Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Neveneffecten en het onderzoek naar verbetering van medicijnen

De meeste onderzoekers geloven dat antipsychotica werken doordat ze de activiteit van dopamine-neuronen doen afnemen in het mesolimbocorticale systeem, een stel neuronen die lopen van het middenhersentegmentum naar het limbische systeem. Maar deze medicijnen verminderen ook de activiteit van andere dopamineneuronen, die verantwoordelijk zijn voor de beweging. De meest ernstige bijwerking is de tardive Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 38 dyskinesia; schokken en andere onwillekeurige bewegingen. Deze verschijnselen nemen toe naarmate mensen een grotere dosis nodig hebben en bij mensen bij wie de medicijnen niet veel helpen. Lange blokkade van dopaminetransmissie maakt de postsynaptische neuronen overgevoelig, zodat ze heftig reageren op kleine hoeveelheden dopamine. Lichte stimulatie van deze overgevoelige synapses leiden tot heftige uitbarstingen van onvrijwillige bewegingen. Antipsychotica doen het aantal dopaminereceptoren niet toenemen, maar de overgevoeligheid ontstaan door andere mechanismen.

Tardive dyskinesia is moeilijk te genezen en moet dus voorkomen worden.

Bepaalde nieuwe medicijnen; de atypical antipsychotics (b.v. clozapine) is misschien een goed antipsychotisch medicijn zonder veel bijwerking. Het blokkeert de activiteit in het pad naar de prefrontale cortex, maar heeft geen effect in de basale ganglia (dat verantwoordelijk is voor tardive dyskinesia). In tegenstelling tot de andere medicijnen blokkeert Clozapine de type D4 receptoren meer dan D2.

Het blokkeert ook serotonine type 5-HT2 receptoren en heeft effect bij veel patiënten die tot op heden geen baat hadden bij medicijnen. Helaas heeft clozazepine als bijwerking dat het witte bloedlichaampjes doet verminderen, zodat de persoon vatbaarder wordt voor infecties.

Lees meer...

Medicijntherapieën

Chlorpromazine (handelsnaam Thorazine) helpt schozofrenie te verlichten. Hoe eerder de behandeling gestart wordt hoe beter. De medicijn moet regelmatig genomen worden (vergelijkbaar met insuline).

Later vond men nog meer antipsychotische en neuroleptische medicijnen: De meesten horen bij twee chemische families; de phenothiazines, waartoe ook chlorpromazine hoort en de butyrophenones, waartoe ook haloperidol (handelsnaam Haldol) behoort. De medicijnen blokkeren in verschillende mate de postsynaptische dopaminereceptoren. Er zijn wel 17 medicijnen, die allemaal (bij verschillende dosering) de dopaminereceptoren blokkeren en in die dosis ook de schizofrenie onderdrukken. Dit ondersteunt weer de dopaminehypothese en de glutamatehypothese (want als het probleem een glutamatetekort is, is het blokkeren van de dopamine synapses die de glutamateafscheiding inhiberen een manier om die situatie op te lossen). (schizofrenie kan tot uiting komen door te veel dopamine of te weinig glutamate)

Veel antipsychotische medicijnen doen beide; ze stimuleren de glutamate synapses, vooral het NMDA-type en blokkeren de dopamine synapses.

Lees meer...

Medicijnen die de symptomen van schizofrenie kunnen onderdrukken

Grote hoeveelheden van bepaalde medicijnen kunnen substance-induced psychotic disorder (b.v. hallucinaties en wanen) veroorzaken. Het belangrijkste verschil tussen drug-induced psychosen en schizofrenie is, dat slachtoffers van de door drugs veroorzaakte toestand, in tegenstelling tot schizofreniepatiënten, vaak visuele hallucinaties rapporteren en dat een drugs-geïnduceerde psychose meestal tijdelijk is. Een psychotische reactie komt vaak voor na gebruik van stimulerende drugs zoals amphetamine, methamphetamine of cocaïne.

Het feit dat al deze drugs de dopamine-synapses stimuleren lijkt de dopamine hypothese van schizofrenie te ondersteunen; het idee dat schizofrenie ontstaat door excessieve activiteit van bepaalde dopamine synapses.

Dit is te verenigen met de glutamate hypothes van schizofrenie, die beweert dat het onderliggend probleem de verstoorde werking van de glutamate synapses is. In veel hersengebieden inhibeert dopamine de afscheiding van glutamate. In andere gebieden exiteert glutamate de neuronen die dopamine inhiberen. Dus heeft toegenomen dopamine hetzelfde affect als afgenomen glutamateactiviteit. Bovendien bootst de drug

Phencyclidinde (“angel dust”), die de glutamatereceptoren inhibeert, de symptomen van schizofrenie nog beter na dan dopaminestimulanten.

Opmerkelijk genoeg geeft phencyclidine geen psychotische effecten in de preadolescentie. Het potentiaal voor deze effecten verschijnt pas later, net als de schizofrenie.

Lees meer...

Lichte hersenafwijkingen

In overeenstemming met de neurologische ontwikkelingshypothese ziet men bij sommige (niet alle) schizofreniepatiënten lichte afwijkingen in de ontwikkeling van de hersenen. MRI scans tonen aan dat bij mensen met schizofrenie de cerebrale cortex en de hele voorhersenen een beetje kleiner zijn dan bij gezonde mensen. Ook de thalamus vertoont afwijkingen, die misschien samenhangen met aandachtstekorten. Ook vond men buitengewoon lange ventrikels. Dit zijn ruimtes die gevuld zijn met vloeistof. Ze werden kleiner bij verlies van neuronen. Deze anatomische kenmerken variëren, net als het gedrag. Mensen met de grootste sociale- en cognitieve afwijkingen hebben ook de grootste hersenafwijkingen.

Bij verschillende neurologische tests vertonen schizofreniepatiënten dezelfde afwijkingen als mensen met een beschadiging aan de temporale of prefrontale cortex. De gebieden die de meeste abnormaliteit vertonen zijn die, die het laatst volgroeid zijn, zoals de dorsolaterale prefrontale cortex. Ze zijn soms een beetje kleiner en hun activiteit neemt niet toe bij een geheugentaak, zoals bij andere mensen. Onder een microscoop ontdekten Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 37 onderzoekers minder neuronen in de verschillende corticale gebieden en andere onderzoekers ontdekten dat die neuronen kleiner waren dan normaal. Verder waren er neuronen in de witte materie blijven steken, waar ze eigenlijk tijdens de volgroeiing van de hersenen doorheen moeten om hun bestemming te bereiken. Sommige neuronen bereikten wel hun plaats, maar waren niet verbonden met het netwerk zoals dat eigenlijk moet. Mensen met schizofrenie hebben abnormale hoeveelheden cel-herkenningsmoleculen die neuronen en axonen de weg wijzen bij hun ontwikkeling in de vroege ontwikkeling. Tussen de anatomie van jongere en oudere schizofrenen is geen verschil. Bij autopsie is niets gebleken van toename van gangliacellen, wat normaal wel het geval is wanneer gebieden vernietigd worden. Onderzoekers concludeerden daaruit dat schizofrenie niet geassocieerd kan worden met Parkinson of Huntington, maar dat de hersenafwijking dus ontstaan moet zijn vroeg in het leven door genetische oorzaken of door problemen tijdens de zwangerschap.

Lees meer...

Prenatale en neonatale ontwikkelingsstoornissen

Mogelijke oorzaken: bloedingen tijdens de zwangerschap, langdurige weeën, complicaties bij de geboorte, laag geboortegewicht, geringe hoofdomtrek en discrepantie tussen lengte en gewicht bij de geboorte. De meeste babies hebben wel een paar van deze kenmerken, maar wie er meer dan 7 (of zelfs 34) had, had een vergrootte kans op schizofrenie. Ook problemen tijdens de vroege of middenperiode van de zwangerschap kunnen verband hebben met de ontwikkeling van schizofrenie; vrouwen die juist zwanger waren in de hongerwinter baarden kinderen van wie later een hoog percentage schizofrenie ontwikkelde.

Wanneer een moeder Rh-negatief en een baby Rh-positief is kan een beetje bloed van de vrucht in de bloedsomloop van de moeder komen en daar een afweerreactie oproepen. Dit afweersysteem is zwak bij de eerste baby, maar wordt steeds sterker tijdens volgende zwangerschappen en intensiever bij een jongen dan bij een meisje. Rhesuskinderen hebben een verhoogd risico op gehoorafwijkingen, ontwikkelingsachterstand en andere problemen en bij tweelingen de kans op schizofrenie.

