Logo
Print deze pagina

De ruiltheorie van Homans

Deel dit artikel:

4.1 Bio- en bibliografische situering
Boston, 1910, studeerde Engelse letterkunde en daarna sociologie te Harvard.
eerste grote werk: English Villager of the Thirteenth Century: leunde aan bij functionalisme,
maar latere werk: krachtige afwijzing functionalisme
Hij stelt ook dat men het meest complex sociaal gedrag maar kan verklaren door het individu en de eenvoudigste sociale eenheden als uitgangspunt te nemen (↔ functionalisme)

In ‘social behavior, its elementary forms’ schetst hij een theoretische kader waarmee de elementaire interacties kunnen verklaard worden: de ruiltheorie. Hij laat zien hoe o.m. invloed, conformering, competitie, achting, rechtvaardigheid, autoriteit, gelijkheid en status kunnen verklaard worden als een specifieke vorm van sociale ruil.

Methodologie sociologie: een wetenschap kan maar een systematiek vertonen als de informatieverwerving doelbewust gericht is op de toetsing van bestaande basisproposities of op de formulering van nieuwe basisproposities.

4.2 Intellectuele situering

Tegen Parsons: Zet zich af tegen de overhaaste macrosociologische schema’s van de Parsonianen en van de meeste conflictsociologen. Volgens hem zijn zulke theorieën al tevreden wanneer ze een conceptueel schema hebben ontworpen. Algemene begrippen zoals ‘sociaal systeem’ of ‘klasse’ zijn volgens hem eerder illusoir.

→ Als de sociologie een wetenschap wil zijn, zal ze moeten vertrekken van elementair sociaal gedrag. Dus: het gedrag van individuele mensen in direct contact met elkaar. Pas daarna, wanneer eenmaal eenvoudige regelmatigheden zijn vastgesteld in de wijze waarop individuen op elkaar reageren,kan men generalisaties opstellen waarin deze eenvoudige regelmatigheden in een breder verhaal worden geplaatst. Zo kan, stapje voor stapje, een meer algemene theorie van de maatschappij worden opgebouwd.

Kritiek op Homans: simpele gedrag is doordrongen van allerlei soorten samenhangen, er bestaan geen eenvoudige d

Homans sluit zich liever aan bij de gedragspsychologie en de economie, zij steunen beide op kwantificeerbare waarnemingen en proberen een eenduidig verband te leggen tussen variabele omgevingsfactoren en het gedrag van individuen. Indien X dan Y. Hij zet zich sterk af tegen interpretatieve benaderingen (verstehen, introspectie, …). Beide disciplines zien ook sociaal gedrag als ‘een ruil van, al dan niet tastbare, activiteiten, die minder of meer beloningen of kosten kunnen opleveren, tussen ten minste twee personen’.

4.3 Basisbegrippen
Homans heeft getracht om de inzichten van het behaviorisme en de klassieke economie vruchtbaar te maken voor de sociologie. Hij ontleent een aantal basisbegrippen aan die disciplines en verruimt of specificeert ze om ze op de sociale werkelijkheid te kunnen toepassen.

  • Stimulus: element uit de omgeving waarop een organisme reageert met een handeling
  • Handeling: gedrag van een organisme gericht op het verkrijgen van beloningen en het vermijden van straffen.
  • Beloning: de eigenschap van een stimulus om de behoeften van een organisme te bevredigen.
  • Straf: de eigenschap van een stimulus om een organisme schade toe te brengen, te benadelen of de bevrediging van behoeften te verminderen.
  • Waarde: de hoeveelheid beloning die een stimulus bezig
  • Kosten: gemiste beloningen of gekregen straffen waarin een bepaalde handeling resulteert.
  • Perceptie: de capaciteit om beloningen en kosten waar te nemen en tegen elkaar af te wegen.
  • Verwachting: de kosten, straffen en beloningen die een organisme heeft leren associëren met een bepaalde stimulus.

→ Deze begrippen knopen rechtstreeks aan bij het mensbeeld van het behaviorisme en van de klassieke economie. De mens is een wezen dat beloning zoekt en straffen vermijdt, zijn gedrag is het gevolg van een calculus. Homans is geïnteresseerd in interactief gedrag waarbij het gedrag van het ene individu beïnvloed wordt door het gedrag van een ander.

Door de interactie op te vatten als gevolg van calculatie komt Homans tot het ruilbegrip. Mensen zijn voor elkaar bronnen van beloning en straf (proberen zoveel mogelijk beloningen te krijgen). Ze doen dit door het gedrag van anderen te beïnvloeden met behulp van de straffen en beloningen die ze zelf kunnen uitdelen. Deze beïnvloeding is wederzijds.

Copyright © 2019. All rights reserved.