Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Hfst 26: De internationale opstand tegen het sovject communisme

In de jaren ’80 keek de wereld verbaasd toe hoe het Sovjetcommunisme eerst structureel veranderde en uiteindelijk volledig van het politieke toneel verdween. Na 74 jaar kwam er in 1991 een definitief einde aan de SU. Tot ieders verrassing verliep die overgang zonder noemenswaardig geweld: de regimes implodeerden gewoon. Toch is het etiket ‘revolutie’ op zijn plaats, want repressieve regimes ruimden plaats voor vrije verkiezingen, de burgerdemocratie en een retoriek van mensenrechten. In die zin echode deze revolutie de principes van de Franse en de Amerikaanse Revolutie of de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948.

De ommekeer werkte sterk door in de internationale politiek, waar de Koude Oorlog en de bipolariteit nu tot het verleden behoorden. De herstart bracht nieuwe uitdagingen en frustraties, maar vooral de hoop op een meer vreedzame internationale orde.

Lees meer...

China na Mao

- Na dood Mao: competitie over leiderschap

 De machtigste figuur = leider van de gematigden = Deng Xiaoping

Hervormingen van Deng: liberalisering

- Focus op economische groei en modernisatie

- Installeren van een nieuw systeem: een ‘Huwelijk’  een plan- en markteconomie

 gaat enkele kapitalistische praktijken aanmoedigen: investeringen, privéondernemingen

Zonder het socialisme af te schaffen

- Gaat het land openen voor Buitenlandse investeringen

 her verwelkomen van Westerse kennis, technologie, …

 Door hervormingen: transformeren van China

 grootste successen worden geboekt op het platteland  markteconomie: meer producten verkopen

- Deng’s hervormingsprogramma  onvolmaaktheden

 de snelle economische groei  inflatie

 Men had de problemen van de snelle groei kunnen overwinnen

- Deng’s tijdperk wordt echte onderbroken door het weigeren van politiek hervormingen

 men weigert om te democratiseren  overtuigd dat men er niet klaar voor was

 Zou enkel zorgen voor chaos en verwarring

De democratiseringsbeweging

- Opvolger Deng = Hu Yaobang

 aanmoedigen van politieke vrijheid  steun van de studenten

 gaat demonstraties niet onderdrukken  de partij gaat hem vervangen

 na zijn dood  serie van studenten demonstraties op Tiananmen plein

 Demonstranten eisen democratie

- Repressie van Deng’s regime

 zien als tegenaanval tegen een Westers geïnspireerde samenzwering

- Democratiseringsbeweging: in vraagstellen van de macht van de partij

 laat zien hoe diep liberale waarde al zijn geïntegreerd  grote kracht voor politieke verandering

 Na Deng: een nieuwe generatie

- Opvolger Deng = Jiang Zemin

 opzoek naar verzoening met het Westen + grotere integratie in de wereldeconomie

 constant opzoek naar manieren om de Chinese te ontwikkelen

 steeds grotere invloed van China op de internationale handel

 lid van de wereldhandelsorganisatie

- Opvolging door Hu Jintao  voortzetten van het economisch beleid van Jiang

 enorme demografische groei

 centrale positie voor China in de internationale economie en politieke orde

toch nog zwarte kanten: schenden van de mensenrechten, falen voor een meer democratisch systeem,

Lees meer...

De Koude oorlog hernieuwd

- VS: Nixon  Ford  Carter

 Buitenlands beleid moet samengaan met moreel idealisme  mensenrechten

- Tussen SU en VS: nieuwe onderhandelingen over wapenverdrag

 een 2de strategisch wapenverdrag  SALT II

- Voor ratificatie: inval SU in Afghanistan

 ondersteunen van een pro-Sovjet regime  1e zo gelijke interventie buiten O-Euro

 VS: zien als een nieuwe fase van expansie van SU  dreiging voor geheel Midden-Oosten

 VS: serieuze bedreiging voor wereldvrede  Europa: regionale kwestie

 Afghanistan = Vietnam voor SU  niet in staat de Moslim guerrilla’s neer te slaan

- VS: gijzeling in Iran

 Zware klap voor het prestige van VS

Reagan tijdperk: van hernieuwing koude oorlog naar nieuwe detente

- Confronteren van het communisme overal!

 grote kosten naar een leger voor vrede

 steunen van repressieve autoritaire regimes  moeten anticommunistisch zijn

- VS: leiderschap in wereldzaken  SU erbuiten houden

Nucleaire wapenbeheersing

- Na 1945: geen nucleaire wapens gebruikt

hingen wel boven iedere crisis

- Eerder: enkele wapenverdragen beheersing de wedloop (limiet)

- Uitbouw van strategische lange-afstands raketten  van overal worden afgevuurd

 grote vernietigingskracht: vanaf men afvuurt  grote ravage

- Ontdekking: slecht voor atmosfeer

 verdrag over testen van nucleaire wapens  enkel ondergronds testen

 Zo lang men vredevol het gebruik van nucleaire wapens aanmoedigt  een snelle toename

- Meerdere naties gaan nucleaire kracht nastreven

 alternatieve energiebron  vnl. industriële grootmachten

- MAD

- Zowel SU als VS gaat een grote stock aan wapens hebben

zoveel dat men de tegenstander meer dan 1x zou kunnen wegvegen = overkill

Lees meer...

Ineenstorten en herstel van de wereldeconomie

- Oliecrisis  de globale economie zeer kwetsbaar

 olie tekort + sterke prijselasticiteit

Economische recessie: Stagnatie en inflatie

- Oliecrisis  zeer sterke recessie

- Groot gevolg voor kapitalistische landen = groot werkloosheid

 Zo ook Structurele werkloosheid: vele arbeiders keren niet terug naar hun oude job of gebruiken hun capaciteiten.

- Stagflatie: combinatie van Stagnatie en Inflatie

- Amerikaanse economie is in problemen  Westerse landen kijken naar DL

- DL: inflatie krijgt men onder controle grote druk op regering door werkloosheid

 Vertrouwen in het Keynesiaanse systeem is weg

Economische en politiek veranderingen in W-Euro

- GB: Margaret Tatcher  succesvol beleid

 grootste economische groei van alle Europese landen  Londen: financiële wereldstad

 Tatcher valt door het nemen van een aantal fiscale maatregelen

- FR: François Mitterand  Socialisme leunt aan bij Liberalisme

 “Changer La Vie”

 sociale hervormingen  blijft trouw aan het Keynesiaanse systeem

 Cohabitatie = President en premier niet afkomstig van dezelfde partij

- W-Euro socialisten: beleid wint aan steun

moderatie en pragmatisme overschaduwen oudere ideologieën

- W-DL: kanselier = Kohl

Economische groei

Maar nog geen vooruitzicht naar hereniging  één natie en 2 staten

De Amerikaanse economie

- Een sneller herstel van die crisis dan Europa

- Crisis  versterken van de dollar

 de waarde van de dollar gaat gestaag stijgen  export krijgt grote competitie van Japan en Europa

 Moeilijk voor de VS om zijn producten te verkopen op de wereldmarkt

- Een relatief trage groei

 nog steeds grootste economie ter wereld

De Financiële wereld

- Financiële markten: gedecentraliseerd maar meer verbonden dan ooit

 mondialisering

- Samenwerking tussen de grootste industriële markten

 jaarlijkse bijeenkomst om te overleggen over de economie

De uitgebreide Europese gemeenschap: problemen en opportuniteiten

- Na De Gaulle van het politieke toneel  Europese gemeenschap van 6 landen

 gaat uitbreiden over de jaren heen tot 27 landen en tot de EU (= Europese Unie)

- Uitbreiding  nieuwe problemen

 de vrijhandelszone is lang niet compleet

 enthousiasme wordt gedimd  gemeenschap eerder intergouvernementeel dan supranationaal

 In periodes van economische vertraging en monetaire instabiliteit  nationale maatregelen

 Vergaderen als een raad  Europees Parlement

Op weg naar een “Single” Europa: de EU

- Nieuwe fase van industrialisme: de Post-Industriële fase

 globale economie erodeert de economische en politieke autonomie van de natiestaten

- Teken van de “Single European Act”  EU

op weg naar grotere integratie

Lees meer...

Confrontatie en Détente, 1955-1975

- Na de Korea oorlog: periode van stabilisatie

 SU: Chroestjov aan de macht  ziet noodzaak in van vredevolle co-existentie

 VS: ziet een geest van samenwerking

 Kwestie Berlijn  samenwerking vervaagt

- Nucleaire wapenwedloop

 willen niet voor elkaar onderdoen  wedrace

- FR: De Gaulle: onafhankelijkheid van VS

 stapt uit de NAVO

Het Kennedy tijdperk, 1961-1963

- De grootste confrontaties tussen VS en SU

- Kennedy: veronderstelde een ‘Missele Gap’

- Cuba: Castro openlijk in linken met Communisme

 Communistisch gebied in de achtertuin van VS?  blokkade op import van Cuba

 Castro dichter bij SU  een gewapende invasie van VS: de varkensbaai ( grote mislukking)

- Berlijn: Chroestjov stellen van ultimatum aan Westen om Berlijn te verlaten

 Kennedy: blijft in Berlijn  steun van de Atlantische Alliantie

 Om Oost-Berlijnse vluchtelingen tegen te houden  Berlijnse Muur

Cubacrisis van 1962

 gevaarlijkste confrontatie

- SU: gaat Cuba militair steunen tegen een nieuwe Amerikaanse invasie

 Een Amerikaanse blokkade tegen schepen van SU

 Grote spanning tussen beide  nucleaire oorlog?

- Privé gesprek tussen Kennedy en Chroestjov zorgt voor ontspanning

 SU haalt raketten in Cuba weg  VS haalt raketten in Turkije weg

De VS en de Vietnam oorlog

- Onafhankelijkheidsstrijd tegen FR olv Ho Chi Minh

- Verdeling van Vietnam: Communisten  anti-communisten

 conferentie van Genève

1955: Zuid-Vietnam verklaart onafhankelijkheid  een onafhankelijke republiek = Diem regime

 Zuid-Vietnam weigert dus deel te nemen aan de vooropgestelde verkiezingen

 Ontstaan van een Guerrillabeweging = Vietcong

- VS: wil Vietnam niet in handen laten komen van Communisme  Domino-effect

 groeiende Publieke opinie tegen Vietnamoorlog

- Johnson: Vietnamisatie  Defensie komt in handen te liggen van Zuid Vietnam zelf

 hulp van VS beperkt tot training

- Kissinger: luchtoffensief op Cambodja  stoppen bevoorrading van Noord Vietnam

 Demonstratie in VS

Staak-het-vuren met Noord Vietnam  terugkeer van Amerikaanse troepen

 Indochina in communistische handen

- grote oorlogskost  vnl. mensenlevens

Brezjnev: De Praagse lente

- Brezjnev = opvolger Chroestjov

 politiek en economisch voordeel in ontspanning

 De openlijke competitie met communistisch China  ontspanning heel belangrijk

- O- Euro: TS  hervormingen door Dubeck

 strenge repressie door Brezjnev = de Praagse Lente

- Brezjnev doctrine = SU heeft het recht om te interveniëren in elk communist land om het Socialisme te beschermen tegen interne en externe krachten om zo de restauratie van een kapitalistische regime tegen te gaan.

Brezjnev en Nixon

- Nixon: grote flexibiliteit in het Amerikaanse beleid

 naar voor schuiven van een beleid van Détente in de Koude Oorlog

 Ziet groot belang in de erkenning van de Volksrepubliek China

 Nixon-Kissinger : openheid tov Volksrepubliek China  druk op SU voor détente

- Onderhandeling over het reduceren van bewapening  SALT I

Geen terugdringen van bewapening maar wel opstellen van limiet

- OVSE: Helsinki-akkorden

 pleiten voor vrede, economische en culturele samenwerking, bescherming van mensenrechten

Lees meer...

De Ontwikkelingswereld

- Het koloniale tijdperk

  • § Verspreiding van Westerse wetenschap, techniek, cultuur
  • § Niet overal aanvaard met westerse invloed

 op zoek naar een compromis: modernisering – traditionele waarden

  • § Grote sociaaleconomische problemen
  • § 1980’s: geleidelijke verbetering

 meer democratieën…

De ontwikkelingservaring

- Westerse landen steunen “derdewereldlanden” financieel

  • § Geloof in modernisering, economische groei en sociale vooruitgang

 door financiële steun

  • § Sommige landen willen echter snellere verbetering

 neigen naar communistische hervormingen

- 1960’s: ontwikkelingslanden worden geïndustrialiseerd

  • § Groene revolutie (landbouwtechnieken, chemische middelen, mest)
  • § Ontwikkelingslanden veroveren echter geen goede plaats op de wereldmarkt
  • § Kloof arm en rijk Ý
  • § 1960’s: internationale economie wordt hervormd

 grotere toegang voor ontwikkelingslanden tot de wereldmarkt

 meer financiële steun

  • § Dit zorgt voor meer internationale controle
  • § 1974: oliecrisis

 wereldmarkt heeft het moeilijk

 economische recessie (steun Þ)

 schulden worden steeds groter in de jaren 1980’s

 olieproducerende landen rekenden op blijvende stijging prijzen maar prijzen stagneren

- Impact van de “ontwikkelingen”

  • § Lonen waren amper gestegen
  • § Veel geld in de industrie gepompt
  • § Hierdoor werd de landbouw onderontwikkeld

 was niet in staat de groeiende bevolking te voeden

 voeding werd geëxporteerd terwijl het ter plaatse nodig was

  • § Veel corruptie in regeringen
  • § Plattelandsvlucht Ý

Veranderde wereld en aanhoudende problemen

- Meer dan één miljard armen

- Economische groei Þ vanaf de jaren 1980’s

  • § Samen met bevolkingsgroei zorgt dit voor Ý armoede

- Vele miljoenen lijden aan ziekte en ondervoeding

- Sommige landen laten in de jaren 1980’s en 1990’s de status van derdewereldland achter zich

  • § °Nieuw Geïndustrialiseerde Landen (NIC)
  • § Indonesië, India, Thailand, Argentinië, Brazilië, Chili, Mexico
  • § Olierijke landen in het Midden-Oosten neigen hier ook naartoe

- Ontwikkeling dankzij rol van de plaatselijke overheden

  • § Economische ontwikkeling
  • § Scholen, transport, infrastructuur

- Onderontwikkeling dankzij rol van de plaatselijke overheden

  • § Storende staatscontrole
  • § Onvoorzichtig fiscaal beleid
  • § Groei en vooruitgang worden verstikt

- Slechte verdeling van armoede

- Beter spreken van 2 werelden: armen – rijken

Geherwaardeerde ontwikkeling

- Maatschappelijke discussies over hoe men ontwikkelingslanden helpt

  • § Wereldbank en IMF

 hadden vele projecten gefinancierd die onnodig of nutteloos bleken ivm levensomstandigheden

  • § Plan tot groei en ontwikkeling moet plan voor armoedereductie worden

 onderwijs, gezondheid, voeding, …

 in plaats van enkel economische projecten

 het IMF had tijdens muntcrisissen maatregelen genomen die tegen de sociale noden ingingen

- Antiglobalisme

 globaal economisch systeem als oorzaken voor de problemen in ontwikkelingslanden

- Armoede Ý, arbeiders uitgebuit

- Globale economie als een hefboom voor de lokale economie te versterken

  • § En zo de levensstandaard te verhogen

- ° Digitale kloof

  • § Informatica, technologie en internet niet overal toegankelijk
  • § Sociale kloof Ý nog meer
Lees meer...

Revolutie en oorlog in de Perzische Golf

De revolutie in Iran

- Vele traditionalisten waren anti-Westers in heel het Midden-Oosten

  • § Tegen secularisatie

- Iran was Sjiitisch

  • § Bijna de gehele andere moslimwereld was Soennitisch

- 1921: Reza Khan had de macht overgenomen in Iran

  • § Daarvoor was het Brits en Russisch
  • § 1925: noemt zichzelf “Shah

 hoogste heerser

  • § Voert een programma van modernisatie in
  • § 1941: de Shah nijgt zich aan te sluiten bij de Asmogendheden (WOII)

 GB en SU dwingen Reza Khan te abdiceren

 zijn zoon Mohammed Reza volgt hem op

  • § Meer pro-westers
  • § Erg corrupt
  • § Oliehandel bloeit
  • § Steun van VSA (economisch en militair)
  • § Herverdeling van land (grootgrondbezit Þ)
  • § Modernisering van de industrie
  • § Secularisatie

- De Shah wordt meer autoritair, verdrukt oppositie

  • § VSA negeert dit

- 1978: religieus geïnspireerde rellen

  • § De shah moet vluchten
  • § Ayatollah (hoogste macht in Sjiitisch geloof) Khomeini komt aan de macht

- Khemeini is anti-Westers

  • § Roept de ‘Islamitische Republiek’ uit
  • § Islamitische levenswijze moet worden heringevoerd (vrouwen boerka, mannen baarden)
  • § Islam > grondwet
  • § Westerse cultuur wordt verbannen
  • § Religieuze rechtspraak en vervolgingen

 vele slachtoffers

  • § Staatscontrole over de economie

 nationalisatie van bepaalde sectoren

 oliewinsten Þ (door de grote chaos)

- 1979: Iraanse revolutionairen gijzelen 50 Amerikanen van de ambassade in Teheran

  • § Ze eisen de terugkeer van de shah (Reza) en zijn rijkdom
  • § Reddingsmissie van de VSA faalt
  • § Presidentsregime van Carter verzwakt hierdoor @ VSA

Oorlog tussen Iran en Irak

- Ideologische verschillen

  • § Iran wil de Sjiitische theocratie uitbreiden over heel de Arabische wereld

- Irak

  • § Olv dictator Saddam Hoessein (Arabische Baath partij)
  • § Militair regime
  • § Rijk aan olie
  • § Baath was Soennitisch
  • § Meerderheid van de bevolking was echter Sjiitisch

 en er was ook een minderheid Koerden (etnische groep)

  • § Beiden worden onderdrukt en gedomineerd door de Soennitische Baath partij

- Grensconflicten Irak en Iran

  • § Ivm een waterweg die cruciaal was voor Irak om de Perzische Golf te bereiken
  • § Iran had het gebied onder controle gekregen
  • § 1980: tijdens de revolutie in Iran bombardeert Irak Iraanse olievelden

 Irak valt Iran binnen en bezet de waterweg (en omstreken)

  • § 1982: Iran voert een tegenaanval uit

 trekt tot diep in Irak

 probeert het regime van Hoessein omver te werpen

  • § De oorlog wordt internationaal

 de Perzische golf wordt onveilig

 Iran en Irak vallen (neutrale) schepen aan om wapenleveringen te voorkomen

 olietoevoer wordt moeilijker en dreigt geblokkeerd te raken

  • § VSA komt tussen beiden (gesteund door GB en FR)

 westerse schepen verzekeren het olietransport

- Tegen 1987 had Iran het tegenoffensief verloren

- 1988: Wapenstilstand

  • § De 8 jaar durende oorlog had 10.000’en levens gekost
  • § Iranese economie was kapot
  • § Onderlinge relaties in het Midden-Oosten waren verzuurd

- 1989: Ayatollah Khomeini  (leider Iraanse Revolutie, Sjiitisch)

  • § Gematigde elementen in de Iranese regering willen economische constructie en herstel buitenlandse relaties

- 1992: Rafsanjani wordt president

  • § Gematigd economisch en politiek beleid
  • § Meest radicale hervormingen van de revolutie werden teruggedraaid
  • § Nieuwe Ayatollah (spiritueel Sjiitisch leider) Ali Khameini
  • § ° dualistische machtsstructuur (Ayatollah – President)

- 1990’s: tegenstellingen in Iran (door dualistische machtsstructuur)

- 1997: Mohammed Khatami wordt president

  • § Hervormingsgezind (progressief)
  • § Politieke en economische hervormingen
  • § Vrijheid Ý
  • § Wil islam en democratie samenbrengen

 maar het religieus kader van de revolutionaire periode blijft bestaan

  • § Religieuze autoriteiten hebben controle over leger, politie en gerecht
  • § MAAR er ontstaat een meer liberale geest

 bij de “nieuwe generatie” clerici

  • § Gedragscodes en klederdracht worden gematigd
  • § Onderwijs Ý
  • § Westelijke cultuur wordt meer toegelaten

- Iran toonde zich een voorbeeld voorn het inperken van het Moslimextremisme

Irak en de Perzische Golfoorlog (1990 – 1991)

- Economische problemen in Irak door de oorlog met Iran

  • § Hoessein zoekt oplossingen
  • § Probeert andere oliestaten te overhalen de olieprijzen te verhogen

 lukt niet

- 1990: Irak valt Koeweit binnen (= emiraat, rijk van een sjeik, onafhankelijk)

  • § Irak annexeert Koeweit

- Het Westen heeft schrik dat Hoessein ook Saoedi-Arabië zou aanvallen en zo zelfs de gehele Perzische golf en de olieproductie zou beheren

  • § VSA komt tussen
  • § Gesteund door de VN Veiligheidsraad en enkele Arabische landen
  • § 1991: Operatie “Desert Storm”

 VS lanceert een luchtaanval + grondoffensief

  • § Irak wordt verdreven
  • § Maar geen plannen om Hoessein te verstoten van de macht
  • § Wapenstilstand

- Hoessein weigert controle op massavernietigingswapens in Irak

  • § Onrust Ý

- 2003: VSA lanceert een nieuw offensief in Irak (2e Golfoorlog) (cf. H27)

  • § Na aanwijzingen (vals of niet?) over massavernietigingswapens
  • § Na Irakese steun voor terrorsten
  • § Saddam Hoessein wordt afgezet

Veranderingen in het Midden-Oosten

- Onrust in de Islam

  • § Moslimfundamentalisten en gematigde moslims
  • § Fundamentalisten boeken enkele successen (cf. Taliban in Afghanistan)

 Taliban in Afghanistan

 Moslimbroeders in Egypte

 aanhang in Turkije, Algerije, Soedan, …

Vooral vrouwen(rechten) als twistpunt

 fundamentalisten willen vrouwen bannen uit het openbare leven

  • § De nieuwe generatie ijvert voor meer flexibele interpretatie van de islam

 islam als cultureel kader

 geen islamitische staat

 beïnvloed door westen en globalisatie

Lees meer...

Opkomst van Israël

Palestina

- Zionisme vanaf eind 19e eeuw

  • § Reactie op Europees anti-semitisme
  • § Doel: joods thuisland vestigen in Palestina

- Na WOII vluchten vele joden naar Palestina

  • § Arabisch protest hiertegen
  • § GB controleert de migratie en weigeren vele joden
  • § Joodse leiders zoeken steun bij VN

- 1947: VSA én SU stemmen voor een verdeling van Palestina (op vraag van zionisten)

- 1947: Palestina verdeeld in 2 delen

  • § Joods deel
  • § Arabisch deel
  • § Jeruzalem wordt onder internationale controle geplaatst
  • § Tegen de zin van Arabische buurlanden

- 14 mei 1948: zionistische leiders verklaren Israël tot de “Republiek Israël”

  • § Syrië, Libanon, Egypte, Jordanië en Irak (de 5 Arabische buurlanden) erkennen dit niet
  • § Vallen Israël binnen
  • § Israël (de Israëli, inwoners van de republiek Israël) doet een tegenaanval: 600.000 Palestijnse Arabieren moeten vluchten

- 1949: wapenstilstand

  • § Jordanië had de Westelijke Jordaan-oever en een deel van Jeruzalem veroverd
  • § Egypte had de Gaza-strook veroverd
  • § Maar vooral Israël had opmerkelijke gebiedswinst geboekt
  • § De Palestijnse Arabische vluchtelingen worden in vluchtelingenkampen gestoken

- Jeruzalem wordt verdeeld onder Jordanië en Israël

  • § Jordanië: oosten
  • § Israël: westen
  • § Dus: internationale controle op Jeruzalem vervangen door deze tweedeling

De nieuwe staat Israel

- Israëli voelen Israël aan als een joods “thuisland”

  • § Moest een toevluchtsoord voor alle joden worden
  • § Rabbijnen hadden een enorme invloed
  • § Toch godsdienstvrijheid

- Israël wordt een parlementaire democratie in westerse stijl

  • § Socialistische partij blijft lang aan de macht
  • § Hecht veel belang aan vakbonden, landbouwcoörperaties, onderwijs, gezondheidszorg
  • § Ook staatscontrole op de economie

- Vlotte economische ontwikkeling

  • § Industrialisatie Ý
  • § Buitenlandse steun en investeringen
  • § Levensstandaard ligt hoger dan andere Arabische landen
  • § Moderne militaire industrie

 nucleaire wapens

- 1948 - … : 2 miljoen immigranten in Israël

  • § 1990: problemen ivm werkgelegenheid en huisvesting

De Arabisch-Israëlitische oorlogen

- 1956: Israël vs Egypte

  • § Egypte had het Suezkanaal genationaliseerd
  • § Israëlische schepen worden geblokkeerd
  • § Israël gesteund door FR en GB

- 1967: Zes-Dagen Oorlog (Israël vs Egypte, Syrië en Jordanië)

  • § Egypte had de Golf van Aqaba gesloten voor Israëlische schepen
  • § Ramp voor de Israëlische economie
  • § Israël wint overtuigend
  • § !!! Westelijke Jordaan oever, oosten van Jeruzalem, Syrische Golan-Hoogtes, Gazastrook (van Egypte) en het schiereiland Sinaï gaan naar Israël!

- 1973: Egypte en Syrië vallen Israël aan tijdens Jom Kippoer (belangrijke joodse feestdag)

  • § Israël slaat de aanval vrij snel af
  • § Maar de Arabische Liga legt een olie-embargo op (belemmering van olie-transport)
  • § !!! OPEC verviervoudigt hierop de olieprijzen
  • § Wereldwijde oliecrisis
  • § Ondertussen: VSA bemiddelt en de oorlog wordt beëindigd
  • § Israël trekt zich terug uit de Westelijke Suez oever

- 1982: Israël valt Libanon binnen

  • § Daar heerste anarchie door een burgeroorlog
  • § Israël was slachtoffer geworden van de PLO (Engelse afkorting voor Organisatie Ter Bevrijding Van Palestina)

 ° 1964

 raids georganiseerd vanuit Libanon door PLO

  • § Israël dringt door tot Beiroet en eist de afschaffing van het PLO
  • § Israël trekt zich hierna terug
  • § Behoudt wel een veiligheidszone in Zuid-Libanon

- Het Midden-Oosten en de Koude Oorlog

  • § Het westen steunt Israël
  • § SU steunt de Arabische staten
  • § Eisenhouwerdoctrine belooft Amerikaanse steun aan alle anti-communistische landen in het Midden-Oosten

- De PLO (= Organisatie Ter Bevrijding Van Palestina / Palestine Liberation Organization)

  • § ° 28 mei 1964
  • § Palestijnse Arabieren
  • § Steeds meer militant en terrorisme Ý
  • § 1964: PLO wordt lid van de Arabische Liga

 PLO erkend als spreekbuis (of zelfs “verbannen regering”) van alle Palestijnse Arabieren

  • § Eist terugtrekking van Israël uit de gebieden veroverd na 1967
  • § Eist een onafhankelijke Palestijnse staat In de westelijke Jordaan oever en de Gazastrook

- Israël vs Palestina

  • § 1977: Socialisten verliezen de meerderheid

 door blijvende terroristische bedreiging in Israël

  • § Religieus geïnspireerde nationalistische partij (Likud) komt aan de macht

 olv Menachem Begin als eerste minister

  • § Moedigt de Israëlieten aan zich permanent te vestigen op de Westelijke Jordaan Oever en de Gazastrook
  • § Verwerpt onderhandelingen met PLO
  • § 1980: annexatie van Oost-Jeruzalem

- Conflicten Ý

  • § Over de gebieden die Israël bezette sinds 1967
  • § Over het probleem met de Palestijnse Arabieren (die een onafhankelijke staat eisen)

- 1978: Egyptische president Al-Sadat breekt met het Arabische “front”

  • § Onderhandelt met Israël
  • § 1979: akkoord onder toezicht van de VSA
  • § Israël zou zich terugtrekken uit Sinai behalve uit de Gazastrook
  • § Israël mocht vrij het Suezkanaal gebruiken

- Egypte wordt door de Arabische staten uit de Arabische Liga gezet

  • § Al-Sadat wordt vermoord door Islamextremisten
  • § Opgevolgd door Mubarak

Israël: de bezette gebieden en vredesonderhandelingen

- De Intifada

  • § “afschudden” in het Arabisch
  • § Opstanden in Palestijnse gebieden tegen wat Palestijnen de “Israëlisiche bezetting” noemen
  • § 1987: eerste intifada
  • § Door een Palestijnse nationalistische agitatie (spanningen Ý)
  • § Israëlisch leger VS Palestijnse jongeren (rellen)
  • § PLO gebruikt de onrust om onafhankelijkheid te eisen voor Palestina
  • § Negatief voor de Israëlische economie en democratie

- Vredesonderhandelingen

  • § VSA moedigt vredesonderhandelingen aan
  • § Israël zou de gebieden die het sinds 1967 bezette moeten verlaten
  • § In ruil zouden de Arabische staten Israël erkennen als staat
  • § De Palestijnen zouden een eigen land krijgen
  • § Maar het joodse volk voelt zich onveilig omdat ze omsingeld zijn door islamlanden

 voor sommigen was territoriale expansie hier een antwoord op

  • § Begin’s opvolgers (Likud-partij, nationalistisch cf. supra) ijveren voor definitieve vestiging in de Westelijke Jordaan oever en in de Gazastrook
  • § De meeste Israëli zien echter de noodzaak van een vredevolle samenleving met de Islamieten

- 1992: Socialisten weer aan de macht

  • § Olv Yitzhak Rabin en Shimon Peres
  • § Rabin beëindigt de permanente vestigingen op de Westelijke Jordaan oever
  • § Heropent vredesgesprekken

- 1993: Oslo-akkoorden

  • § Geheime gesprekken tussen Israëli en Palestijnen
  • § Leidt tot akkoord
  • § Rabin en Yasser Arafat tekenen een akkoord in Washington (+ een ontmoeting met Bill Clinton)
  • § !!! Israël erkent de PLO
  • § Israël belooft stappen naar een Palestijns zelfbestuur
  • § !!! PLO erkent Israël als soevereine staat
  • § PLO zou het geweld stopzetten

- Maar, akkoord van korte duur

  • § 1995: Joods fanatiekeling vermoordt Rabin (socialist, dus gematigd jood)
  • § 1996: Peres (socialist, cf. supra) en de socialisten verliezen

 Likud neemt de macht terug over (nationalistisch)

 olv Benjamin Netanyahu

  • § Netanyahu laat de joden zich weer vestigen op de Westelijke Jordaan oever en de Gazastrook
  • § Maar onder druk van de VSA worden in 1998 de Oslo-akkoorden herbevestigd (Netanyahu en Arafat)

 hierdoor verliest Netanyahu veel aanhangers!

  • § Bij de volgende verkiezingen winnen de socialisten terug

 olv Ehud Barak

  • § Onderhandelingen worden hervat
  • § Israëlische troepen trekken weg uit de Westelijke Jordaan oever en uit de Libanese veiligheidszone (sinds 1982 bezet, na inval in Libanon)
  • § De Golan Hoogtes gaan terug naar Syrië

- De Israëli zijn afgeschrikt door de toegevingen van Barak

  • § Verliest de volgende verkiezingen

- 2000: opnieuw onderhandelingen tussen Barak en Arafat

  • § Mislukken
  • § Arafat bleef Oost-Jeruzalem eisen als hoofdstad voor een Palestijnse staat

- Spanningen Ý

  • § De Israëli vinden dat Arafat zijn volk niet in toom houdt

- 2001: Ariel Sharon bezoekt een moslim site (De Tempelberg)

  • § Nationalistisch (anti-Palestijns)
  • § Heel provocerend voor de moslims/Palestijnen

- 2e Intifada breekt uit

- Sharon wordt premier (2001-

  • § Vele Israëli vonden dat Barak te ver gegaan was in zijn toegevingen

- 2004: Arafat 

  • § Mahmoud Abbas volgt hem op

 veel gematigder dan Arafat

  • § Nieuwe mogelijkheid tot onderhandelingen
  • § Akkoord

 Israël begint zich terug te trekken uit de Gazastrook

- Sharon bouwt echter een muur als grens tussen Israël en Palestina

- Sharon steunt de joden op de Westelijke Jordaan oever

- 2006: Hamas-groepering komt aan de macht in Palestina

  • § Vele terroristische aanslagen van Palestijnen vinden plaats

- Zowel in Israël als Palestina willen extremisten niet wijken

  • § De meeste Israëli en Palestijnen willen echter een vredesakkoord

Libië en Syrië

- 1969: kolonel Muhammar Al-Khadaffi grijpt de macht in Libië

  • § Dictator
  • § Pro pan-Arabisme
  • § Pro Arabisch nationalisme
  • § Steunde internationaal terrorisme
  • § 21ste eeuw: zijn standpunten matigen

- Politieke instabiliteit na onafhankelijkheid Syrië

  • § Veel coups
  • § 1963: socialistische Baath (partij) komt aan de macht

 vestigt een éénpartijstaat

  • § 1971: coup van Hafez Al-Assad

 vestigt een dictatuur

  • § Blijft 30 jaar aan de macht (tot 2000)
  • § 1982: opstand van Moslim Broederschap

 bloedig onderdrukt

  • § Al-Assad was erg anti-Israëlitisch (na verlies van de Golan Hoogtes in 1967)
  • § Al-Assad steunt de militante Arabieren in de burgeroorlog in Libanon

 verkrijgt virtuele controle over Libanon (tegen de zin van vele Libanezen)

  • § 2000: zijn zoon volgt hem op en trekt troepen terug uit Libanon
Lees meer...

Het Midden-Oosten

De Islamitische en Arabische wereld

- ° identiteitsgevoel in de moslimwereld

- Verdeelde mentaliteit

  • § Wil modernisering om westerse vooruitgang te bereiken
  • § Keert zich af van de westerse cultuur

 religieuze en culturele tradities vertragen modernisering

 tegen secularisering en vrouwenemancipatie

- Midden-Oosten

  • § Hoofdzakelijk islamitisch
  • § Ook enkele islamitische staten in Centraal-Azië

- Arabische staten

  • § 1945: ° Arabische Liga

 Egypte, Irak, Libanon, Saoedi-Arabië, Syrië, Jordanië en Libië (na onafhankelijkheid in 1951)

- Arabische rivaliteit blijft

  • § Pan-Arabisme van kolonel Nassar (Egypte) (1950’s) en kolonel Khadaffi (Libië) (1980’s) faalt

 Verenigde Arabische Republiek (Egypte & Syrië) valt snel uiteen

  • § Arabische staten zien Israël als een westerse invloed

 leidt tot vele spanningen en conflicten

Lees meer...

De Afrikaanse Revolutie

Uhuru en Négritude

- Uhuru

  • § Swahili voor “vrijheid”

- Négritude

  • § Literaire en ideologische beweging (vanaf 1920’s) door zwarte Franse intellectuelen, schrijvers en politici

Balans

- Eind 20e eeuw

  • § 53 nieuwe staten
  • § Neiging tot democratie was versterkt, maar zeker niet overal
  • § Groot Afrikaans bewustzijn
  • § Oorspronkelijke democratische beloftes moeten wijken voor dictaturen
  • § Vele etnische conflicten en burgeroorlogen

Verspreiding van de democratie

- 1999: 32 landen hebben vrije verkiezingen

- Oorlogen zijn nadelig voor sociaaleconomische ontwikkeling

  • § Armoede, ziektes (aids) en honger

- 1990’s: sociale maatregelen Ý

  • § Volksgezondheid, onderwijs, rechten, economische hervormingen

- ° Organisatie van Afrikaanse Eenheid

  • § Bestraft coups (economische sancties)

Afrikaanse problemen

- Oorzaken

  • § Imperialisme had traditionele Afrikaanse maatschappijen afgebroken
  • § Afrikanen hadden geen ervaring met politiek leiderschap
  • § Koude oorlog leidde tot steun aan dictaturen (beide kanten)

- Oplossingen?

  • § Hoe geweld voorkomen?
  • § Hoe “ontwikkeling” bevorderen?

 economische steun?

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen