Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Economie

Verstedelijking als een gevolg van de concentratie van economische functies (handel en productie). Er zijn verschillende netwerken aanwezig (bv. Hanzesteden, Italiaanse kooplieden), onder meer de lange afstandshandel: een krachtige motor voor verstedelijking: economische interactie tussen Noord-Duitsland, Brugge, Londen en de Baltische Zeesteden Plaatselijke factoren zijn bv. de ontginning van riviervalleien, moerasgronden, etc. De bewoning ontstond rond de ontginningsas. Vaak werd dit dan gevolgd door een verstedelijkingsgolf. Ook landsheren en hun stimulerende economische en financiële politiek zijn belangrijk: zij zorgen voor de creatie van de nodige economische infrastructuur: bruggen, tollen, hallen, markten, etc

Lees meer...

Stadsrecht

Juridische evolutie als parameter voor verstedelijking. Maar wat is ‘stadsrecht’? Definitie van Van Engen. Meestal via uitvaardiging van een stadsheure. Maar: niet alle steden die wij als “steden” beschouwen hebben ook stadsrecht en omgekeerd. Andere factoren zijn daarvoor ook van belang

Lees meer...

Bouwgeschiedenis - Architectuur

Benadering vanuit de bebouwde omgeving. Hierbij moet men in hoofdzaak gebruik maken van materiële bronnen, namelijk de resultaten van (stads)archeologie: grote opgang eind 20ste eeuw. De noodzaak ontstaat om het archeologisch/bouwkundig onderzoek te contextualiseren (tegelijk ook het pijnpunt). Het probleem is dat je in een huidige stad niet zomaar opgravingen kan organiseren. Hierdoor heeft men vaak te maken met versnipperde en gefragmenteerde resultaten. De evolutie van zo’n gebouw/archeologische site is echter wel een verklikker voor de stedenbouwkundige evolutie van de stad in haar geheel.
- Bv.: torenbouw in Brussel, Hertogelijk Hof, etc. Brussel werd de hoofdstad van de Bourgondische hertogen en dit weerspiegelt zich in de stedenbouwkundige evolutie.
- Bv.: Sint-Goedelekerk wordt de hoofdkerk, dus er is een grotere kerk nodig. Parochies weerspiegelen de demografische evolutie van een stad.
- Bv.: Bologna: de voltooiing van de stadsomwallingen gingen hand in hand met de stadsgroei.
- Bv.: opkomst van hertogelijke paleizen in verschillende steden (Dijon, Brussel, Gent, etc.): door de Bourgondiërs. Dit waren belangrijke steden. De uitbouw van paleizen verraadt de politieke agenda van de landsheren.
Er is dus heel veel vergelijkingsmateriaal, maar er is een grote nood aan synthesewerken

Lees meer...

Morfologie

Een morfologische analyse gaat uit van de plattegrond van de stad. De grondlegger van deze methode (‘town plan analysis’) is Conzen. Hij kent voornamelijk navolging in Frankrijk en Italië. De stedelijke ruimte wordt onderverdeeld in stadsplan, bebouwing en grondgebruik: elk van deze drie moet individueel worden onderzocht, en zo moet men tot inzichten komen: verschillende bronnen uit verschillende tijden, archeologisch en historisch onderzoek om inzicht te krijgen in het stadsplattegrond. Er zijn verschillende schaalniveaus: wijk, dorp, stad, straat, etc. Gegevens uit andere disciplines (o.a. archeologie, bouwgeschiedenis) moeten geïntegreerd worden.

Lees meer...

Demografie

Evolutie in de omvang en concentratie van de stadsbevolking als weerspiegeling van de verstedelijking.
o Voor de middeleeuwen is er echter een gebrek aan statistisch materiaal.
- Men gebruikt daarom haardtellingen: afhankelijk van het aantal haarden moet een stad een bepaald bedrag belastingen aan de heer betalen. Maar: 1 haard is niet gelijk aan 1 persoon, soms meerder gezinnen/mensen per haard, er zijn dus verschillende interpretaties. Niet iedereen betaalde ook belastingen, dus kunnen we de representativiteit van de haardtellingen in vraag stellen.
- Een andere bron zijn de cohierlijsten (die ook om fiscale redenen werden opgesteld) waarbij commissarissen straat per straat inventariseren om belastingen te innen
o De stadsbevolking bestond uit meerdere maatschappelijke lagen:
- Er waren de poorters, officiële leden van de stad, de stedelingen bij uitstek. Je was poorter door geboorte of betaling. Buitenpoorters woonden op het platteland maar hadden het poorterschap gekocht. Zij moesten dan ook een bepaalde tijd in de stad wonen. Moeten we hen dan ook als stedelingen beschouwen?
- Dan had men de ingezetenen: de inwoners van de stad die geen poorter waren. Hierover zijn ook geen bronnen.
- Verder waren er kloostergemeenschappen: daar waren er redelijk veel van in een stad.
- Voorts had men edellieden en hun gevolg: vaak waren zijn maar enkele dagen per jaar in de stad (passanten), zij kregen overal onderdak. Moeten we hen dan als stedelingen beschouwen?
- Hetzelfde geldt voor de handelaars.
- En dan rest ons ook nog de vraag of vrouwen, armen en kinderen tot de stadsbevolking werden gerekend? En met hoeveel waren zij? Er zijn weinig bronnen over, dus het is moeilijk hier demografische gevolgtrekkingen te maken.
Op Europese schaal (Jan De Vries) zien we de Blue Banana: de benaming voor de meest verstedelijkte regio van Europa: Noord-Italië, de Nederlanden en Zuid-West-Engeland in de 15de-18de
eeuw. In de middeleeuwen is het vooral de Zuidelijke Nederlanden, met Gent, Mechelen, Doornik, Luik, Brussel, etc.) die het meest verstedelijkt zijn. De Noordelijke Nederlanden hadden enkel Utrecht. Later zal echter de Noordelijke Nederlanden meer verstedelijkt zijn.

Lees meer...

Stadsontwikkeling

Het begrip “stadsontwikkeling” biedt een grote waaier aan overlappende begrippen: urbanisatie,
stedenbouw, verstedelijking, stadswording, stadsgroei, stadsontwikkeling. In de definitie van Lesger worden proces, vooruitgang, groei en expansie benadrukt. Maar: dat is niet het enige. Ook inertie, verstarring moet men als historicus voor ogen houden, evenals inkrimping, afbraak (sommige steden worden integraal afgebroken), verplaatsing van steden (bv. Dorestad). Ontwikkeling en verandering zijn deel van diachroon onderzoek. Dit staat tegenover synchroon onderzoek: stedelijke fenomenen, ruimtelijke analyse. Meestal ligt de nadruk op groei en expansie (cfr. de begrippen stadsontwikkeling, stadsgroei, stadswording). Intertie, inkrimping, afbraak en relocatie zijn echter ook essentiële factoren in het proces van stadsontwikkeling.

Lees meer...

Stad

Het begrip “stad” is zeer moeilijk te omschrijven: er bestonden heel wat contemporaine termen voor in de middeleeuwen zelf:
- Civitas (> civis): bisschopsstad (met antieke antecedenten)
- Castrum – castellum – oppidum: versterking
- Burgus: Latijns synoniem voor “stad” (heeft geleid tot het Franse bourgeoisie)
- Stadt: afgeleid van stede (“plaats”)
- Portus, poort (> poorter): rivierhaven of handelsplaats
- Communio, consilium (Spanje): idee van conjuratio: gemeenschap van mensen
Ook hedendaagse definities zijn zeer uiteenlopend: definitie van Muytven, van Reynolds, van Irsigler en van Renes. Er zijn echter een aantal parameters die steeds terugkeren:
- Onderscheid met het platteland
- Specifieke activiteiten
- Centrale functies
- Bebouwingsconcentratie en –omvang
- Bevolkingsconcentratie en –omvang
- Maatschappelijke gelaagdheid
- Eigen mentaliteit

Lees meer...

Ruimte

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de geografische afbakening van de stad:
o Een stadsomwalling is de meest materiële grens van een stad. Ze nam een deel van de stedelijke ruimte in beslag, zowel in de hoogte als in de breedte. Maar ze variëren ook met de tijd: vaak treden er verschuivingen op omwillen van politieke en/of militaire redenen (bv. de verdediging terugtrekken). Vaak zijn er ook meerdere omwallingen voor een stad (vaak om militaire redenen). Ook om politieke redenen: Brussel, 1306, na een opstand mochten wevers en vollers niet meer overnachten in de stad. Hierdoor ontstonden buitenwijken: de stadswallen zijn dus niet altijd de grens.
o Het stedelijke rechtsgebied als grens? Binnen een stedelijk territorium geldt een specifiek stadsrecht (“de Kuip”, “de Vrijheid”, etc.). Bv.: Brussel: de witte vlek is Brussel, met rechtsgebieden er rond. Dit is dus veel uitgebreider dan de stad binnen de wallen zelf.
o De concentratie van de bebouwing: de centra van de steden worden gekenmerkt door een zeer dichte concentratie van bebouwing. Bv.: Antwerpen was in de 16de eeuw al volgebouwd, terwijl er in Lier nog witte en groene ruimten waren, het was nog niet volgebouwd.
Stadslandschappen en stedensystemen: verschillende steden op zich.
o Het Zeshoeksmodel van Christaller: een hiërarchisch gestructureerd stedensysteem. Steden hebben een bepaalde positie tegenover elkaar, er bestaat een hiërarchisch verband. Een netwerk van grotere en kleinere steden in een bepaalde positie tegenover elkaar.
o Een netwerksysteem focust niet op de hiërarchie maar op de netwerken en connecties, bv. wegen, waterlopen, goederen van stad naar hinterland. Dit zijn belangrijke interstedelijke connecties.
o Stadslandschappen zijn groepen van steden die een gelijkaardige ontstaansgeschiedenis hebben.
o Handelsnetwerk van steden bepaalt de urbanisatiegraad. Bv.: Brugge: goederen naar de stad vanuit de Brugse Vrije. Handel met de Oost-Baltische staten.
o Steeds grotere belangstelling voor de studie van de landschapsgeschiedenis.

Lees meer...

Tijd

Tijd is een noodzakelijke afbakening voor een onderzoek naar stadsontwikkeling.
o Beginpunt: Er zijn verscheidene mogelijkheden tot een beginpunt van urbanisatie. Enerzijds is er het continuïteitsvraagstuk: is er een doorleving vanuit de antieke oudheid (continu proces van stadsontwikkeling)? In Noord- en West-Europa is dit moeilijk vast te stellen. In Mediterrane steden baseert men zich op archeologische vondsten. Bv.: Bergen-op-Zoom: de continuïteit tussen de antieke nederzetting en de middeleeuwse stad is moeilijk te bepalen. Anderzijds zien we het ontstaan van nieuwe steden. Dit gebeurt in verschillende fasen. In het gebied tussen de Loire en de Rijn zien we een veel snellere verstedelijking. Bv.: een gebied in Nederland kent 9 fasen van verstedelijking. In België is soortgelijk onderzoek nog niet gevoerd.
o Eindpunt: Wat is dan het eindpunt van urbanisatie? Dat is duidelijker te bepalen. De stadsomwallingen werden afgebroken in opdracht van Napoleon. Tijdens de Industriële Revolutie (19de eeuw) veranderden de steden helemaal van uitzicht: er verschijnen fabrieken en industrieën en dergelijke meer, waardoor de organisatie van de stadsstructuur verandert. Hausmannisatie: een trend die uit Parijs overvloog: creatie van grote boulevards en de sanering van de arme wijken. In 1860 werden octrooien afgeschaft. Hiermee valt de laatste grens tussen stad en platteland weg. Bv.: het saneren van oude wijken in Brussel om er centrale boulevards in te richten.

Lees meer...

Levensverwachting doorheen de eeuwen

Waarom zien we een daling van de sterfte? Door de gezondheidszorg, de stijging van de levensstandaard (door economische groei, stijgende welvaart, en daaruit volgend verschillende voedingssoorten) en een betere hygiëne.
o Rol van de gezondheidszorg: TBC was in de 19de eeuw de belangrijkste doodsoorzaak. De epidemie was echter al aan het dalen voor de medische kennis aan het verbeteren was. Aan het einde van de 19de eeuw heeft men de meeste ziektes, bacteriën, parasieten, etc. kunnen identificeren en weet men welke verantwoordelijk zijn voor bepaalde ziekten: Pasteuriaanse of Bacteriologische Revolutie. Men kan sinds eind 19de eeuw de ziekteverwekkers detecteren, bv. malariaparasiet voor malaria, de cholera-bacil voor cholera. Tijdens het interbellum had men daarvoor geneesmiddelen, een verspreiding hiervan komt er pas algemeen na WOII. Maar: het sterftecijfer was toen al gedaald, dus een beperkte rol voor de geneeskunde hierin
o Rol van de voeding: invloed van de voedingstoestand van de mens op infectieziekten. Er zijn weinig sociale verschillen (zowel arm als rijk) tijdens het Ancien Regime. In de 19de eeuw is er een grotere invloed van de sociale verschillen (proletariaat). Voeding werd wel belangrijk. De levensduur van de adel ligt dan ook hoger in de 19de eeuw. De voedingstoestand verbetert. Eind 18de eeuw daalt het sterftecijfer.
In bovenstaande grafiek zien we een tegenovergestelde evolutie: de levensstandaard zijgt wanneer de reële lonen dalen: vanaf 1750 dalen de reële lonen, maar de levensverwachting stijgt wel, in tegenstelling tot vroeger.
o Verbetering van de hygiëne: de huidige consensus in het debat rond de oorzaken van sterfte legt het grootste aandeel van de daling van het sterftecijfer bij een verbetering van de hygiëne. Eind 18de eeuw beseften de mensen dat hygiëne belangrijk is: er wordt geïnvesteerd in riolering, drinkwaterleidingen, etc. door de centrale overheden = SANITAIRE BEWEGING (19de eeuw).
De demografische transitie is de overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers. Dit gebeurde in twee fasen: eerst ziet men en daling van het sterftecijfer op het einde van de 18de eeuw, daarna ziet men een daling van het geboortecijfer in het midden van tot het einde van de 19de eeuw. Daartussen is er een enorme stijging van het bevolkingscijfer, want de sterftedaling is veel sterker dan de daling van het geboortecijfer..
European Fertility Project (jaren ’60, ’70): men probeerde een link te leggen tussen vruchtbaarheid en industrialisatie. Twee opmerkelijke resultaten:
o In Frankrijk lag de Ig-index dicht bij 1: natuurlijke vruchtbaarheid door de afwezigheid van anticonceptie. Vanaf 1780 (en dus een eeuw vroeger) treedt een daling van de vruchtbaarheid omwille van politieke redenen, namelijk de Franse Revolutie. Het democratisch proces verminderde de druk van de kerk: secularisering! In Frankrijk is er dus een link tussen de Franse Revolutie en demografie.
o In België is er een hogere vruchtbaarheid in Vlaanderen dan in Wallonië: daar was waarschijnlijk meer anticonceptie. Er is hier sprake van een verband tussen vruchtbaarheid en industrialisatie: door de economische achtergrond en de secularisering. De Franse Revolutie had een grotere invloed op Wallonië, in Vlaanderen was men nog veel katholieker.
Vruchtbaarheidsdaling: geen nieuwe anticonceptiemiddelen en geen verband met de huwelijksleeftijd.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen