Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Economische heroriëntatie 14e- 16e eeuw

In de loop van de 14e eeuw grepen grondige veranderingen plaats in de economische structuur van de Nederlanden. Natuurlijk mogen we de effecten van de lange afstandshandel niet overschatten, maar de Nederlanden bekleedden echter wel een centrale plaats in het europees economisch systeem.

He burgerlijk kapitaal drong door op het platteland, dit in de vorm van aankoop van land en investering in veestapels. Eigenaren oefenden invloed uit op de investering in productieverhogende technieken en door bepaalde leveringen in natura voor zichzelf op te eisen (turf, tarwe, graan textiel).

De grote vraag in de steden vormde de motor achter deze investering, maar anderzijds zouden de Vlaamse steden nooit hun omvang bereikt hebben zonder de bevoorrading uit naburige streken op het platteland.

Lees meer...

Op weg naar stadstaten 13e- 16e eeuw

De radicale doorbraak in de politieke structuren van het graafschap Vlaanderen die volgde op de Guldesporenslag, lokten vanzelf reacties uit: ten eerste kwam er een nieuwe aanval van de Franse koning in 1304, die uitliep op een halve overwinning en het verdrag van Athis. Ten tweede probeerden de patriciërs de macht in de steden opnieuw naar zich toe te trekken. Onder de ambachtslieden waren er ook conflicten om macht. (In Gent zouden er 3 leden de macht onder elkaar verdelen (poorters), in Ieper 4 leden en in Brugge 9).

De west- Vlaamse boerenbevolking kwam in opstand o.l.v. Klaas Zannekin, door de rigoureuze herstelbetalingen aan Frankrijk. De opstand werd bloedig onderdrukt door een Frans leger dat door de graaf te hulp was geroepen.

Toen in 1337 de 100 jarige oorlog uitbrak, voelde men in Vlaanderen onmiddellijk de weerslag, omdat men economisch afhankelijk was van Engeland, en politiek afhankelijk van Frankrijk. Drie grote steden, Gent, Brugge en Ieper oefenden het feitelijk gezag uit. De hoofdsteden vaardigden discriminerende maatregelen uit om hun eigen textielnijverheid te beschermen. Hier kwam een einde aan toen Lodewijk van Male zijn intrede deed in Aalst ( Aalst werd één van de 3, dus 4: Gent, Ieper, Brugge en Aalst)

Lees meer...

Partijstrijd 14e- 16e eeuw

In Holland had graaf Willem IV schulden gemaakt. In die moeilijke financiële toestand deed zich een opvolgingscrisis voor na zijn dood. Willem III’s dochter, Margaretha, was gehuwd met keizer Lodewijk. Toen Lodewijk stierf was er weerstand tegen Margaretha, en installeerde ze haar minderjarige zoon Willem als stadhouder. In 1350 wou Margaretha opnieuw de touwtjes in eigenhanden nemen, maar ze vond slechts steun bij een deel van de adel en de steden. Dit mondde uit in een burgeroorlog met twee partijen: de Hoeken (die de terugkeer van M. steunden) tegen de Kabeljauwen (die Willem als graaf wouden erkennen). Willem V won de strijd. De 2 partijen berusten op adel en bestuurlijke families in steden, de scheidingslijnen liepen doorheen de standen. Af en toe laaide de strijd op.

In het graafschap Glere (sinds 1339 hertogdom) speelde zich een analoge situatie af inzake het ontstaan van een partijstrijd. De oorzaken van dit proces zijn, ten eerste een betwiste troonopvolging, ten tweede een sociale structuur, waarin de ridders een belangrijke rol speelden, steden nog volop in een emancipatieproces zaten en de geestelijkheid geen tegenwicht vormde. Het conflict werd aangewakkerd door sociale spanningen aan het begin van de honderdjarige oorlog. Alsmede ook door een opvolgingskwestie tussen de rivaliserende adellijke families Van Heekeren en Van Bronkhorst. Dit leverde een aanhoudende strijd op met Brabant. Keizer Karel IV kwam tussen beiden, en bracht willem van Gulik op de troon, dit betekende een consolidatie

Lees meer...

Constitutionele waarborgen 14e- 16e eeuw

In een drietal vorstendommen groeide de traditie om privileges en resultaten van krachtmetingen vast te leggen in documenten.

In het prinsbisdom Luik was deze traditie ontstaan in een sfeer van burgeroorlog. Na ieder gewapend treffen moest er een vredesakkoord gesloten worden. Naar aanleiding van iedere bisschopsverkiezing kwamen de partijen (de bisschop, het kapittel, het patriciaat & ambachtsgilden) tegenover elkaar te staan. Uit de vredesakkoorden kwam een bestuursvorm tevoorschijn, waarin de ambachtsgilden de stadsraad formeel in handen hadden. Hierop kwam protest, en er werd een controlelichaam ingesteld, de ‘raad der XXII’.

In Brabant ging het er iets vredelievender aan toe, de hertogen zochten steun bij de steden tegen de adel. Hiervoor vroegen de steden natuurlijk privileges in de plaats, om hun economische en bestuurlijke autonomie uit te bereiden. In vele opvolgingsgevallen was er twist, dit was ook het geval toen Hertog Jan II stierf, en zijn zoon minderjarig was. Toen dwongen de steden de inrichting van een controlelichaam af (de raad van Kortenberg), waarbij ze her recht hadden passief weerstand bieden indien het land niet goed bestuurd werd. Bij de dood van Jan III, sloten de adel en de steden een verbond uit angst voor buitenlandse inmenging en uit angst verdeeld te worden tussen de drie dochters van Jan III.

Ook in het Prinsbisdom Utrecht of het Sticht, groeide de traditie van standenoverleg. De Stichtse landbrief van 1375 was de meest volledige versie van deze standen privilegies. De standenvertegenwoordiging zou het toezicht houden op oorlogsverklaringen en bisschoppelijke ambtenaren die de landbrief zouden overtreden zouden terecht gesteld worden voor een rechtbank uit de standen. Toch kon bisschop Frederik van Blankenheim de bisschoppelijke macht consolideren en de invloedssfeer uitbereiden.

Lees meer...

Politieke structuur en politieke cultuur 14e- 16e eeuw

Op gebied van politieke structuur en politieke cultuur vonden ingrijpende veranderingen plaats. Dit wil niet zeggen dat daarmee een tijd van orde en rust zou zijn aangebroken. Na de hevige revolutionaire doorbraken werden de oude machten gehergroepeerd. Vooral in Luik en Vlaanderen, waar de conflicten het hevigst waren bleef de consolidatie gedurende het grootste deel van de eeuw uit.

De uiteenlopende institutionele tradities van vorstendommen werden een fundamenteel gegeven voor de Nederlandse geschiedenis tot het eind van de 18e eeuw.

Lees meer...

De eerste revolutie april 1302

In dit opstandige klimaat kwam het in april 1302 opnieuw tot een uitbarsting in Gent. De ambachtslieden en textielnijverheid legde massaal het werk neer uit protest tegen de patriciërs en het opnieuw invoeren van de verbruiksbelastingen door Filips de Schone. Maar de bijna tienduizend gewapende textielarbeiders dreven de patriciërs in het nauw bij het gravensteen waardoor deze wel moesten toegeven & trouw zweren aan het gewone volk. Hierna vluchten vele naar Brugge.

In Brugge was er een opstand, klauwaerts (met o.a. Willem van Gulik) tegen Leliaerts (patriciërs genoemd naar het Franse wapenschild). De Klauwaerts hergroepeerden om weerstand te bieden tegen de repressie toen het Franse leger Brugge binnengedrongen was. De Klauwaerts verrasten ten minste honderd twintig Fransen, Henegouwse en Brugse patriciërs met een Frans accent in hun slaap en sneden hun keel af. De Franse adel bereide zich voor op een bloedige wraakoefening. Graaf Gwijde van namen voegde zich bij het leger van Gulik, het mondde uit in de slag op 11 juli waarin ze afgeslacht werden door onedele Vlamingen.

