Menu

Instellingsovername en symbolische interactie

De mens en het dier verschillen vooral van elkaar in de manier van interaceren. De interactie tussen dieren is enkel een uitwisseling van gebaren (Gebaar volgens Mead: Het begin van een handeling dat een teken is van de rest van de handeling: het vervangt de gehele handeling)
Vb. leidersaap die zijn gezag in gevaar ziet moet enkel even gevechtshouding (gebaar) aannemen om terug orde op zaken te stellen. Deze houding vormt een voldoende prikkel voor andere open om zich te onderwerpen. De onderdanige houding van de apen vormt een prikkel voor de leidersaap (hij kan zich gerust voelen).

Dus: interactie bij dieren: uitwisseling van prikkels en reacties.

Betekenis gebaar voor de bestemmeling: teken van de handeling: het gebaar krijgt de betekenis van de gehele handeling. Zal reageren alsof de gehele handeling werd uitgevoerd.
Betekenis gebaar voor de gebarende: Betekenis van het gebaar uit de reactie die dit bij andere oproept.
Gebaar voor interactie als geheel: samenspel van beide aspecten.

Bij menselijk interactie: interactiedeelnemers beschouwen een gebaar niet langer vanuit het standpunt van bestemmeling of gebarende. Mensen zijn in staat de betekenis te vatten die een gebaar heeft voor de andere en voor de interactie als geheel.
→Diegene die het gebaar uitoefent en diegene die het gebaar waarneemt kan aan dat gebaar nu dezelfde betekenis geven = symbolische interactie.
! Mensen beschikken over de capaciteit van internalisatie: het leerproces waarin het subject leert de houding van de andere over te nemen: de prikkel die de ander waarneemt opvatten als een prikkel die ‘tot mij’ is gericht. Wie dat doet heeft volgens hem een groot voordeel in the struggle for life, want zo snel aanpassen aan andermans gedrag.

Denken volgens Mead: anticiperen op verschillende mogelijke houdingen. Denken is gevolg van internalisatie van de sociale interactie.

Lees meer...

De bijdrage van George Herbert Mead

Sociaal behaviorisme: gaan ervan uit dat gedrag uitgaat van het individu. Als een individu zich gedraagt is hij nooit alleen. Gedrag wordt opgewekt door sociale context. Het gedrag is sociaal.
Sociaal → gedrag
Mead wordt beschouwd als de grondlegger van het symbolisch interactionisme. Maar het symbolisch interactionisme is voortgekomen uit één mogelijke interpretatie, die echter niet de hele Mead bevat.

Belangrijkste werk: Mind, Self and Society: ideeën van o.m. James, Dewey, Cooley, Watson en Darwin. Mead ontwikkelt belangrijkste begrippen in een poging om verder te gaan dan Darwin en Cooley. Hij deelt hun pragmatische uitgangspunten. Mind (denken), Self (zelfbewustzijn) en Society (maatschapij) zijn aspecten van het handelen: komen voort uit het sociale proces (uit interactieprocessen tussen mensen).

Niet de op prikkels reagerende enkeling maar de symbolische interactie tussen twee of meerdere individuen staat centraal. Hij verklaart alle hogere vormen van bewustzijn vanuit dit interactief gedrag (behavioristisch).

Behavioristen waren sceptisch als het gaat over bewustzijn. Geen wetenschappelijk object want we kunnen dat niet bestuderen. Maar Mead: bewustzijn is ook aspect van handelen!

Lees meer...

Dewey: ‘betekenisvolle interactie’

De interactie tussen mensen ≠ interactie tussen dieren
Want: mens is in staat om de betekenis die iets voor hem heeft met andere mensen te delen.
Dus: een interactie wordt nu een betekenisvolle, zinvolle interactie = communicatie.
Betekenissen worden intersubjectief gedeeld: zij worden symbolen. Dus: wat menselijke interactie onderscheidt van de dierlijke is dat het een symbolische interactie is.
Vb. Honden: waf ↔ waf
Mensen: woorden vb. stoel: iedereen denkt aan hetzelfde.

Maar: de overgang van dierlijke naar menselijke symbolische interactie is nog tamelijk mysterieus. Hoe kan de ene mens de andere duidelijk maken welke betekenis een ding of een gedrag voor hem heeft? Waardoor kunnen de handelingskaders van mensen versmelten tot een gemeenschappelijk handelingskader? -> MEAD

Lees meer...

C.H. Cooley: ‘looking-glass self’

James stelde het ‘self’ voor al seen proces. Cooley benadrukt dat niet eender welke activiteiten het ‘self’ bepalen. Want indien dit zo was, zouden ook dieren een identiteit verwerven.
Een identiteit, een ‘self’, komt volgens hem tot stand in de communicatie die mensen met elkaar aangaan (sociaal proces). De tekens die mensen elkaar toezender zijn geen gewone prikkels, ze interpreteren tekens! Ze plaatsen zich op het standpunt van de ander. Mensen bekijken zichzelf constant in de spiegel van een ander: hoe zie ik eruit in de ogen van de anderen en hoe beoordelen zij mij? Reacties en houdingen van anderen zijn bepalend voor ID!
Zelfgevoel resulteert uit verinwendiging van de houding van anderen: trots, schaamte, onzekerheid is dus secundair.
Interactie→Houdingen, reacties van anderen verinwendigen→schaamte, trots

Dit proces van identiteitsvorming: ‘looking-glass self’ (‘instellingsovername’ en ‘internalisatie’ Mead)

Lees meer...

William James: de pragmatische waarheid

Het pragmatisme is een filosofie van het nuttige, praktische handelen. Wat is waarheid? Om de betekenis van een idee te kennen, moeten we nagaan welke consequenties die heeft voor ons handelen. Ideeën die geen gevolgen hebben voor ons handelen betekenen letterlijk niks. Dus: waarheid is datgene wat een idee in het handelen oplevert. Waar is ‘wat werkt’ (je moet er iets mee kunnen aanvangen), dus geen absolute, eeuwige grootheid. Vb. Bestaat God? James ‘wanneer aanname dat God bestaat een zinvolle consequentie heeft in je leven, dan wel.’
Dus: de mens maakt voortdurend de werkelijkheid. Er is geen objectieve, ware wereld die voorgoed vastligt. Er zijn alleen handelende mensen die hun wereld voortdurend ‘waar maken’. Hij zegt dat er een vals onderscheid is tussen subject en object. Subject: self, denkend, bewustzijn en Object: dingen, wereld. James zet dat die twee dingen in elkaar lopen, het zijn geen twee aparte dingen. De dingen hebben geen wezen want dingen rusten niet. Er is alleen maar actie, beweging, proces.

Er is enkel een pragmatische waarheid, deze verschilt van persoon tot persoon en samenleving tot samenleving. Vb. Bijgeloof van een Afrikaan in katten: enkel in Afrika, niet in België

Het bewustzijn kan ook geen vast gegeven zijn aangezien de wereld van de objecten niets anders is dan een handelingsproces. ‘Het’ bewustzijn bestaat niet, er is alleen één lange bewustzijnsstroom. De identiteit van het subject is dat wat hij ‘het zijne’ kan noemen: zijn lichaam, vrienden, vrouw, werk, reputatie, enz. dit verandert constant als gevolg van de handelingen die men stelt (verhuizen, relaties, …) of als gevolg van dingen die iemand overkomen (iemand sterft) Subjecten zijn wie ze zijn, door de activiteiten die ze ondernemen. Dus: ook identiteit is procesmatig: wie of wat je bent ligt niet vast. Vb. indien je op je 2jaar ontvoerd werd naar een ander continent dan had je nu anders geweest.

Lees meer...

Het symbolisch interactionisme

RUILTHEORIE: individu is letterlijk ‘ondeelbaar’. Individuen → ruilen → het sociale.
SYMBOLISCH INTERACTIONISME: begint niet bij individuen, maar bij interactie! individuen worden geboren uit interactie. Een interactie krijgt de term ‘symbolisch’ wanneer de interactiedeelnemers dezelfde betekenis geven aan dezelfde tekens, dan wordt het een symbool. Interactie → individu

Pragmatisme (James, Cooley, Dewey, Peirce)
+ behaviorisme (Watson)
Mead syntheseerde het pragmatisme en het behaviorisme.
Symbolisch interactionisme: Blumer.

Het pragmatisme van James, Cooley en Dewey
(pragmatisch: je moet je niet vasthouden aan principes, wat wentelbaar opstellen, beetje aanpassen aan omstandigheden

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen