verwerpen, tenzij tergelijkertijd

inzicht in ware oorzaken én middelen

Kritiek op burgerlijke revolutie ; relativeert idee ‘Vrijheid, Gelijkheid, Broederlijkheid’

- Vrijheid die burgerij vrijer maakte; geen effect op arbeiders

-> vrij om voor hongerloon te werken in onmenselijke voorwaaren?!

- Gelijkheid ; formele gelijkheid die feitelijke ongelijkheid verborg

-> gelijke kansen? ‘de wet verbiedt arm en rijk onder bruggen te slapen’

- Broederlijkheid ; blijft hierdoor ook niet meer veel van over

 indien ernstig nemen, ook omstandigheden scheppen waarin realiteit kan worden

De ontwikkeling van de mensheid ; # belangerijke stappen

- idee: mens pas ‘mens’: bewust en vrij gaat produceren mbv arbeid

-> plannen, ontwerpen, veranderen, ontwikkelen mbv technologie

- eerste fase: werken om leden vd stam in leven te houden; gn tijd cultuur,wetenschap

= primitieve communisme (weinig verschil dieren; geen klassen)

- dr ontwikkeling technologie -> meer dn voor direct gebruik ; meerproductie

- hierdoor beter planning en arbeidsdeling

- door ruil met andere stammen: handel

- door die handel: # vrijstellen voor studie, cultuur, wetenschap, … en filosofie

-> dit proces verloopt anders in elke stam
-> westerse klassenmaatschappij: slaven - feodalisme – kapitalistisme

Marx stelt een alternatief voor; democratische, socialistische maatschappij

- 2 pijlers: democratie (politiek én economisch) en socialistisatie

- afschaffing privébezit noodzakelijk

 dit zal de heersende klasse niet zonder meer aanvaarden; verschillende overgangsvormen

democratisch-legaal vs revolutionair

Aliënatie is voor hem: - de planning werd de meeste arbeiders ontnomen

- het product dat ze maken hoort hun niet toe

- het loon dat ze verdienen is maar een klen deel v winst (meerwaarde)

- talenten die ze bezaten, verdwijnt door fabrieksarbeid

Hiernaast staat een dubbele reïficatie (Verdinglichung)

- vroeger was een werktuig een aanhangsel vd mens nu zijn wij aanhangsels vd machine

-> ipv mensen staan dingen meer centraal

- hetzelfde geldt voor ruilmiddelen: geld leidt bijna een eigen leven en bepaalt leven,status, …

Samengevat - ideeën alleen veranderen de wereld niet

- filosofie is een theorie die inzicht verschaft omtrent concrete mensen die hun over hun reële toestand

informeert

- de bevrijding van de arbeidersklasse kan alleen het werk zijn vd arbeiderskl.

-> niet de taak vd filosofen

Kritiek - verwijten van kerk, adel en burgerij omdat hij aanviel op de bestaande orde

- traditionele filosofen odmat hij economie, sociologie en politek erbij betrok

- # progressieve denkers verweten hem zijn optimisme, waarom dat wel beter?

- anarchisten geloofden niet in rol van de partij vn Marx

- andere socialisten verwierpen dialectiek: feodale tijd (T) – kapitalisme (A) – socialisme (S)

Lees meer...

Ludwig Feuerbach

het materialistisch humanisme

Basisprincipe = synthese tss materialisme en idealisme

- nadruk op natuur die zintuiglijk begrepen kan worden

- abstractie om te spreken van ‘onsterfelijke ziel in sterfelijk lichaam’
want mens bestaat uit geest én stof en na de dood is er geen mens meer

Zin-zicht

- door ervaring vd menselijke ellende, onrechtvaardigheid, armoede, onvrijheid

 verlangen ‘hogere werkelijkheid’

- dit wordt geprojecteerd op een niet-bestaande God (God is schepping vd mens)

 gevaarlijke vergissing: we verspillen onze energie aan illussie ipv echte oorzaken

 ‘entfremdung’ of ‘aliënatie’ ; opdracht afgestaan aan geprojecteerde bovennatuur

- ‘antropocentristische’ filosofie

Kritiek

- christelijke denkers, kerken, hegelianen

- ‘linkse’ hegelianen rond Marx

-> te weinig over historisch en sociaal concreet bepaalde mensen

-> verwerping dialectiek, terwijl juist sleutel!

Lees meer...

Georg Wilhelm Friedrich Hegel

duitse idealisme

Basisprincipe 3 pijlers

- over Zijn van God voor de Schepping logica; zijnsleer

- God bestaat zonder enige innerlijke tegenstelling

- door de schepping ‘vervreemdde’ God zich id materiële wereld natuurfilosofie; aliënatie

- bijgevolg onstaat er een ongelooflijk contradictie tss zuivere geest en stof

= motor van verdere ontwikkeling

- pas in de mens begint de terugkeer vd geest naar zijn oorsprong filosofie vd geest

 de ontwikkeling is dus een terugkeer van de geest uit het ‘anders zijn’

 de mens maakt hier verschillende fasen door mee:

1) bezield, intuïtief wezen (zoals puber)
2) bewuste denken (filosofie)

3) de mens ziet zijn eigen geestelijke substantie als identiek met zijn bewuste handelen

 verbonden met deze evolutie: evolutie van de ‘objectieve geest’ (het recht, de moraal, de zedelijkheid)

 dit alles culmineert in moderne staat ; ‘de verschijnende God’

=> samenvattende en verklarende encyclopedie

Optimisme -> we ontwikkelen ons tot een steeds grotere rijkdom
-> uiteindelijk komene we terug tot bij God

Dialectiek krijgt moderne betekenis Thesis -> Antithesis -> Synthese

- elke ontwikkeling dus doorheen negatie

- synthese is een resultaat van een botsing tussen T en A, dus een vooruitgang

- synthese is dus geen compromis

Lees meer...

Emmanuel Kant

combineert het emprisme met het rationalisme

Kritik der reinen Vernunft

- das Ding-an-sich (werkelijkheid op zich) zent zintuiglijke waarnemingen uit naar ons verstand

- Ons verstand is echter geen onbeschreven blad,
maar een gestructureerd instrument dat werkt met vakjes: kwantiteit, kwaliteit, relatie, tijd, …

- Het vervormt automatisch onze zintuiglijke ervaring

- We kunnen dus in feite niets over het Ding-an-sich weten

 Kant noemde het Ding-an-sich het ‘Nou-menon’ (wat niet via de zintuigen, maar geest gekend wordt) en de ervaringen van de zingtuigen ‘Fenomenen’

 Hij onderscheidde analytische oordelen (gezegde al in het onderwerp) van synthetische oordelen (verband met element of uit ervaring)

 Hij onderscheidde empirische oordelen (volledig op ervaring van u of vertrouweling) van ‘a priori’ oordelen (meer nodig dan ervaring)

Gevolg: - geen enkele van de grote waarheden nog bewijsbaar

- leidde tot wanhoop (zelfs zelfmoord) > als niets zeker, wat is de zin? > 2de boek

Kritik der praktischen Vernunft (moraalfilosofie)

- vraag naar uitzicht: rechtvaardigheid

-> kan alleen door god worden verzekerd

-> vrije wil is nodig, anders kan mens zelf niet beslissen

-> bewijst moreel, niet rationeel, het bestaan van God

- vraag naar zinzicht en geluk hangt af van beoefening ervan

 we zitten dus op 2 niveaus

- intellectueel niveau: ‘kritiek van het zuivere verstand’, diepe onwetendheid (agnosticisme)

- morele niveau: aanvaarding bestaan God, onsterfelijkheid, vrije wil

agnosticisme en verwerping metafysica zetten aanzet tot opnieuw zoeken van absolute waarheid:
- idealisme: ‘idee’ voorrang (cfr. plato)  kennistheoretisch: idee boven het zijn

 ethisch: idealen als norm

- materialisme:  kennistheoretisch: materie voorrang – geest, alles als product van deze materie

 ethisch: bezitsdrang

Lees meer...

Empirisme: David Hume

Moraalfilosofie

4 omstandigheden wrbij men rechtvaardigheid niet kan wegdenken:

- men is aangewezen op anderen voor behoeftebevrediging

- men heeft slechts een beperkte naastenliefde wrdoor men alles voor zich zou opeisen

- door schaarste van goederen dringt zicht een afbakening van bezit af

- men heeft ongeveer dezelfde basisbehoeften

-> gelijke verdeling? -> rechtvaardigheid

Kennisleer

- alle kennis begint met indrukken die ideeën veroorzaken (vb. van een blinde vs kleur)

- door verbinding van deze ideën vergroten we de stof van onze kennis
(bv. oorzaak-gevolg door herhaling)

- we kunnen het idee van oorzaak-gevolg slechts toepassen zolang we op het terrein van ervaring

blijven. -> Religieuze waarheden kunnen we nooit kennen, moeten wden geloofd.

 uiteindelijk werd Hume een scepticus, kwam tot conclusie dat dmv observatie men niets over de werkelijkheid kan weten

Zowel rationalisten als empiristen zitten op een bepaald moment geblokkeerd in hun denken. Uitweg: Kant

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen