Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Het meten van armoede.

Focus bestrijden van (extreme) armoede. Dit richt zich niet langer op het nationale, maar de individuele ontwikkeling. Vanaf 1980 komt er een streven naar geïntegreerde wereldmarkt en naar een lokale armoedebestrijding. Om economische groei te bevorderen moet er een open economisch klimaat heersen. De soevereiniteit van de staat gaat over naar de soevereiniteit van de markt en het individu. Dit brengt grootte verantwoordelijkheid met zich mee.

Sociale beleid is er om mensen te helpen deelnemen aan de markt. De markt wordt niet gezien als de oorzaak van armoede, maar de barrières die de toegang tot die markt beletten (geen onderwijs, oorlog, ziektes).

Armoede wordt berekend via een absoluut inkomenscriterium. Een meer ‘geïntegreerde’ definitie van armoede is met inbegrip van sociale uitsluiting, discriminatie en analfabetisme. Een poging tot klaarheid te brengen is de HDI (Human Development Index), een internationale standaard over gezondheid, opleiding en economische welvaart in wordt verwerkt.

Het strategisch gebruiken concept armoede is niet nieuw, maar wel de manier waarop we ze zien en benaderen. Georg Simmel stelt dat armoedebestrijding altijd een antwoord is op de behoeften van de niet-armen. De armen zelf zijn niet het doel. Armoede wordt daardoor bestudeerd in relatie tot de sociale samenstelling van de bevolking. In alle beschavingen vinden we grote verschillen tussen rijk en arm.

Lees meer...

Armoede op internationale agenda.

Armoede staat hoog op internationale agenda. Het is een centraal concept geworden bij supranationale instellingen.

Jeffrey Sachs schreef in een centrale these dat de armen in ontwikkingslanden in een armoedefuik, in een vicieuze cirkel zitten. Ze hebben te maken met :

Slechte economie

Gezondheidsproblemen

Een slechte infrastructuur

Slecht onderwijs

Moeilijk klimaat

Hij heeft kritiek op verschillende organisaties en zegt dat armoede kan bestreden worden door mensen van de onderste trede omhoog te helpen, dan doet de economie de rest. Belangrijkste kritiek is dat armoede vergeleken wordt met ontbreken van ontwikkeling. Men is arm omdat hen de mogelijkheden zijn ontnomen om in het levensonderhoud te voorzien. Armoede is niet beginstadium waaruit we moeten vertrekken, maar is het eindstadium wanneer de ontwikkeling fout loopt. Armoede is pas weg te werken wanneer we het systeem die de armen berooft van hun inkomsten buiten werking stellen. Armoede is niet los te koppelen van ongelijkheid. Processen van groeiende ongelijkheid noemen we sociale polarisering.

Lees meer...

Hedendaagse globalisering als werkelijkheid en als vertoog.

Vragen die vanuit een historisch perspectief kunnen worden gesteld:

Zijn nationale staten gedoemd om te verdwijnen en nemen internationale en mondiale instellingen de politieke macht over?

Is er een trend van culturele homogenisering?

Doet globalisering de grenzen vervagen?

Brengt globalisering meer amerikanisering ?

Tegenstelling tussen convergentie of divergentie?

Staat globalisering voor een meer eengemaakte wereld, met kleinere verschillen en meer gelijkheid (convergentie) of groeien we in de ‘kleinere’ wereld meer uit elkaar (divergentie)?

Telkens is de vraag op welke wijze nieuwe evenwichten kunnen worden gevonden:

Een nieuw evenwicht tussen diverse politieke blokken

Een nieuw evenwicht tussen politiek en economie: markt heeft nood aan controle en politieke stabiliteit

Een nieuw evenwicht tussen politiek, economie en de aspiraties van sociale groepen: de welvaartsstaat op wereldvlak uitbouwen

Een nieuw evenwicht tussen het rijke Westen en het armere niet-Westen

Samengevat:

Globalisering is geen neutraal begrip, maar verwijst naar de expansie van een specifiek economisch en samenlevingsmodel. Globalisering is een ideologisch breekijzer om nationale regulering of controle af te bouwen ten voordele van meer internationale economische mobiliteit.