Met de verschillen in opvatting over krijgsvoering (vechten uit overtuiging en eigen volk of vechten voor eer en sport) hingen ook fundamenteel tegengestelde maatschappijvisies samen. De overwinning van de Slag der Gulden Sporen, betekende ten eerste dat het graafschap Vlaanderen zelfstandig werd en ten tweede dat ambachten inspraak en erkenning kregen. Deze politieke en sociale revolutie kende grote navolging in Luik, Mechelen en Brabantse steden (hier iets minder).

Lees meer...

Sociale spanningen 14e- 16e eeuw

In 1300 bereikte de grote Vlaamse steden het hoogtepunt van de bevolkingsgroei, dat pas in de 18e eeuw opnieuw overschreden zal worden. Een halve eeuw later was de bevolking sterk afgenomen als gevolg van hongersnoden, pestepidemieën, oorlogen en migraties.

Er was een sterke urbanisatie in de Nederlanden, deze hing nauw samen met de industrialisatie. Textielnijverheid bood de helft tot twee derde van het beroepsvolk werk in de meeste steden. De Vlaamse lakennijverheid, die in handen was van ondernemers die de groothandel controleerden, bood ongeëvenaarde kwaliteit en variëteit die overal gekend was.

Pas vanaf 1280 kon de graaf de grote steden dwingen tot het aanleggen van een boekhouding die de financiën controleerde.

De graaf probeerde het machtsmonopolie van de patriciërs/ rijke burgerij aan banden te leggen. Er groeide een coalitie tussen de graaf, de hoge adel en de hervormingsgezinden en tussen de koning en de burgerij. De tegenstellingen werden op een spits gedreven door de Franse bezetting.

Lees meer...

Wankelende dynastieën 14e- 16e eeuw

Rond 1300 was er heel wat interne en externe competitie bij de vorstengeslachten. Er waren heel wat grensconflicten (ook controle over de schelde) en rivaliteiten tussen de graven van Vlaanderen en die van Holland.

Dit was niet anders in de laatste decennia van de 13e eeuw. De graaf van Vlaanderen Gwijde van Dampierre (steun van Engeland) liet zijn rivaal Floris V (steun van de Franse koning en geslacht Avesnes). De koning van Engeland (Edward I) wou vermijden dat de coalitie Avesnes- Frankrijk- Holland de scheldemond zou beheersen en nam de Hollandse erfprins Jan (I) gevangen en gaf het beval graaf Floris V gevangen te nemen, dit mondde uit in de moord op Floris V, en zo ontstond er een machtsvacuüm, waarna het Avesnes geslacht door dynastieke toevallen de bovenhand haalde.

De Franse koning oefende druk uit op Vlaanderen (de graaf van Vl. was namelijk als leenman trouw en dienst verschuldigd aan de Fr.koning.), waardoor Vlaanderen moest afzien van de allianties met Engeland en de handel met Engeland geblokkeerd werd. Filips (Fr.koning) liet Gwijde, wegens het niet naleven van Koninklijke bevelen, veroordelen. Waardoor hij steun zocht, en een verbond sloot met ambachtslieden die actie voerden tegen het bewind van de patriciërs. Enkele dagen later gingen ze naar Parijs om de koning zijn leenverdrag op te zeggen, maar de Franse koning valt binnen. Dit leidde tot de opsplitsing van het graafschap Vlaanderen (zal uiteindelijk verdwijnen).

Tussen de vorstendommen in de Nederlanden zijn er aanzienlijke verschillen: de bestuurlijke organisatie was het verst ontwikkeld in Vlaanderen en de prinsbisdommen waren onderhevig aan grotere onzekerheden dan diegene die de wereldlijke landsheerlijkheden ondervonden.

Veel conflicten waren te wijten aan de wisselvalligheden van de feodale heerschappijstructuur en door de schaal en de stijgende frequentie van de oorlogen steeg de betrokkenheid van de onderdanen. Dit leidde soms tot beperking van de vorstelijke macht.

Lees meer...

De eeuw van de onzekerheden 14e- 16e eeuw

De 14e eeuw was een periode van crisis in heel Europa. Gronden raakten uitgeput en de graanprijzen stegen met hongersnoden tot gevolg. Hierbij voegde zich vanaf 1348 pestepidemieën die de bevolking met ongeveer een derde deden afnemen. Ook oorlogen zorgden voor het verlies van mensen, vernieling en hoge belastingsdruk. Handelsstromen verdwenen, wat verpaupering veroorzaakte. Er braken opstanden uit, zelfs de kerk bood geen soelaas meer in deze tijden.

De Nederlanden vormden door hun ligging het concentratiegebied van de spanningen, rivaliteiten (vnl. tussen Eng. en Fr.) kwamen hier tot uiting.

Lees meer...

Cultuur 11de – 13de eeuw

Enkel wat in die tijd en de tijd erna belangrijk was, is tot ons gekomen. Het gaat dus om een elitecultuur die is overgeleverd en is geconstrueerd in de beste materialen.

Teksten werden opgesteld in het Latijn, leken moesten dus beroep doen op geestelijken. Niet alles was echter in het Latijn in de literatuur is er vb. Hendrik van Veldeke die schreef voor een publiek dat geen Latijn kende. Het is duidelijk dat er meer gedichten waren dan wat is overgeleverd.

In de Nederlanden kwamen drie taalgebieden voor: Nederlands, Frans en Fries. Oorspronkelijk begrepen handelaars uit de drie taalgebieden elkaar, maar vanaf de 9de eeuw nam de rol van het Nederlands af ten opzichte van het Frans en de rol van het Fries verminderde ten voordele van het Nederlands. Toch hebben de drie talen woorden van elkaar overgenomen die vooral nog in het dialect voorkomen.

Op het vlak van de bouwkunst blijken vooral kerkelijke gebouwen te zijn overgebleven, want deze waren sterk en zijn met het nodige kapitaal geconstrueerd. Als het kon werden de kerken in natuursteen opgetrokken, anders werd er gebruik gemaakt van het veel minder duurzame hout en later baksteen. Ook op wereldlijk gebied werd er gebouwd, onder meer burchten, vb. het gravensteen van Gent.

In de beeldhouwkunst werd gebruik gemaakt van enerzijds blauwsteen voor ondermeer doopvonten, anderzijds was er ook de bewerking van edelmetaal.

Uit de schilderkunst is er weinig bewaard gebleven. Toch zijn er een aantal muurschilderingen en fresco’s tot ons gekomen en kunnen we ook nog miniaturen aantreffen in handschriften.

In 1200 werd het kerkelijk cultuurmonopolie doorbroken. Er werden vele contacten gelegd, de orale burgerlijke samenleving ging ook steeds meer over tot het schrift en er kwam een toenemend gebruik van geschreven volkstalen. De taal van de elite bleek niet noodzakelijk die van het volk te zijn en de hele 13de eeuw bleek Jacob van Maerlant toonaangevend in de literatuur. Vorsten maakten meer en meer gebruik van teksten om hun macht te legitimeren. Daarin kan de Rijmkroniek van Melis Stoke als voorbeeld worden gezien. Vanaf de 13de eeuw konden ook vrouwen zich wagen aan literatuur met vb. Hadewijch.

In de 12de eeuw deed de gotiek in de bouw- en beeldhouwkust zijn intrede in de Nederlanden, Brabantse gotiek kwam pas voor vanaf de 14de eeuw. Er werden stadhuizen en belforten gebouwd, maar universiteiten kwamen in de Nederlanden weinig voor. De reden hiervoor kan gezocht worden in enerzijds de verbrokkeling, of anderzijds het feit dat men in de Nederlanden de voorkeur gaf aan zakendoen en produceren in plaats van aan studeren.

)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen