Staatsbindingen
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 815 keer
Eenvoudige samenlevingen (KORTE interdependentieketens) → Valenties van het persoonlijke type. De affectieve behoeften worden bevredigd in concrete sociale verhoudingen met andere mensen.
Grotere en complexere samenlevingen → nieuwe vormen van emotionele bindingen. Mensen gaan zich niet enkel emotioneel hechten aan andere mensen, maar ook steeds meer aan symbolen van de groteren sociale eenheden waartoe ze behoren: binden aan vlaggen, gevoelsgeladen begrippen of bijzondere plaats, … op die manier hechten ze zich affectief aan de grotere sociale gehelen (zoals staten) die door die symbolen worden belichaamd. Die affectieve binding kan even hecht zijn als een face-to-face binding.
→ Waarom voorrang van emotionele bindingen aan staatssamenlevingen op bindingen aan andere figuraties (beroep, stad, dorp, …) in de 19de en 20ste eeuw? Elias: mensen hechten zich in een bepaalde historische context emotioneel het meest aan de figuratie die een verbod oplegt tot het gebruik van geweld tegen de eigen leden en tezelfdertijd de verplichting kan opleggen op het gebruik tot geweld tegen de leden van de andere figuratie. Dus: de figuratie die bescherming biedt tegen de lijfelijke vernietiging door buitenstaanders → Figuratie als overlevingseenheden:
Vroeger: stadsstaten of de bewoners van een burcht.
NU: nationale steden: we krijgen leven van de staat door wetten enz. veel mensen geven ook hun leven aan de staat, trots vaderland, …
Morgen misschien de integratie-eenheden van verschillende voormalige nationale staten.
→ Grootte verandert, Functie blijft dezelfde.
Distantie
Men kan ‘betrokkenheid’ en ‘distantie’ beschouwen als twee uitersten. Deze balans is weer heel verschillende qua samenleving en periode. Bvb onze samenleving: hoge graad van industrialisatie en beheersing niet-menselijke natuurkrachten → hoge distantie t.a.v. de natuur. We zijn relatief weinig affectief betrokken bij de natuur.
Evolutie houding tegenover de natuur: toont het nauwe verband tussen distantie en beheersing. Hoe meer mensen er in slagen distantie te behouden t.a.v. een verschijnsel uit hun omgeving, hoe groter de kans dat zij dat verschijnsel zullen kunnen beheersen. Omgekeerd: Emotionaliteit vermindert een realistische kijk op de dingen en vergroot het onvermogen tot beheersing.
Vroeger: mensen hadden een erg kleine voorraad van neutrale (niet affectief geladen) kennis. Hun denkwijzen waren doortrokken van hun eigen affecten, wensen en angsten. Voor hen was de wereld levend, ook de dingen.Deze persoonlijke omgang met de natuur belemmert een beheersing ervan maar zorgt wel voor een diepe emotionele bevrediging. De mensen raakten liever emotioneel betrokken door allerlei fantasieën, dan de fantasieën te laten en de realiteit te ontdekken. Bij het eerste voelen we ons aangesproken.
→ Ommezwaai: Om de wetenschap te verklaren, moeten we NIET teruggrijpen op emotionele verklaringen.
Overschakeling naar wetenschappelijk wensbeeld is niet vanzelfsprekend. De wetenschappelijke houding vereist dat men zijn emoties bedwingt in de omgang met de natuur.
Hoe kon de distantie tegenover de natuur ↑?
Besef dat de aarde niet in het centrum van het zonnestelsel staat, en zonnestelsel niet in het midden van de Melkweg, enz. In de ME was dit verschrikkelijk om te beseffen dat we niet in het centrum stonden. Zij vonden het altijd zo geruststellend dat alles is zoals het moest zijn. Ze hadden een wereldbeeld van orde en stabiliteit.
→ Elias: soms levert het voordelen op om niet het eerste het beste te geloven. Je moet jezelf soms pijn doen. De wetenschap heeft geen snelle verklaring, tegenover de mythen (verklaring voor je de vraag stelt) → Controle over de natuur!
Paradox: hoe meer ze ons in staat stellen om onze behoeften te bevredigen, hoe minder we de natuur kunnen controleren.
Voorbeeld: de copernicaanse revolutie: zie boek