Globalisering is een historisch verhaal. Globalisering staat voor een opeenvolging van versnellingsfases in de groei van het kapitalistisch wereldsysteem.

Paradox: processen van schaalverkleining en van verdichting gaan gepaard met processen van versnippering en verwijdering.

Lees meer...

Op zoek naar de historische wortels van de globalisering.

Globalisering is een actief proces, gedragen door diverse sociale actoren met eigen agenda’s en strategieën. De actoren zijn zowel bedrijven als staten als cultureel-eligieuze bewegingen, maar ook individuen. De zoektocht naar de wortels en logica achter dit proces is per definitie een historische studie.

Globalisering is 5000 jaar oud:

‘zelfversterkende’ proces van toenemende contacten tussen bevolkingsgroepen, als een verdichting van het ‘menselijke web’.

Globalisering is 500 jaar oud:

Valt samen met ontstaan van het historisch kapitalisme. De globale economie ontstaan met de Europese ‘ontdekkingen’ en een globale markt voor zilver. Dit nieuw, modern wereldsysteem is een expansief maatschappelijk stelsel, gegroeid uit een unieke combinatie van handelskapitalisme met een inter- statensysteem met koloniale expansie. De motor van de expansie is de economische groei van het kapitalisme, met als belangrijkste brandstof de niet-aflatende zoektocht naar goedkope arbeid, grondstoffen en nieuwe afzetmarkten. De economische expansie gaat samen met een heel eigen logica van territoriale expansie, die vorm krijgt binnen een dubbel strijdperk:

Een kern in de kern van het systeem: de strijd om hegemonie

Verschuiving van de kern van Italië (15de eeuw) naar Holland (17-18de eeuw) naar Engeland (19de eeuw) naar VS (20ste eeuw)

Een strijd in de periferie: de strijd om de kolonies

Deze politiekterritoriale en economische expansies worden gelegitimeerd door een nieuw, universalistisch discour, waarbij waarden als beschaving en modernisering als universeel worden doorgegeven.

Globalisering is 150 jaar oud:

In de 19de eeuw is er een succesvolle I.R. in Europa. Het Europese ontwikkelingsmodel wordt de mondiale standaard. er is een vooruitgangsoptimisme. De veranderingen roepen nieuwe tegenstellingen in het leven, die minder in het discours van het vooruitgangsoptimisme terug te vinden zijn: arbeid vs kapitaal, individualisme vs grotere overheidscontrole etc. De economische en ook territoriale groei van het 19de-eeuwse Europa wordt aangedreven door de sterke Britse hegemonie. Het economisch zwaartepunt verschuift langzaam over de Atlantische Oceaan. De snelle veranderingsprocessen vanaf 1870 worden vaak gezien als de ‘eerste’ grote globaliseringsgolf. Die heeft 4 belangrijke componenten:

Imperialistische expansiegolf

Een buitenlandse investeringsgolf door het stilvallen van de economische motor van de IR in EU

Ontstaan van multinationale bedrijven

Implementatie van technische innovaties op het gebied van transport communicatie en uitbouw van infrastructuur over de hele wereld.

WOI legt deze mondiale expansie bruusk stil.

Globalisering is 30 jaar oud :

Ontstaan van natieoverkoepelende systemen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen processen van:

Internationalisering: groeiend contact tussen verschillende staten

Multinationalisering: ontstaan van multinationale bedrijven vanaf de 19de eeuw. Deze bedrijven opereren wel binnen het internationale statensysteem (met moederberdrijven en filialen)

Globalisering: geld en goederen worden natieloos. Nationale politiek verliest greep op de economie

Nieuwe fase voorafgegaan aan een ongeziene stijging van de wereldhandel.

De doorbraak van deze globalisering wordt algemeen in verband gebracht met een nieuwe crisis in het historisch kapitalisme. Dit gaat samen met een neoliberale politieke revolutie in de westerse wereld, waarin deregulering het nieuwe adagium wordt.

1) Economische deregulering met toenemende druk op welvaartsstaat groeiende delokalisatie en kleiner impact van arbeidsbewegingen

2) Financiële deregulering: onzekerheid op de financiële markten

3) Politieke deregulering: verdwijnen politieke zekerheden, zowel nationaal als internationaal

Situeert zich binnen een herstructurering van het mondiale kapitalistisch systeem en wordt gedragen door een aantal heel actieve actoren:

De multinationale bedrijven en netwerken, waarin productie, verkoop en winst mondiale gegevens zijn geworden.

Nationale staten trekken kaart van neoliberale herstructurering. Er volgt een ontvetting van de staat. Dit zorgde dat de mobiliteit van de mensen door de natiestaten steeds scherper aan banden wordt gelegd

Een nieuwe technologische, digitale revolutie vergroot de snelheid van uitwisseling van informatie, kapitaal en goederen.

Kapitaalbezitters sturen geld de wereld rond op zoek naar nieuwe opbrengsten.

Hebben geleid tot een aantal financiële ‘bubbles’ en economische crisissen.

Lees meer...

Globalisering als strijdtoneel.

Globalisering is een multidimensioneel begrip. Het incorporeert economische, sociale, politieke en culturele processen. Globalisering is een strijdtoneel. Er zijn 3 opinies op het vlak van de hedendaagse globalisering:

1) Hyperglobalisten

Bendadrukken het unieke karakter van de huidige tijd. Het idee is dat de staten een ondergeschikte rol moeten spelen in de nieuwe globaliserende wereld. Vooral de mondiale economie wordt geviseerd als een sfeer die de regels bepaalt waar de staten zich aan moeten houden

Optimisten: staten zijn historisch relict, zijn onaangepast aan nieuwe, globaliserende condities

Pessimisten: Globalisering maakt een einde aan de welvaartsstaat en sociale democratie.

2) Sceptici

Geloven niet in het vermeende revolutionaire karakter van de hedendaagse globalisering:

Niet nieuw

Niet te interpreteren als globalisering, maar regionalisering

Niet geloven in het verdwijnen van de staat als regulerend en organiserend instituut

3) Transformisten

Kiezen voor de tussenpositie. Nieuwe economische, politieke en sociale omstandigheden, met een onduidelijkheid omtrent de macht van de staten.

Zien globalisering als een historisch proces, dat door de tijd heen verandert van karakter. Globalisering heeft ongelijke impact op verschillende delen van de wereld.

Die verschillende posities ten opzichte van de uniciteit in impact van het globaliseringsproces zijn niet louter academisch, maar ook politiek relevant.

Thomas Friedman onderstreept hoe individuen en staten geen andere keuze hebben dan zich aan te passen aan de nieuwe globale conditie Anderen stellen de conceptualisering van globalisering als een onomkeerbaar proces ter discussie. De oorzaak voor dit verlies aan politieke autonomie moet gezocht worden in actieve neoliberale recepten die gelegitimeerd worden door het idee van een onomkeerbare globalisering. Critici zien de globalisering als een discours dat de groei van de multinationale ondernemingen ondersteunt.

De ideologische strijd over de invulling en appreciatie van globalisering toont meteen aan hoe voorzichtig wetenschappers moeten omspringen met het concept. Volgende vragen moeten worden beantwoord:

Wanneer start het proces van globalisering

Verloopt het historisch proces van globalisering gestaag of in golfbewegingen

Wat is de plaats van de hedendaagse globalisering in het historische verhaal

Lees meer...

Op zoek naar een definitie globalisering.

Globalisering :

‘Kleiner’ worden van de wereld

Compressie van tijd en plaats

Systematisch reduceren van grenzen, vooral op economisch vlak

Voor het eerst gebruikt in The Economist in 1959. Doorbraak begrip na de val van de Berlijnse Muur & het commerciële internet in 1989. De gebeurtenissen daarna creëren nieuwe wereld:

Economische grenzen vallen weg

‘stromen’ van kennis, ideeën, informatie etc. worden breder en intenser

Verkleinen van de wereld is paradoxaal. Het is het gevolg van een groeiproces met intermenselijke verbindingen die zich ontwikkelen op een steeds grotere schaal. De hedendaagse globalisering duidt het eindpunt aan van dit groeiproces waarbij de groei van de markten de gehele aarde omvat, dit d.m.v. de groeiende menselijke mobilisatie en communicatie.

Peter Dicken stelt dat globalisering de integratie is van een horizontale en een verticale schaalvergroting (zie figuur 17 pagina 156)

Verwijst naar groeiende impact van deze contacten op het sociale en individuele leven.

“Interactionele schaalvergroting en toegenomen impact van deze interactie op het sociale en individuele leven.”

David Held toont dat globalisering kan worden gemeten in 4 dimensies :

Extensity: uitgestrektheid van netwerken

Intensity: intensivering van relaties en contacten

Velocity: de snelheid van stromen en contacten

Impact: de invloed van interconnectie

Toenemende globalisering impliceert een vergroting, een verdichting, een versnelling en een grotere impact van de connecties en netwerken, tot op het globale niveau.

Thick globalization : 4 scoren hoog

Thin globalization : ruimtelijke groei van netwerken gaat niet gepaard met een grotere intensiteit, snelheid en impact.

Lees meer...

Een globale wereld: globalisering of globaliseringen?

Mongoolse Rijk gaat een Pax Monglica door. Dit zorgt voor een sterke expansie van de handel d.m.v. de zijderoutes op land als op zee. In zijn meest essentiële vorm staat globalisering voor de expansie van handel en interactie. Hedendaagse wereldgeschiedenis, of global history, wordt soms vertaald als de geschiedenis van globalisering. In de jaren ’ 90 werd globalisering een buzzword, een koepelbegrip om de maatschappelijke transities in het laatste kwart van de 20ste eeuw te benoemen.

Lees meer...

Wat met Afrika?

Afrika zit letterlijk in de marge van het nieuwe wereldsysteem. Deze marginalisering gaat samen met geringe interesse voor het continent vanuit mondiaal perspectief. De kolonisatie heeft eveneens de geschiedenis van Afrika gekoloniseerd:

Proces van interne kolonisatie: opbouw van meer complexe culturen en staatsystemen

Processen van regionale integratie

Het proces van mondiale integratie

Het proces van periferiering

De geschiedenis van Afrika in een mondiaal perspectief confronteert ons met alle aspecten, positief en negatief, van de human journey.

Lees meer...

Andere vragen, andere antwoorden.

7.7. Andere vragen, andere antwoorden.

Hegel : ‘begin geschiedenis in oosten (Azië) en eindigt in westen (Europa)’. Deze teleologische visie domineert de Europese visie in de 19de eeuw en vinden we nog vaak terug in eurocentristische verklaringen voor The Rise of the West. The Great Divergence ondergraaft oude premissen :

Westen al lang voor de 19 de eeuw een voorsprong zou hebben gehad

Westen een intrinsiek meer dynamische samenleving

Westen op eigen kracht de voortrekker in de nieuwe wereldeconomie heeft opgenomen

Westen meer modernere, meer marktgerichte economie

Cultuur en de instituties in het Westen uniek zijn

Een niet-eenzijdige verklaring hiervoor is alleen te vinden in een gecombineerd comparatief en een globaal perspectief:

Niet-Europese samenlevingen en economieën moeten in de analyse worden betrokken

Op een vergelijkende wijze moeten diverse aspecten van de samenleving worden bestudeerd

Ingebed in een systeemtheorie moeten diverse subsystemen naast elkaar, maar ook als onderdelen van een groter systeem bekeken worden.

Verklaringen voor bepaalde ontwikkelingen moeten oog hebben voor:

Vergelijking

Bredere patronen van interactie, ontlening en interdependentie

Lange termijn

Extreme posities worden ingenomen door de ‘nieuwe oriëntalisten’ zoals A.G.Frank. Ze zien deze Europese dominantie als een tussenfase, gevolgd door een nieuwe Aziatische suprematie vanaf de 21ste eeuw.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen