DE CONFLICTTHEORIE VAN LEWIS COSER
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1346 keer
1.Biografische situering
1913 – 2003, geboren in Berlijn. Joodse familie, vader was bankier. Hij kreeg socialistische sympathieën en zette zich sterk af tegen de bourgeoisie waaruit hij afkomstig was.Wanneer Hitler aan de macht kwam verhuise hij naar Parijs, studeerde 2jaar vergelijkende literatuurwetenschap en schakelde dan over op de studie van de sociologie. Tijdens WO II verhuisde hij naar de VS. Zette zijn studies verder in Columia. Grootste deel doorgebracht iaan de Brandais University en de University of Chicago. In 1975: voorzitter American Sociological Association.
2.Intellectuele situering
Beinvloed door Simmel: belangstelling voor cultuur en sociologie. Veel aandacht voor motieven, affecten, emoties. Als je niet emotioneel geprikkeld wordt, dan kan je niet tot actie overgaan en is er geen conflict. Ook (in mindere mate) beinvloed door Marx, en het functionalisme van Parsons en Merton.
Hij voelde zich geroepen om een bemiddelende rol te spelen tussen beide strekkingen om de tekorten van de ene stroming te verhelpen met inzichten uit de andere stroming.
Gevolg: Coser is conflictsocioloog in de ogen van de ‘harde’ functionalisten en omgekeerd.
Kritiek op functionalisme: verwaarloost het conflict of vat het op als een ziekte die behandeld moet worden door de sociale controlemechanismen van het sociaal systeem.
Kritiek op conflicttheorie: ziet over het hoofd dat conflict een functionele bijdrage kan leveren tot de werking van de maatschappij.
→ontleent argumenten vooral aan Simmel
3.De oorzaken van sociale conflicten
Belangentegenstellingen zijn op zichzelf geen voldoende voorwaarde voor conflict.
Voorwaarden voor conflict:
1. Er mag geen consensus meer bestaan over de legitimiteit van de huidige verdeling van macht, rijkdom en prestige. Maar ook dit is onvoldoende.
nota’s: je moet processen kunnen zien als inlegitiem. Vb. vrouwen lang onderdrukt. Hebben mensen buiten W-EUR dan niet het gevoel van onderdrukking? Vaak is het ‘normaal’.
2. De gedepriveerden moeten zich ook emotioneel aangegrepen voelen. De mate waarin mensen emotioneel betrokken zijn hangt af van hun toekomstverwachtingen. Hoe meer ‘positieve’ toekomstverwachtingen, hoe meer ‘emotionele energie’ mensen zullen inbrengen tegen al wat de verwerkelijking van die verwachtingen in de weg staat. Indien emotionele betrokkenheid tot een verandering in de toekomst kan leiden, dan is men sneller geneigd om tot actie over te gaan.
→ Samengaan cognitieve en emotionele.
4.De functies van sociale conflicten
Analyse bestaat uit 2 delen: functies van conflicten voor conflictvoerende partij + functies voor samenleving, geheel.
Functies voor de conflictpartijen:
- Afbakening groepsgrenzen: ben je bij ons of niet?
- Centralisering van de macht: vaak lokken machthebbers conflicten uit, zo wordt de groep een ‘eenheid’. Vb. Lodewijk XIV lokte oorlog uit.
- Ideologische solidariteit onder groepsleden versterken: tijdens het conflict wordt men inniger met de groep.
- Afwijkend gedrag ↓vb. zelfmoord, diefstal, … ↓ want men hoort bij groep en wil niet afwijken. (vooral bij geen extreme conflicten)
- Weinig aandacht voor dysfunctionele gevolgen van conflicten. Intense conflicten → interne tegenstellingen in de groep en afwijkend gedrag ↓