Een andere aanwijzing vormt het "seasons-of-birth effect; Kinderen die in de winter geboren zijn hebben een grotere kans op schizofrenie. Dit verschijnsel doet zich alleen voor in niet tropische gebieden. Een mogelijke oorzaak is virale infectie in de herfst tijdens de zwangerschap van de moeder. Die kan, bij koorts van de moeder, door te hoge temperatuur een ontwikkelingsstoring veroorzaken in de hersenen van het ongeboren kind. (het virus zelf kan niet via de placenta naar de vrucht.) Een verhoging van 1.5 ° vertraagt de deling van neuronen van de foetus en 3° koorts doodt ze. Onderzoek heeft uitgewezen dat van de babies die drie maand na een virusepidemie geboren waren een verhoogd aantal schizofrenie ontwikkelde.

Stellige conclusies zijn er echter nog niet te trekken.

Lees meer...

De neurologische Ontwikkelingshypothese

(Plausibel, maar nog niet gevestigd.)

Volgens biomedici hangt schizofrenie voor een groot gedeelte af van abnormaliteiten in de ontwikkeling van het zenuwstelsel in de prenatale- of neonatale fase. Dit kan leiden tot subtiele maar belangrijke afwijkingen in de hersenanatomie en grote afwijkingen in gedrag. Stressvolle ervaringen kunnen de symptomen doen verergeren, terwijl sociale support de symptomen kan doen afnemen. Omgevingsfactoren zelf kunnen niet leiden tot schizofrenie.

Aanwijzingen die de hypothese ondersteunen:

- Aansluitend op de erfelijkheid: Verscheidene soorten prenatale of neonatale afwijkingen, die de hersenontwikkeling verstoren hangen samen met de latere schizofrenie.

- Schizofreniepatiënte hebben een groot aantal kleine hersenafwijkingen, die blijkbaar heel vroeg zijn ontstaan.

- Het is plausibel dat bepaalde afwijkingen bij de vroege ontwikkeling in de hersenen gedragsstoornissen op latere leeftijd kunnen veroorzaken.

Lees meer...

Op zoek naar gedragsaanwijzingen

Wanneer we in gedrag aanwijzingen kunnen vinden die duiden op de kans op ontwikkeling van schizofrenie zou dat het erfelijkheidsonderzoek kunnen ondersteunen.

Een mogelijke aanwijzing is het ontbreken van volgende oogbewegingen. We maken 2 soorten oogbewegingen: saccadic (?) oogbewegingen; plotseling veranderend van het ene doel naar het andere, en volgende oogbewegingen, gefocussed op een bewegend object. De meeste schizofreniepatiënten maken geen volgende oogbewegingen; het oog stopt met volgen, terwijl het object verder beweegt, of ze bewegen hun ogen plotseling, zodat ze het doel niet meer volgen.

Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 36 Maar dit gebrek aan volgend vermogen is op zich zelf geen indicator. Het hangt ook samen met andere condities dan schizofrenie en mensen met schizofrenie hebben niet allemaal een gebrekkig volgend vermogen. Mensen met schizofrenie hebben soms familieleden die leiden aan concentratiestoornissen, abnormale scores op neuronale tests, geheugenproblemen en een zwak vermogen een toon te herhalen.

Een combinatie van deze scores zou iets kunnen zeggen over de gevoeligheid voor schizofrenie.

Lees meer...

Erfelijkheid

Schizofrene mensen hebben vaker schizofrene familieleden. Welke genen verantwoordelijk zijn is niet aangetoond. Wanneer een eeneïge tweelinghelft schizofreen wordt heeft de andere helft ook 50% kans (concordance) op schizofrenie of een aanverwante afwijking, zoals borderline syndroom. Bij een twee-eïge tweeling is die kans maar 15%.

Verder blijkt de concordance voor schizofrenie bij eeneïge tweelingen parallel te lopen met "handigheid"; wanneer beiden rechtshandig zijn is de kans 92%, wanneer er 1 links- en de ander rechtshandig is is de concordance maar 25%.

Soms slaat schizofrenie een geslacht over. Wie geen schizofrenie heeft kan wel drager zijn. Maar wie geen drager is ontwikkelt ook zelden schizofrenie.

Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen bij het erfelijkheidsonderzoek. Men heeft de verantwoordelijke genen nog niet gevonden, omdat er dragers zijn die de ziekte niet ontwikkelen en omdat er mensen verkeerd gediagnosticeerd zijn; als schizofreen, terwijl ze dat eigenlijk niet zijn.

Nog een vraag: De meeste schizofrene mensen hebben minder kinderen. Waarom is het verantwoordelijke gen dan niet al uitgestorven? Een hypothese luidt dat schizofrenie pas ontstaat wanneer twee of meer genen, die op zich zelf nuttig zijn, op een bepaalde manier gecombineerd worden.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen