Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Het rationalisme: Descartes

  • Algemeen

- Fransman (1596 – 1650)

- Opgeleid in de scholastieke wijsbegeerte

- Wilde wiskunde overhevelen naar de filosofie: axioma’s en begrippen die helder en aanvaardbaar zijn  deductieve stellingen

  • 1ste uitgangspunt: vertrekken vanuit zekerheden
    • ‘methodische twijfel’

- bedoeling = van een ontwijfelbaar standpunt vertrekken

- gevolg: * afstand doen van alle ‘gangbare’ opvattingen

* geen externe autoriteit meer aanvaarden

    • “Cogito ergo sum”

Postuleerde het bestaan van een ‘res cogitans’ (= denkende / kennende object)

  • 2de uitgangspunt: het bestaan van God

“Ik kan mij een voorstelling vormen van een volmaakt wezen”

“ Het is volmaakter te bestaan, dan om niet te bestaan

DUS: “Dat volmaakt wezen waarvan ik mij een begrip kan vormen moet per definitie bestaan, want anders zou het niet volmaakt zijn.”

= ontologisch godsbewijs

  • 3de uitgangspunt: het bestaan van de buitenwereld

Ruimtelijke wereld = ‘rex extensa’

- we bezitten hierover “idées claires et distinctes”

- op zich bieden deze ideeën geen garantie dat ze op gepast wijze de werkelijkheid uitdrukken

- Descartes stelt dat God ons deze ideeën heeft ingeprent en dat een volmaakt wezen ons niet zal bedriegen

  • Nativisme

= opvatting dat de menselijke geest over aangeboren ideeën beschikt, die toelaten om een klare intuïtie te hebben over de principes die als grondslag moeten worden genomen, zowel om de wiskunde als om de natuurkunde op te bouwen

Verband met Plato

Plato verbaasd zich erover dat een slaaf die ongeschoold is toch een meetkundig vraagstuk kan oplossen  mensen aangeboren ideeën doen aanspreken door goeie vraagstelling

  • Dualisme

= opvatting dat er twee gebieden of substanties bestaan in de werkelijkheid:

- stoffelijke / uitgebreide  volgens wetten van meetkunde en mechanica

- geest  denken / bewustzijn

  • Monisme

= opvatting dat alles te herleiden is tot één soort werkelijkheid, materie of geest, maar niet beiden sam

  • Mechanicisme

= opvatting dat in de stoffelijke wereld, waaronder ook dieren en het menselijk lichaam, alles volgens mechanische wetten verklaarbaar is

- Aanleiding tot anatomische ontdekkingen (cf. ontdekking van de bloedsomloop met hart als pomp door Harvey)

- Maakte veel ophef

- Interesse in het totaalbeeld

- Droeg bij tot: * despiritualisering van de wereld

* bestrijden van het bijgeloof

* verdwijnen van de heksenwaan

  • Zwakheden van het rationalistisch mechanicisme
    • Als kennistheorie

Niet in staat onderscheid tussen wiskunde en natuurkunde duidelijk te maken  vooral het statuut van de natuurkunde kwam onvoldoende naar voren

    • Als metafysica

Dualisme = zeer moeilijk houdbaar

 mind / body – problematiek: als geest en materie twee verschillende zijnsvormen zijn, hoe kan het ene dan inwerken op het andere?

Lees meer...

Politieke Filosofie wijsbegeerte

  • Niccolo Machiavelli
    • Il Principe (1513)

- Nadruk op de efficiëntie

- Studie van de mens en de wijze waarop deze in het maatschappelijk proces reageert is nodig

- Politieke handelen ≠ uitgaan van abstracte principes of edele gevoelens

= gebaseerd op een feitelijke analyse van de maatschappelijke wetmatigheden

>>> analyse kan tot besluit leiden dat immorele daden in een bepaalde situatie de meest geschikte zijn…

    • Machiavellisme

Strikte zin van het woord  (zoals Machiavelli het zelf bedoeld had) heeft enkel betrekking op het handelen van staatstleiders

Bredere betekenis  handelswijzen van individuen die de eisen van het succes laten primeren op morele overwegingen

  • Hugo de Groot - De iure belli ac pacis (1625)

= basis van het moderne internationaal recht

Onderscheid:

    • Goddelijk recht = enkel toepasbaar op de Kerk
    • Menselijke recht = enkel toepasbaar op de mensen

- Natuurrecht

= recht dat uit de natuur van de mens voortkomt

- Burgerrecht

= recht dat mensenwerk is en dus verschilt van staat tot staat, maar niet mag ingaan tegen het natuurrecht

  • Thomas Hobbes
    • Invloed van Galilei

Hobbes was zo onder de onder de indruk van Galilei’s werk dat hij alle verschijnselen, inculsief het handelen, het bewustzijn en de perceptie van de mens, wou verklaren in termen van beweging van materie.

Galilei: “lichamen zijn voortdurend in beweging”

Hobbes: “De menselijke geest kan vergeleken worden met een machine die voortdurend beweegt”

= eerste moderne filosoof met een materialistisch en mechanisch mens- en wereldbeeld

    • Leviathan (1651)

- Verdedigde absoluut koningschap

- In een systeem waarin de mechanische wetten van Galilei werkzaam zijn, is een absolutistisch bestuur het best functionerende

- Sterke en machtige autoriteit is nodig om te voorkomen dat mensen een strijd ‘van allen tegen allen’ uitvechten (zoals in een natuurstaat het geval zou zijn)

- Macht van de absolute heerser ≠ van God, maar: van het volk

- Zonder heerser zou de maatschappij omwille van het egoïsme van de mensen ten onder gaan aan chaos

Lees meer...

Een nieuwe mentaliteit en een nieuw wereldbeeld

Moderne wijsbegeerte is tot stand gekomen als resultaat v.e. reflectie op de nieuwe bloei van de wetenschappen  tracht de totaliteit v.d. problemen op dezelfde wijze te benaderen

  • Begin 17e eeuw

nieuwe mentaliteit door - succes technologie/wiskunde

- socio - economische wijzigingen

- ontdekkingen van nieuwe werelddelen

- Reformatie

- boekdrukkunst

“New Learning”

= nieuwe manier v. kennisverwerving:

- groot vertrouwen in de menselijke rede (‘lumen naturale’)

- wetenschap en filosofie moeten zich bezig houden met de ervaarbare wereld en moet middelen zoeken om op de wereld in te grijpen en die te veranderen

  • Francis Bacon

“Novum Organum”

- Organon = naam van de boeken van Aristoteles over logica en wetenschapsfilosofie

- wil het werk van Aristoteles actualiseren, maar er zijn nog veel leemten want de nieuwe mechanica was nog niet ontwikkeld

  • Dubbele verandering in de wereldvisie

- Overgang van gesloten naar open wereldbeeld

- Mechanisering van het wereldbeeld

  • Overgang van gesloten naar open wereldbeeld
    • Geocentrisme wordt heliocentrisme

Geocentrisme

- Heelal = bol waarbinnen zich concentrisch andere bollen bevonden

- Centrum = aarde waarrond zich de kristallen bollen die de maan, zon en planeten droegen, bewogen

- Buitenste bol = vaste sterren

- Centrum van de aarde = hel

- Mens bevond zich in het centrum van het heelal: op de aarde

- Aarde = opgesloten in het ondermaanse = binnen de sfeer van de maan

- Gesloten hiërarchie van sferen werd als iets positiefs ervaren: ‘harmonie der sferen’

- Onveranderlijkheid van de buitenste sferen was te danken aan de goddelijke almacht

- Wisselvalligheden in het ondermaanse = te wijten aan strijd tussen goed en kwaad (engelen  duivels)

- Analogie tussen dit wereldbeeld en het statische mens- en maatschappijbeeld van die tijd

Heliocentrisme

- Copernicus

- Giordano Bruno

  • Copernicus

- ‘De revolutionibus orbium caelestium’ (1543)

- Biedt wisseloplossing voor het klassieke geocentrische wereldbeeld

- Aarde staat niet meer centraal en beweegt zelf rond de zon

- Sfeer van vaste sterren blijft bestaan

  • Giordano Bruno

- ‘De l’infinito universo e mondi’ (1584)

- predikt het idee van oneindigheid van het heelal

- oneindig aantal zonnestelsels

- zon staat niet centraal

- mens = klein stipje in eindeloze heelal

- Bijbel ≠ goede bron voor natuurwetenschappelijke kennis

- ontkende goddelijkheid van Christus

- pleitte voor vredevolle samenwerking tussen godsdiensten

- belandde op de brandstapel als ketter

  • Blaise Pascal

Pensées’: ervaart de oneindigheid en vrijheid als angstaanjagend

  • Galilei en Kepler sluiten zich bij de nieuwe visie aan

  • Mechanisering van het wereldbeeld:

Door de nieuwe fysica van Galilei en volgelingen: verklaring van verschijnselen op aarde, vertrekkende vanuit de mechanica.

  • Isaac Newton

- ‘Philosophiae naturalis principia mathematica’ (1687)

- zowel aardse als hemelse verschijnselen in dezelfde wetten verklaren

- zowel op aarde als in het heelal zijn dezelfde krachten verantwoordelijk voor de beweging van voorwerpen

  • René Descartes

- Ale processen i.d. materiêle wereld zijn d.m.v. mechanica te verklaren

- grondslag voor het enthmythologisierungsproces

  • Nieuwe mensvisie

- anatomie en geneeskunde tonen dat het lichaam tot de mechanische wereld behoort

- Andreas Vesalius (‘De humani corporis facrica’) en Pico della Mirandola (‘De homini dignitate oratio’) : stellen dat de mens op eigen kracht de wereld kan begrijpen, erop kan inwerken en er veranderingen in kan aanbrengen

- mateloos vertrouwen in de rede, optimisme en geloof in de mogelijkheid van vooruitgang

- moderne filosofie poogt verantwoording/verdieping te vinden voor dit nieuw wereld/mensbeeld. Men zoekt naar een nieuw inzicht in het menselijk kennen nu men overtuigt is dat ook betrouwbare natuurwetenschap mogelijk is.

Lees meer...

Wat is Pseudo-wetenschap?

= verzameling van opvattingen die worden gepresenteerd alsof ze wetenschappelijk zijn, terwijl dit niet het geval is

 theorie is slechts wetenschappelijk als ze empirisch getoetst kan worden zodat je hypothesen kan afleiden die controleerbaar zijn en de feiten bevestigen of weerleggen

  • Karl Popper

“falsifieerbaarheid”

- theorie is falsifieerbaar als het mogelijk is om ze te weerleggen

- Als ze door geen enkel denkbaar feit kan worden tegengesproken, en dus alles verklaart, is ze niet falsifieerbaar en bijgevolg niet wetenschappelijk

- hypothese wordt dus interessanter naarmate ze preciezer, en dus minder waarschijnlijk is

voorbeeld: “het zal volgend jaar regenen” = triviale uitspraak met hoge waarschijnlijkheidsgraad

“het zal in een bepaald jaar, op die dag, om dat uur regenen” = kleinere waarschijnlijkheid  interessantere hypothese !

  • Einstein

- Algemene relativiteitstheorie: “licht wordt aangetrokken door zware voorwerpen”

Bv. licht dat van een ster afkomstig is en langs de zon passeert, zal afwijken van zijn baan omwille van de aantrekkingskracht van de zon

- Was heel informatieve hypothese, omdat ze heel onwaarschijnlijk was

- 1919: testen van hypothese tijdens een zonsverduistering  bleek te kloppen!

- Theorie is wetenschappelijk omdat het principieel mogelijk is om aan te tonen dat ze niet waar is

- Had men in 1919 de theorie gefalsifieerd, dan was ze niet onwetenschappelijk, maar gewoonweg vals

  • Fouten van pseudo – wetenschappen

- je kan er geen nauwkeurige hypothesen of voorspellingen uit afleiden of
je kan de voorspellingen niet falsifiëren

- er wordt vaak gebruik gemaakt van een wetenschappelijk jargon zonder dat duidelijk wordt gemaakt wat men daar precies mee bedoeld wordt  termen verwijzen naar iets dat niet in de werkelijkheid voorkomt (cf. energievelden, stralingen, krachten…)

- ook theorieën die wel toelaten om voorspellingen te doen, maar die reeds afdoende gefalsifieerd zijn terwijl men er toch geloof aan blijft hechten behoren hiertoe (homeopathie)

- een waardevolle theorie moet beter zijn dan alternatieve theorieën of oplossingen

- pseudo-wetenschap geeft vaak oplossingen voor problemen die al beter, wetenschappelijk, verklaard werden

- wetenschap streeft naar consistentie ↔ pseudo-wetenschap is vaak onderling tegenstrijdig en tegenstrijdig met fundamentele wetenschappelijke inzichten

Lees meer...

