Van welke molecule kan onderstaand NMR-spectrum afkomstig zijn?
- Gepubliceerd in Wiskunde
a) Dimethylether
b) Methylchloride
c) Diethylether
a) Dimethylether
b) Methylchloride
c) Diethylether
a) 15N
b) 12C
c) 13C
a) Van ethanol (CH3CH2OH).
b) Van methanol (CH3OH).
c) Van propanol (CH3CH2CH2OH).
a) Voor het bepalen van de massa van organische molecules.
b) Voor het bepalen van de moleculaire structuur van organische molecules.
c) Voor het opsporen van "Microsporum canis" bij de kat.
a) Ontkoppeling van NMR signalen door naburige atoomkernen.
b) De verschuiving van de golflengte van de scintillator door een quencher
c) Afscherming van atoomkernen door omringende elektronen
a) Als een beperkt aantal atomen van een molecule trilt, is dit skeletvibratie.
b) Cis- en trans verbindingen kunnen worden onderscheiden met IR.
c) Wegging en stratching zijn de meest voorkomende trillingen bij IR-spectrometrie.
a) Met IR-spectrometrie.
b) Met atomaire absorptie spectrometrie.
c) Met massaspectrometrie (bepalen van de moleculaire massa).
a) IR-spectra zijn doorgaans heel eenvoudig van structuur.
b) IR-spectra vertonen meer structuur dan UV/VIS spectra.
c) Het infraroodspectrum beslaat slechts een smal golflengte gebied
a) Nabij IR maakt gebruik van het magnetisch veld ontstaan door de atoomkernen.
b) Nabij IR wordt vooral gebruikt voor het meten van hoofdcomponenten.
c) Nabij IR maakt gebruik van het fingerprintgebied voor de identificatie van molecules.
a) Als vibratie spectrometrie.
b) Als kernspin spectrometrie.
c) Als rotatie spectrometrie.