Grondlijnen van theorie Habermas
- Gepubliceerd in Sociologie
- Reageer als eerste!
De taal heeft iets scheppend!Eerst was er de taal en die heeft alles gecreëerd.
Wanneer we ons bezighouden met de theorie van de SL, dan kunnen we dit pas doen als we een grondig inzicht hebben van de taal. (invloed taalfilosofie)
De eerste sociologen hadden niet veel interesse in de taal, maar de linguistic term zorgde voor een verandering.
Wat is taal?
Je hebt taal en spraak als woorden voor taal. Maar ook de rede.
=> Er zijn verschillende benamingen voor taal.
Rede en taal zijn relevant!
taal = opsomming van woorden, een lexicon, een geheel van grammaticale regels
rede = dat is niet de taal die er is buiten ons, maar als een bepaald doel, nl tot rede komen. Dit wil zeggen een verstandhouding te bereiken
=> bevat een utopie, nl van de universele verstandhouding. Dankzij de taal is het mogelijk dat mensen met elkaar standhouden en contact onderhouden en uiteindelijk tot wederzijds begrip komen.
=> kern normatieve ingesteldheid van Habermas
Er schuilt een thelos in de taal. Dit woord is van Aristoteles. Er zit in de dingen in de bepaald doel.
Bv. een appelzaadje => appelboom
Dat wil dus zeggen...naar zijn doel toegaan.
Bv. de mens heeft een thelos en ik moet dit enkel vinden en dan valt alles in de plooi.
Ook de taal heeft een thelos. De taak kan uitgroeien tot een algemene verstandhouding. Dit hoeft echter niet.
Als je een studie wilt maken van de SL, dan moet je rekening houden dat de mensen ook een utopie willen realiseren. Je mag deze dimensie niet uitsluiten.
Communicatief handelen = handelen gericht op wederzijds begrip. SL is pas mogelijk als dit wederzijds begrip is.
Het antoniem is strategisch handelen, handelen om een bepaald doel te verwezenlijken, uit eigen belang.
Bv. reclame => doel: mensen dingen laten kopen.
De bevat een thelos, maar ook een structuur!
Als de taal zich ontvoud, dan kan je er vanalles uithalen. Als de taal inwerking treedt, dan zal dit vanalles mogelijk maken.
Bv. Ik beloof u, morgen dit boek terug te brengen.
=> Iedere taalhandeling kan opgevat worden als een speech-act. Zin heeft bepaalde consequenties als je iets zegt. Je doet iets met de taaluitingen. Woorden zijn soms regelrechte daden.
Bv. ja ik trouw met u! De taal heeft soms handelingsconsequenties.
Iedere zin heeft het karakter van een taaldaad.
Bv. het regent..er zit een taaldaad in.