Kennistheoretische reflectie op de nieuwe methode

  • Galilei

= grondlegger moderne mechanica + de experimentele methode

  • 2 karakteristieken van zijn methode

- wiskundige theorie (of aantal formules) waarvan gepostuleerd wordt dat ze een formulering biedt van relaties die tussen bepaalde grootheden in de werkelijkheid bestaan

- experimenten waarin zekere metingen worden uitgevoerd waarvan men eist dat ze minstens bij benadering beantwoorden aan de voorspellingen van die theorie

  • waarde van de karakteristieken

- volgens Galilei: wiskundig aspect van zijn benadering zorgt voor precisie, exactheid en nauwkeurigheid ( filosofische benaderingen van de mechanica in de ME)

- Robert Doyle: zag in dat het experiment even noodzakelijk was

- XVIII: men kende eindelijk aan de 2 aspecten een gelijke waarde toe

  • Bewijskracht van de methode?

>>> m.a.w. waarom kon deze methode zich met zoveel overtuigingskracht opdringen?

  • Voordeel van de wiskunde

Zodra zekere stellingen geformuleerd zijn, kan men hieruit onbeperkt nieuwe stellingen afleiden: wanneer de uitgangspunten (axioma’s) waar zijn, moeten de afgeleide stellingen dat ook zijn!

  • toegepast op de natuur biedt dit mogelijkheid om nieuwe wetten af te leiden en dus voorspellingen te doen over feiten (cf. planetenposities, gewichtsverlies van een lichaam in water…)
  • kan met grote nauwkeurigheid worden nagegaan: stellingen doen uitspraken over relaties tussen grootheden die met deze methodes meetbaar zijn

  • Zekerheidskarakter van mechanica

De theorie houdt precieze voorspellingen in over relaties tussen grootheden. De experimentele situatie garandeert dat een afwijking van die voorspellingen reeds bij eenvoudige, ondubbelzinnige metingen tot uiting komt.

DUS: zekerheidskarakter berust op haar kwetsbaarheid: als een theorie fout is, kan men dit vaststellen door het uitvoeren van juiste controles en experimenten

moeilijkheid: ontwikkeling van accurate meettechnieken

Lees meer...

Waarom is deze methode slechts in de 17de eeuw ontworpen?

  • technologische factor
    • wetenschap was op basis van alledaagse werkelijkheid  rekenkunde, meetkunde en statica voor de meest elementaire precisie – operaties (tellen, meten en wegen)
    • sterrenkunde = uitgelokt door het bestaan van precieze waarnemingstabellen van de Babyloniërs
    • probleemstelling van wetenschappers wordt bepaald door de technische
      cultuur waarin men leeft  men kwam weinig in contact met mechanische problemen, dus deed men niet aan mechanica
    • techniek had in de Oudheid slechts een beperkte complexiteit
    • kloof tussen technici en geleerden

  • wiskundige factor
  • Oudheid

huiver t.o.v. algebra door onhandige schrijfwijze van getallen

  • 16e eeuw

technologie bereikt nooit eerder gezien stadium  uitvindingen: verspreiden snel onder invloed van het kapitalisme:

  • Mijnbouw en metallurgie: productie van staal, ijzer, lood, koper, tin en edele metalen
  • Mechanisatie van de weefnijverheid
  • Glasindustrie en het slijpen van lenzen
  • Bouwkunst
  • Technieken van drainering
  • Dijkenbouw en kanalisatie
  • Bruggenbouw
  • Scheepsbouw
  • Militaire technologie
  • Cartografie en navigatiemethodes
  • Boekdrukkunst

= illustratief voor het niveau dat de technologie in de XVI bereikt heeft

  • Complexiteit stijgt
    • belang en complexiteit van technologische problemen te groot voor gewone ambachtsman
    • men gaat beroep op experts doen: wetenschapsmensen ontstaan en kloof tussen techniek en wetenschap wordt overbrugd  sterke wederzijds invloed
  1. eerste groep die hierin slaagt = kunstenaars – ingenieurs (cf. Brunelleschi, Albrecht Dürer, Benvenuto Cellini en vooral Leonardo da Vinci)
  2. tweede generatie = wiskundigen: passen hun wetenschap toe op praktische problemen (= eerste volwaardige ingenieurs)

cartografie en navigatieproblemen: Regiomontanus, Nuňes en Mercator

algebra: Bombelli, Tartaglia en Benedetti (ook geïnteresseerd in artillerie, dijkenbouw, intrumentenbouw…)

  • Simon Stevin = prototype van onderzoekers die zowel wiskundige, wetenschapper als ingenieur waren

* baanbrekend werk in rekenkunde, algebra en statica

* drainering, dijken- en vestingbouw

* constructie van pompen en windmolens

* ontwierp zeilwagen die 27 personen kon vervoeren (beschouwde dit zelf als zijn grootste ontdekking)

* vond het niet de moeite waard een boek te schrijven over zijn praktische uitvindingen

 ambitie lag in beschouwingen waarvan de schoonheid en verfijndheid niet vertroebeld werden door een contact met de alledaagse noden van het leven (cf. studies over de sfeer, parabool, spiraal…)

  • Nieuwe bloeiperiode van de wiskunde (XVI)
  • door vertaling werken van Griekse wiskundigen en verspreid door de boekdrukkunst
  • nieuwe aanpak van rekenkunde, algebra en driehoeksmeting onder invloed van de Arabische wiskunde
  • nieuwe wiskunde is veel handiger
  • grotere belangstelling voor mechanische problemen
  • mogelijkheid oplossingen in een wiskundige formulering uit te werken
  • cf. Galilei: door zijn studie van de valwet de grondlegger van de moderne mechanica en van de experimentele methode
Lees meer...

Archimedes (3de eeuw v.C.) wijsbegeerte

· Als ingenieur

- Constructie van militaire apparaten (katapulten, kranen en stormrammen)

- Takelsysteem om schepen vanuit het dok naar de zee te trekken

- Brandspiegels om vijandige schepen van op het land in brand te steken

heeft over deze technische verwezenlijkingen nagenoeg niets op schrift gesteld: beschouwde zijn werk als ingenieur als handenarbeid, te minderwaardig en onbelangrijk om er publicaties over te verzorgen

· Als wiskundige

- Berekening van het getal ð

- Eigenschappen van krommen en de oppervlakten die ze omsluiten

- Methode om de inhoud en het oppervlak van de piramide, de kegel, de cilinder en de bol te berekenen

- Boog zich over het vraagstuk hoeveel zandkorrels men nodig heeft om het heelal op te vullen

· Als natuurkundige

- Behandelt statica en hydrostatica

- Archimedische werkwijze = wiskundig analyseren van natuurkundige problemen

- Statica = studie van evenwichten in rusttoestand= studie van de balans

reduceerde het gedrag van de balansarm tot een geometrisch probleem: bewijst louter meetkundig dat een balans in evenwicht zal zijn, wanneer de gewichten aan de uiteinden omgekeerde evenredig zijn aan hun afstand tot het steunpunt.

· Keerpunt in de ontwikkeling

o Oorspronkelijk

Archimedische neiging = uitbreiden van de wiskundige aanpak van de meetkunde naar andere gebieden van de werkelijkheid waarvan men de mathematische eigenschappen evident vindt

DUS: alledaagse kennis kan volstaan om en inzicht te krijgen in de wetten mits men voldoende wiskundig onderlegd is

o Wiskundige aanpak naar mechanica verplaatsen

Mathematisch model kan niet meer intuïtief worden uitgedacht omdat de resultaten niet kloppen met de waarnemingsgegevens.

Mechanische fenomenen zijn te complex  bij poging tot opstellen van wiskundige formules wordt men gedwongen de nauwkeurigheid aan de feiten de toetsen.

DUS: bij toepassing van de Archimedische werkwijze op de mechanica, wordt de onderzoeker bijna vanzelf tot de mechanische methode gedwongen

inzicht dat hier het verificatie – aspect van even groot belang is als het wiskundig aspect

weg lag open om aan traditionele optica en statica te ontsnappen en om alle natuurkundige problemen op deze wijze te behandelen

· Als ingenieur

- Constructie van militaire apparaten (katapulten, kranen en stormrammen)

- Takelsysteem om schepen vanuit het dok naar de zee te trekken

- Brandspiegels om vijandige schepen van op het land in brand te steken

heeft over deze technische verwezenlijkingen nagenoeg niets op schrift gesteld: beschouwde zijn werk als ingenieur als handenarbeid, te minderwaardig en onbelangrijk om er publicaties over te verzorgen

· Als wiskundige

- Berekening van het getal ð

- Eigenschappen van krommen en de oppervlakten die ze omsluiten

- Methode om de inhoud en het oppervlak van de piramide, de kegel, de cilinder en de bol te berekenen

- Boog zich over het vraagstuk hoeveel zandkorrels men nodig heeft om het heelal op te vullen

· Als natuurkundige

- Behandelt statica en hydrostatica

- Archimedische werkwijze = wiskundig analyseren van natuurkundige problemen

- Statica = studie van evenwichten in rusttoestand= studie van de balans

reduceerde het gedrag van de balansarm tot een geometrisch probleem: bewijst louter meetkundig dat een balans in evenwicht zal zijn, wanneer de gewichten aan de uiteinden omgekeerde evenredig zijn aan hun afstand tot het steunpunt.

· Keerpunt in de ontwikkeling

o Oorspronkelijk

Archimedische neiging = uitbreiden van de wiskundige aanpak van de meetkunde naar andere gebieden van de werkelijkheid waarvan men de mathematische eigenschappen evident vindt

DUS: alledaagse kennis kan volstaan om en inzicht te krijgen in de wetten, mits men voldoende wiskundig onderlegd is

o Wiskundige aanpak naar mechanica verplaatsen

Mathematisch model kan niet meer intuïtief worden uitgedacht omdat de resultaten niet kloppen met de waarnemingsgegevens.

Mechanische fenomenen zijn te complex  bij poging tot opstellen van wiskundige formules wordt men gedwongen de nauwkeurigheid aan de feiten de toetsen.

DUS: bij toepassing van de Archimedische werkwijze op de mechanica, wordt de onderzoeker bijna vanzelf tot de mechanische methode gedwongen

inzicht dat hier het verificatie – aspect van even groot belang is als het wiskundig aspect

weg lag open om aan traditionele optica en statica te ontsnappen en om alle natuurkundige problemen op deze wijze te behandelen

Lees meer...

Hoe is de nieuwe aanpak van de wetenschap er gekomen?

  • nieuwe werkwijze

≠ gevolg van het voorafgaand uitdenken van een nieuwe methodologie die men dan achteraf op problemen heeft toegepast

= tot stand gekomen als gevolg van de reflectie over de nieuwe wetenschap

  • grondslag van de methode

= archimedische werkwijze

= neiging van wiskundigen om hun wiskundige, dat wil zeggen kwantitatieve en axiomatiserende, werkwijze toe te passen om fysische problemen die zich daartoe lenen

Voorbeelden: optica

- Maurolyco

- Kepler

- Galilei

- Descartes

- Fermat

- Huygens

- Newton

Voorbeelden: astronomie

- Copernicus

- Galilei

- Kepler

Voorbeelden: statica

- Stevin

- Galilei

- Descartes

- Pascal

- Huygens

- Newton

- Bernouilli

  • XVI

Ontstaan van de neiging om met wiskundige technieken de mechanica (=studie van de val en de worp) te bestuderen.

- Eerste aanzet gegeven door Tartaglia en Benedetti

- Werk van Galilei legt grondslag van de moderne natuurkunde

Lees meer...

Controle en experimenten in de Oudheid en Middeleeuwen

  • experimenteel onderzoek voor de 17de eeuw
    • Strato van Lampsakos

- 3de eeuw v.C.

- onderzoek naar manier waarop voorwerpen vallen

- toont versnelling in het valproces aan

- experimentele waarnemingen uitgevoerd zonder strenge controle

- is heel uitzonderlijk (curiosa)

    • Geneeskunde en biologie

= gebied van de zuivere feitenverzameling, waar observaties soms aan zekere controles onderworpen werden

Voor de 3de eeuw v.C.

- taboes omtrent teraardebestelling

- men zag het nut niet in van het uitvoeren van ontledingen

- anatomische kennis werd enkel verkregen door chirurgische ingrepen en door waar waarnemingen die men deed tijdens de behandeling van verwondingen

- men baseerde zich op de dierlijke anatomie

In de 3de eeuw v.C.

- ontleden v. menselijke lichamen in Alexandrië (3de eeuw v.C.)

- Herophilus van Chalcedon en Erasistratos van Chios : vivisectie op dieren en gevangenen  nuttige waarnemingen betreffende hersenen en bloedsomloop

- Galenus (2de eeuw n.C.)

* was gladiatorenarts en Romeinse lijfarts

* vivisectie v. dieren

* onderzoeken waren niet om een theorie te testen en gaven geen aanleiding tot verder controle of bedenken van experimenten

* foute extrapolaties v. dier naar mens leidde soms tot fouten

* toch enorme invloed  tot 19de eeuw slaafse navolging Galenus

(dissecties werden enkel uitgevoerd ter illustratie van Galenus’ werken, niet ter controle >>> spraken de feiten Galenus tegen, dan zaten de lichamen die geobserveerd werden fout in elkaar ! )

- oudheid werd methodologisch in grote mate door Aristoteles bepaald, en naast aantal juiste observaties werden er ook veel foutieve gedaan

  • techniek: experiment is onmisbaar

- voorwerpen moeten feilloos aan bepaalde eisen beantwoorden

- toch niet de grondslag v.d. experimenteel wetenschappelijke methode

- deze experimenten zijn probeersels die wel een bepaalde realisatie opleveren, maar geen kennis of wetenschap (men zoekt het ‘hoe’, niet het ‘waarom’)

- negatieve resultaten worden genegeerd terwijl die in een theorie soms het belangrijkste zijn

- als resultaten van een experiment niet in theorie/wet worden gegoten: geen wetenschappelijke betekenis

= Verschil in klasse zorgen voor afwezigheid onderling contact tussen wetenschappers/technici

Technici: slaven of ambachtslui, hadden geen wetenschappelijke belangstelling

Wetenschappers: rijken of geestelijken, hadden misprijzen voor handwerk

  • Oorsprong in alchemie of magie?

 Neen: doel = wonderlijke dingen verwezenlijken

≠ kennis verwerven

Bv. zoektocht naar de ‘steen der wijzen’

om dergelijke doelen te realiseren deed men de gekste dingen, die soms resulteerden in een interessante ontdekking (bv. ontdekken van een nieuwe scheikundige stof)

  • Exacte theorieën van natuurwetenschappelijke aard

> ontdekking v.d. systematische wiskunde door de Grieken

    • Welke theorieën

- Astronomie

- Statica

- Hydrostatica

- Optica

    • Kenmerken

- op nauwkeurige wijze worden algemene wetten geformuleerd die toelaten te voorspellen wat zich in een groot aantal particuliere voorvallen zal voordoen

bv. Wet van Archimedes: voor om het even welk lichaam dat in een vloeistof wordt ondergedompeld kan men exact voorspellen hoeveel gewicht het zal verliezen

- wetten bieden ook een verklaring voor particuliere fenomenen doordat ze in een coherente axiomatische theorie worden afgeleid met een zeker inzichtelijke karakter

- ontwikkeld door wiskundigen  zagen dit als een normale uitbreiding van hun wiskundige denkwijze

- toch zijn er interne limieten: statica, optica en hydrostatica vormden gesloten gebieden die geen aanleiding gaven tot verder expansie v. natuurwetenschap (geen grote uitbreiding van resultaten)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen