Instellingsovername en symbolische interactie
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 846 keer
De mens en het dier verschillen vooral van elkaar in de manier van interaceren. De interactie tussen dieren is enkel een uitwisseling van gebaren (Gebaar volgens Mead: Het begin van een handeling dat een teken is van de rest van de handeling: het vervangt de gehele handeling)
Vb. leidersaap die zijn gezag in gevaar ziet moet enkel even gevechtshouding (gebaar) aannemen om terug orde op zaken te stellen. Deze houding vormt een voldoende prikkel voor andere open om zich te onderwerpen. De onderdanige houding van de apen vormt een prikkel voor de leidersaap (hij kan zich gerust voelen).
Dus: interactie bij dieren: uitwisseling van prikkels en reacties.
Betekenis gebaar voor de bestemmeling: teken van de handeling: het gebaar krijgt de betekenis van de gehele handeling. Zal reageren alsof de gehele handeling werd uitgevoerd.
Betekenis gebaar voor de gebarende: Betekenis van het gebaar uit de reactie die dit bij andere oproept.
Gebaar voor interactie als geheel: samenspel van beide aspecten.
Bij menselijk interactie: interactiedeelnemers beschouwen een gebaar niet langer vanuit het standpunt van bestemmeling of gebarende. Mensen zijn in staat de betekenis te vatten die een gebaar heeft voor de andere en voor de interactie als geheel.
→Diegene die het gebaar uitoefent en diegene die het gebaar waarneemt kan aan dat gebaar nu dezelfde betekenis geven = symbolische interactie.
! Mensen beschikken over de capaciteit van internalisatie: het leerproces waarin het subject leert de houding van de andere over te nemen: de prikkel die de ander waarneemt opvatten als een prikkel die ‘tot mij’ is gericht. Wie dat doet heeft volgens hem een groot voordeel in the struggle for life, want zo snel aanpassen aan andermans gedrag.
Denken volgens Mead: anticiperen op verschillende mogelijke houdingen. Denken is gevolg van internalisatie van de sociale interactie.