Menu

Relatie habitus-veld

het veld bepaald de habitus, maar omgekeerd houdt de habitus het veld in stand
=> wederzijdse relatie

Vb. Tennisser kan de bal precies op de achterlijn slaan omdat hij zich kan oriënteren op de baan en dit veld verinwendigd heeft. Het spel bestaat echter alleen maar om er mensen zijn die er weet van hebben. Zonder hen is er geen spel meer.

l Conditioneringsrelatie: het veld structureert de habitus, die het product is v/d inlijving van de noodzaak van dat veld.

Gebrek aan overeenkomst kan leiden tot een verdeelde, zelfs verschuurde habitus.

l Kennisrelatie: de habitus draagt bij tot de totstandkoming v/h veld als een wereld die betekenisvol, zinvol en waardevol is, en waarin het de moeite waard is energie te investeren.

Lees meer...

Habitus

Opmerking:

l veld = uitwendige structuur van sociale relaties

l habitus = inwendige structuur van sociale relaties

=> de competentie v/d actor om zich in een bepaald veld te kunnen bewegen

l manier van denken, handelen, houding,....

l verworven via impliciete of expliciete leerprocessen

l helpen om zich te oriënteren of te handelen in het veld

=> creatief! WRM? ontwikkelt strategieën die het handelen van de actor in bepaalde situaties vergemakkelijken.

=> het is het geheel aan neigingen/ tendensen die voortkomen uit een bepaalde woon- en werkomgeving.

Vb. een leraar doet zich best op school netjes te praten en voordat hij het weet spreekt hij altijd, ook buiten de school, een ‘lerarentaaltje’.

De habitus komt niet voort uit het individu.Zij is het gevolg van een verinwendiging van uitwendige veldstructuren en is historisch bepaald.

Als men in een andere woon- of werkomstandigheid leeft, dan zal men zich anders gedragen.

Bv. mensen in de koolmijnen versus een kasteelheer

Habitus is geen gewoonte!

l Gewoonte: gedragspatroon dat telkens opnieuw gereproduceerd wordt als de omstandigheden het vragen

l Habitus: een geheel van sociaal bepaalde, gestructureerde en structurerende disposities dat via de praktijk verworven wordt en voortdurend op praktische functies gericht blijft.

 niet voor herhaling vatbaar

Bourdieu zetten zich hiermee af tegen twee uitersten:

1) de mens zien als rationele homo economicus

2) het menselijk gedrag = het product van objectieve factoren

=> Bij de habitus wordt volgens Bourdieu het menselijk handelen in grote mate gekenmerkt door een niet- geïntendeerde intentionaliteit. Mensen handelen meestal niet scherp en bewust, toch handelen ze niet blind. Zij handelen in bepaalde mate zelfs rationaal. Maar dit is een praktische rationaliteit. Aan het handelen liggen fundamentele handelingsdisposities ten grondslag die het de handelende mogelijk maken om zich binnen het sociale veld te oriënteren en te bewegen.

Lees meer...

Sociaal kapitaal is het kapitaal aan sociale relaties dat iemand bezit.

= Geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen die voortvloeien uit het bezit van een meer of minder geïnstitutionaliseerd duurzaam netwerk van relaties van onderlinge bekendheid en erkentelijkheid of uit het lidmaatschap van een groep.

bv: Hoe gemakkelijk kun je iemand bellen zonder dat hij de hoorn op de haak gooit?

  • Zelf opgebouwde netwerken / reeds bestaande netwerkstructuren. (familie, club, stam)
  • Volume

1) afhankelijk van grootte netwerken + hoeveelheid kapitaal v/d kennissen uit het netwerk.

2) Het gaat niet enkel om de hoeveelheid, maar zeker om de kwaliteit van het netwerk.

Vb. lijfarts MAO, had maar 1 patiënt, maar wel zeer invloedrijk.

Bourdieu gebruikt het begrip sociaal kapitaal op cynische wijze, itt tot Putnam die het als iets positiefs zag.

  • in beperkte mate autonoom, maar niet los zien van andere kapitaalvormen.

Twee aspecten zijn van belang:

1) objectieve homogeniteit

= basis van wederzijdse her- en erkenning

Mensen zullen altijd streven mensen van een hoger sociaal niveau in een netwerk te krijgen, maar iedereen zal dit willen. Het resultaat een zekere homogeniteit: groepen met leden die ongeveer evenveel sociaal kap bezitten.

Bv: A bevindt zich onder B en wil in contact komen met B, want die beschikt nl over meer sociaal kapitaal. B wil in contact komen met C, want die bezit nog meer kapitaal. Maar zowel B als C willen geen contact hebben met mensen die over minder sociaal kapitaal beschikken. Uiteindelijk zal A met D contact leggen die zich op hetzelfde niveau als A bevindt.

Gevolg: Het netwerk is altijd min of meer afgebakend. Bij het aanknopen van nieuwe relatie let men niet enkel op persoonlijk voorkeuren maar zal men ook anticiperen op de waarde die de nieuwe relatie in de ogen v/d andere leden v/h netwerk zal hebben.

=> Ieder groepslid is de bewaker van de grenzen van de eigen groep.

2) vermenigvuldigingseffect

= het privé kapitaal rendeert meer naarmate meer door anderen erkend wordt.

■ Het is niet waardevast: het moet worden onderhouden

=> rendabele relaties aanknopen die duurzame verplichtingen met zich meedragen

■ Om contacten aan te knopen moet men beschikken over een specifieke competentie. Mattheuseffect: hoe groter het soc kap dat iemand bezit, hoe winstgevender het wordt. Hoe hoger je staat, hoe gemakkelijker het is je netwerk uit te breiden en te onderhouden.

Bv: hoog geplaatste mensen kunnen selecteren wie ze in hun netwerk willen hebben. Iedereen wil hen nl in hun netwerk. Ze hoeven dus weinig relatiearbeid te verrichten.

Opmerking:

l Soms wordt collectief sociaal kapitaal gedelegeerd aan gemachtigde actor: vertegenwoordiger groep.

Bijvoorbeeld vakbondleiders, politici, woordvoerders,... beschikken meestal zelf niet over veel sociaal kapitaal, maar doordat ze de spreekbuis zijn van de groep kunnen we wel een groot collectief sociaal kapitaal inbrengen.

Gevaar voor persoonlijkheidscultus: leider verpersoonlijkt groep.

“ Het is door hem dat de groep als groep wordt erkend”

=> verduistering of diefstal van sociaal kapitaal

Lees meer...

Cultureel kapitaal in geïnstitutionaliseerde vorm

Objectivering cultureel kapitaal in de vorm van diploma’s en titels.

l diploma: de maatschappelijke erkenning van bepaalde culturele competentie.

 scolair kapitaal: diploma is accumulatie van geleverde arbeid

bv studie-inspanning

 twee typische kenmerken van kapitaal

■ omzet in monetair kapitaal: raakvlak economisch en cultureel veld

l eco => cultureel: veel tijd moeten investeren in zijn studie die hij anders had kunnen besteden in een economische activiteit.

l cul => eco: op arbeidsmarkt omzetten nr eco kapitaal.

■ onderhevig aan wisselkoersschommelingen

l begin: veel waard => nu: minder

 grote duurzaamheid:

■ het diploma is voor het leven, ook al verlopen de kennis en vaardigheden.

■ waarde afhankelijk van de institutie die het heeft uitgegeven

Vb. het verschil van een autodidact en een gediplomeerde. De autodidact beschikt wel over de kennis maar niet over het diploma. Hierdoor moet hij zich steeds opnieuw bewijzen. In tegenstelling tot het geïnstitutionaliseerde culturele kapitaal.

Vb. Diploma Harvard meer waard dan van een onbekende universiteit.

Het zijn de vormen van cultureel kapitaal die waardevol zijn omdat ze gedekt worden door de instantie die ze uitgeeft. Vb. Nobelprijs.

Lees meer...

Geobjectiveerd cultureel kapitaal

Deze soort van cultureel kapitaal bestaat uit twee delen:

l materiële dragers die juridisch overdraagbaar zijn

bv: schilderijen, boeken kopen, naar school gaan,....

MAAR anderzijds heb je ook nood aan het vermogen om volledig gebruik te kunnen maken van dit kapitaal.

bv: Dit is het geval bij vele mensen die rijk zijn geworden door op te klimmen op de sociale ladder. Hierdoor zijn ze in staat exclusieve kunstartikelen te kopen, maar ze beschikken niet over de kennis om van deze kunst te kunnen genieten. Hierdoor verliest de kunst zijn waarde.

vb. Je hebt een pen. Om er echt van te kunnen genieten moet je wel weten hoe je moet schrijven, opdat je de pen echt ergens voor kan gebruiken.

=> Geobjectiveerd en belichaamd cultureel kapitaal kunnen nooit volledig los van elkaar worden beschouwd.

Lees meer...

Belichaamd/ geïncorporeerd cultureel kapitaal

Kapitaal dat het resultaat is van werken aan zichzelf: lezen, talen leren, reizen, piano spelen, etc.

l tijd & inspanning leveren door actor zelf

l niet erfbaar

Bv: Op je 1 of 2 jaar kan je nog niet spreken. Je hoort enkel klanken en neemt die in je op. Later ga je de taal leren spreken via spel. Op nog latere leeftijd ben je zelfs in staat om meerdere talen te leren.

=> alles wat je leert is eigenlijk belichaamd cultureel kapitaal

Verklaring correlatie bezit cultureel en economisch kapitaal:

Er is tijd nodig om belichaamd kapitaal te verwerven. Enkel de rijkere mensen kunnen zich deze tijd ‘vrijkopen’. Bourdieu erkent het verband wel, maar dit is eerder indirect. Het verloopt via de intermediaire factor tijd.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen