Logo
Print deze pagina

Hersenen en religie

Deel dit artikel:

  • Eerste indicaties van het geloof in het hiernamaals: grafgeschenken (Neanderthaler, Homo Sapiens) en het gebruik van religieuze symbolen (Cro Magnon, in alle culturen: kruis)
  • Religie kan slechts tot ontwikkeling komen in de hersenen indien daar een darwinistische verklaring kan voor gegeven worden  een genetisch gecodeerd ‘God-gen’
    • Het Vmat2-gen? (homogen | betrokken bij transport van neurotransmitters  betrokken bij allerlei emotionele belevingen)
    • Studies bij tweelingen  individuele verschillen ivm geloof voor de helft genetisch bepaald.
  •  ofwel religie als evolutionair voordeel, ofwel als een bijproduct van een evolutionair voordeel (=genetische drift)

Homo sapiens leefde in kleine families. Er werd gestreden voor hetzelfde voedsel en de sterkste clan overleefde. Indien er toevallig een ‘moreel gen’ werd ontwikkeld  deze groep groeit, want gen laat onderling vechten niet toe, maar kan wel de andere clans bestrijden  dit morele gen kan zich verder verspreiden. Later: God als externe rechter, zodat nog grotere groepen kunnen samenleven  polytheïsme: goden kunnen tegen elkaar worden opgezet  monotheïsme: functioneel sterker als ‘peace keeper’.

  • Godsdienst als genetisch bijproduct

Newberg en D’Aquili: religie als bijproduct van het orgasme

Orgasme: evolutionair voordeel  stimuleert paargedrag  verspreiding van de genen

Beide zijn intense zelftranscenderende gevoelens, beide geïnduceerd door ritmische activiteiten, storingen van beide komen voor bij slaapkwab disfuncties.

Copyright © 2019. All rights reserved.