- sociale stratificatie = sociale gelaagdheid
 → meest geprivilegieerden in de bovenste laag en minst geprivilegieerden in de onderste laag
 
- niet alle ongelijkheden hangen samen met sociale stratificatie
 → belangrijkste en meeste problematische vormen van ongelijkheid wel
 
- 4 basissystemen van stratificatie
 
1. Slavernij
= systeem waarin individuen in persoonlijk dienstverband staan en letterlijk eigendom zijn van anderen
 → historische, juridische, godsdienstige en economische verschillen gaven aanleiding tot 3 onderscheiden slavernijsystemen
 a) Britten, Amerikanen, Nederlanders en Denen: geen wetten, weinig begaan met slaven
b) Spaanse en Portugese systeem: wetten die verhouding regelen, erkenning van geestelijke behoeften van de slaaf
c) Franse systeem: geen wetgeving, wel katholieke principes van Spaanse en Portugese systeem
 
2. Kastensysteem
= homogene sociale eenheid, waarvan wordt aangenomen dat zij uit verwanten bestaat; erfelijk lidmaatschap; hiërarchische positionering; endogamie; restricties
 → reïncarnatie
 → buiten indische context: stratum waarin men geboren wordt en niet uitgeraakt
 
3. Standen
= Europees feodaal systeem: bestaat uit strata met verschillende verplichtingen en rechten, waarvan sommigen bij wet waren vastgelegd
 → hoogste: aristocratie
 → tweede: clerus
 → derde: gewone volk
=> individuele mobiliteit tussen de standen mogelijk
 
4. Klassen
= verschillen van de drie andere types
 1. grenzen tussen sociale klassen zijn vaag en kunnen gemakkelijk worden overschreden
 2. klasse wordt verworven: sociale mobiliteit groter dan bij andere types
 3. gebaseerd op economische verschillen
 4. sociale verhoudingen onpersoonlijk en grootschaliger
 
VERGELIJKING TUSSEN STRATIFICATIESYSTEMEN
 
       |  Slavernij, Standen, Kasten  |  Klassen  |  
  legitimatie  |  Religieus en legaal  |  Economisch  |  
  grenzen  |  Strikt afgebakend  |  Difuus  |  
  Mate van mobiliteit  |  Zeer klein (tot onbestaande)  |  Mobiliteit mogelijk  |  
  Interacties tussen strata  |  Vestgelegd (soms ritueel), persoonlijke verhouding  |  Anoniem en onbepaald  |  
  
 
- grondslag van de klassenverschillen: economisch
 1. upper class: grote vermogens
 2. middle class
 3. lower class