- vaak onderkoning genoemd in andere streken
- afwezige vorst (einde 15e eeuw): regentschapsraad of interimaire landvoogdij, bv. Margaretha van Oostenrijk tijdens minderjarigheid van Karel V
- vanaf 1522: permanente landvoogdij
- bij voorkeur prins(es) van den bloede
- bv. Maria van Hongarije, zus van Karel V
- bv. Aartshertogin Isabella, dochter van Filips II
- 2e helft 17e eew: een twaalftal niet-koninklijke landvoogden
- ex offico kapitein-generaal (alleen bij mannen)
- paleis op de Koudenberg (Brussel), waar ook Raad van Financiën zat
- recht op een hofhouding
- in theorie volwaardig plaatsvervanger van de vorst
- beperkingen
- bijzondere en geheime instructies
- geheime brieven speciale gezanten
- zaken voorbehouden aan de vorst, bv. addelijke titels geven = het clientele systeem (begunstigten blijven je loyaal, daarom houdt de vorst deze macht zelf)
- was vaak afhankelijk van de collaterale raden
- soms geen of weinig kennis van het land of de taal
- vertrouwelingen van de vorst in Brussel
- verre afstand naar Spanje: snelle beslissingen moeten zelfgemaakt worden
- betere en snellere informatie
- rol van persoonlijkheid
- persoonlijke secretaris voor geheime administratie, secretaris van State voor geheime administratie
secretaris van State en Oorlog
- Castiliaanse vertrouwensman van de vorst, want Spanje betaalt
- Cosimo Masi, persoonlijke secretaris met veel invloed, laatste persoonlijke secretaris, werd verangen door Secretaris van Staat van Oorlog
- dubbele taak
- advies aan de landvoogd
- geheime controle- en informatieoverdracht
- departement voor burgerlijke zaken
- departement voor militaire zaken
- “le ministere espagnol”
- geen duidelijke taakomschrijving
- heel veel in codeschrift tijdens Spaanse bezetting
- mesodas = uitbetaling van de soldaten, geholpen door drie kleinere instellingen:
- contaduria: boekhouden
- pagadoria: uitbetalen van de lonen
- veedoria: controle