Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Buiten landbouw.

In alle mogelijke sectoren/ beroepen:
o ongeschoolde arbeidskrachten (vaak verhuurd door hun meester), dienstpersoneel,
ambachtslieden, handelaars, winkeliers, leraars …
o Mijnen:
· Zeer zwaar werk, gevaarlijk, ongezond
· Slavernij is de regel (vaak veroordeelden)
· Uitgestelde doodstraf.
In alle mogelijke verhoudingen
o geketend, als hulpje van de meester, als assistent van de meester, als
vertegenwoordiger, als gerant van een winkel, …
o Opmerkelijk: veel vrijgelatenen lijken hun meester op te volgen => vrijgelatenen van
vrijgelatenen

Lees meer...

Landbouw.

Niet overal !
o Italië: courant <=> Grieks-Romeins Egypte: uitzonderlijk
Soorten:
o ‘chattel slavery’: grote groepen, geketend, sterk repressief : in sommige periodes heel
belangrijk (bv. Romeinse ‘latifundia’ late Republiek) ; maar doorgaans uitzonderlijk, want
niet erg rendabel (hoge kosten bewaking, weinig gemotiveerd, Lange periodes van
inactiviteit (buiten oogstmaanden
o ‘familia rustica’: groep slaven op middelgrote domeinen (villa rustica): o.l.v. slaafopzichter
en ‘procurator’ (meestal vrijgelatene). Doen alles, worden in drukke periodes
aangevuld met seizoensarbeiders. Relatieve vrijheid, soms slavenhuwelijken, kinderen.
o Pachter-slaven (‘servi quasi coloni’): krijgen pachthof als ‘peculium’ en mogen dit voor
eigen rekening bewerking in ruil voor betaling van pacht => voordeel voor de meester:
‘pachter’ kan niet weg en totaal onderworpen
· Je doet dit best niet als je domein te ver weg is om regelmatig op inspectie te
gaan.
© Als de meester van huis is dansen de slaven.
· Je doet dit best niet in een ongezonde omgeving.
© Ze gaan dan veel te snel dood.
© En je investering is naar de maan.
© Je neemt beter vrijen dan en laat ze voor een hongerloon werken. Als ze
doodgaan neem je nieuwe aan.
Rendabiliteit:
o Nadeel eigenaar: slaaf vertegenwoordigt investering: moet worden aangekocht of
gekweekt => kost geld
o ~ randvoorwaarden: prijs van slaven (~ aanvoer), type van exploitatie (ideaal: extensieve
landbouw / veeteelt), …
· overal blijft ruimte voor vrije boeren, pachter, landarbeiders

Lees meer...

Vrijgelatenen.

Groot verschil met andere culturen : slaven geen etnische/raciale groep => onherkenbaar van
vrije personen
Konden / werden vaak vrijgelaten
Griekse steden: krijgen status van ‘vreemdelingen’ (‘metoiken’): geen burger maar wel
bescherming van de wet
Rome: vrijgelatene van een Romeinse burger, is zélf volwaardig Romeins burger
o Weinig beperkingen: mag geen politieke ambten bekleden, is vroegere meester ‘respect’
verschuldigd, …
· Men mocht geen magistratuur opnemen.
· Kinderen wel.
o Hoeveel vrijgelatenen ?
o Onbekend. Zowel in Griekse als Romeinse cultuur is vrijlating courant => veel (1 op 3 ???)
· Slaven motiveren, zeker als ze in belangrijke functies zitten.
· Als je goed werkt, dan laat ik je misschien wel vrij.
· Mensen een toekomst, perspectief geven.
· Handboek landbouwbedrijf.
© Als je slavin vier kinderen krijgt mag je ze vrijlaten.
© Je hebt er namelijk vier slaven bij voor de prijs van één.
© De slavin gaat toch nooit weggaan van haar kinderen.

Lees meer...

Sociale status?

De iure + ideologisch:
o Maken geen deel uit van maatschappij ; staan onder alle vrije personen
De facto:
o ~ status meester (bv. slaaf van de keizer, staatsslaaf, …)
o ~ feitelijke vrijheid (bv. slaaf die winkel mag uitbaten voor eigen rekening (peculium)).
o ~ beroep (bv. Vastgeketende landarbeider <=> dokter, leraar, …)
o ~ relatie meester (‘inhuisgeboren’ (‘verna’), vertrouweling <> slaaf-als-pachter (‘servus
quasi colonus’)

Lees meer...

Hoe werd men een slaaf?

De iure (drie wettige manieren)
o Geboorte
o Oorlog (rechtvaardige oorlog)
o Veroordeling door rechtbank.
De facto (kon juridisch gezien niet)
o Vondelingen
· In Late Oudheid werd het wel toegestaan.
· Zo werden veel meer kinderen gered (waarom zou je het redden als je het niet
eens mag gebruiken ? Het geld groeit niet op de rug zenne.)
o Piraterij & banditisme
o Verkoop van zichzelf of van kinderen.
· Kinderen beschermd door burgerrecht.

Lees meer...

Frequentie?

Overal in oudheid
Maar niet overal even frequent
o Athene 5e e. v.C.: heel talrijk, maar vnl. in de zilvermijnen: 40.000 slaven (ca. 10%
bevolking) + binnen huishoudens
o Italië: heel talrijk, diverse contexten
Rome Late Republiek - Vroege Keizertijd: 1/3 bevolking ?
o Egypte: heel weinig
· Vaak comfortslaven.
· Weinig economische waarde.

Lees meer...

Slaven en vrijgelatenen. Wat is een slaaf?

Griekse en Romeinse cultuur niet denkbaar zonder slaven.
Heterogeen begrip
Géén sociale klasse =>
o grote onderlinge verschillen :
· een slaaf in een mijn
· keizerlijke slaaf (rijk en aanzien !)
· Slaaf die winkeltje krijgt van zijn meester.
· Huispersoneel.
· Geketend op het veld.
· Geld/geen geld.
· Opgeleid/niet opgeleid.
o meestal grotere bestaanszekerheid dan arme vrije burger (want vertegenwoordigen
‘kapitaal’)
· Er is hier geen christelijke cultuur : men deed niet aan liefdadigheid. Als je arm
was dan rotte je maar weg op straat, zolang je niet in iemands weg lag, geen
probleem.
· Een huiskat is beter af dan een (vrije) zwerfkat.
o Bv. opvoedende slaaf binnen het gezin (voedster).
o Betere emotionele band met de kinderen.
o Kinderen groeien op met de slavenkinderen in huis: ook een band.
o Steunnetwerk van familie van de meester.
o Dit was wel niet altijd het geval!
 Exploitatie.
 Ook gruwelijk misbruikt.
Slavernij sensu largo:
o absolute blijvende afhankelijkheid
· thetes (bij Homerus), heloten (Sparta), clientes ? (Rome), …
o Schuldslavernij
· Oneigenlijk gebruik van de term ‘slaven’
© BLIJVEN BURGERS geen slaven (wel ‘dwangarbeiders’)
© Mochten niet gedood worden !
<=>
Klassieke slavernij
o Juridisch gedefinieerd als bezit (~ vee)
o Intrinsiek deel van Grieks-Romeinse maatschappijmodel
o Spiegelbeeld van ‘burgerschap’
· Slaaf kan geen rechten en plichten afdwingen !

Lees meer...

Landelijke bevolking subaristocratisch.

Grondbezit ongelijk verdeeld
Grote variatie:
o Boeren-eigenaars
o Pachters:
· Van de keizer/koning.
· Van privé-bezit.
· Pachtcontract
© Grote flexibiliteit.
© Naarmate minder pachters echter minder flexibel.
 Meer gebonden aan grond.
 Contract moeilijker te verbreken.
 Pas in de Late oudheid werde pachters aan hun grond
‘gebonden’.
o Landarbeiders
o loopt door elkaar (~levenscyclus van gezin)
7 Voor wie Rome of Rome II gezien heeft. Daar staan Vorenus en Pullo aan het hoofd van zo’n collegiae.
· Als men kinderen heeft wil men bijverdienen om de extra kosten te betalen.
· Kinderen gaat men inschakelen als arbeider op de eigen grond.
Geen exclusiviteit:
o Huis-nijverheid/handel/transport als annex-activiteit binnen boerenfamilies
o Loonarbeid in ‘industrie’ in landelijke context: ceramiekproductie, steenbakkerijen, zanden
steengroeven, mijnen, …
o Loonarbeid in stedelijke context
o geen scherpe grens + grote (horizontale) mobiliteit
o Wol van schapen werd voor het grootste deel bewerkt op het platteland : dus meer dan
alleen landbouw daar.
o In de havens had men veel arbeidskrachten nodig als schepen binnenliepen, ook bij
grote bouwprojecten.
· Heel mobiel systeem.
· Mensen voortdurend in beweging.

Lees meer...

Stedelijke bevolking subaristocratisch.

Sociale identiteit ~ beroep ?
collegia7 (particuliere verenigingen)
o vanaf hellenistische tijd, grootste bloei Romeinse vroeg keizertijd (juridische erkenning,
regulatie door overheid)
o Op basis beroep, nabuurschap, cultus, …
o Vroeger onderzoek: gezelligheidsclubs en begrafenisverenigingen ?
o Recent herwaardering: veel grotere impact dan men vroeger aannam.
· Toch economische rol (opleiding, prijsafspraken, belangenvertegenwoordiging,
…)
· Sociaal zeer belangrijk in steden
© Hiërarchie van collegia
© Hiërarchie van leden (naar model stedelijke instellingen)
· Institutionaliseren sociale differentiatie
· Relatief open MAAR éénmalige toegangspremie + jaarlijks lidgeld + verplichte
‘vrijgevigheid’ voor functionarissen
· Voerden electorale campagnes voor aristocraten.
o Naar mate iemand rijker werd kon hij zichzelf lid gaan maken van een belangrijke
collegia en daarbinnen carrière maken.
· De voorzitter onderhandelde met de aristocratie.
· Rijkdom wordt status.
· Doorgroeien binnen de aristocratie.
© Netwerk oprichten.
© Locale raad.
© Carrière maken.

Lees meer...

Verdeling rijkdom/armoede.

‘niet-arm’ (uitgezonderd in de Grootsteden)
o Plattelandsbevolking: regio’s met extreme armoede, vooral vanaf 2e e.n.C.
(Egypte, Gallia, …)
o Stedelijke elites zorgen dat stadsbevolking niet te zeer verarmd, maar ten koste
van platteland.
· Graantuitdeling
· Tussenkomsten graanbevoorrading.
· De stedelijke elites moesten namelijk verkozen worden in de stad, wat
er met het platteland gebeurde maakte voor hen dus niets uit.
· Op het Platteland.
© Waren er veel keizerlijke domeinen.
© Dit was een goede zaak want tegen een ‘pachter van de keizer’
kon men namelijk niets doen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen