Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Longitudinaal vs. cross-sectioneel

  • Longitudinaal onderzoek strekt zich uit door de tijd – er komen minimaal 2 metingen voor. Als er met de proefpersonen wordt meegelopen spreekt men van prospectief onderzoek, er is dan sprake van meerdere onderzoeken.

  • Bij retrospectief onderzoek wordt de respondent achteraf gevraagd gegevens te produceren. Retrospectief onderzoek wordt gezien als minder krachtig dan prospectief.
    • Resultaten lijden onder vertekenende geheugeneffecten
      • Gebeurtenissen worden logisch geordend. Zo kan men terugkijkend op een positieve ervaring die negatief eindigde, een geheel negatief beeld schetsen.
      • Bepaalde metingen kunnen niet retrospectief verkregen worden.
      • Omdat prospectief onderzoek veel duurder is dan retrospectief onderzoek wordt de laatste dus toch vaak gebruikt.
      • Een herhaaldelijk onderzochte groep wordt ook wel panel genoemd-> panel studie.
      • Een groep bestaande uit personen geboren in een bepaald jaar heet cohort. Dus een cohort studie.
    • Een studie met twee of meer meetmomenten en wisselende steekproeven heet trendstudie.
  • Tegenovergesteld aan longitudinaal onderzoek vinden we cross-sectioneel onderzoek. Dit is onderzoek waarbij, zoals reeds besproken, niet naar veranderingen maar naar de situatie op één moment gekeken wordt.

Lees meer...

Gelaagde structuur

In de criminologie worden we vaak geconfronteerd met verschillende aggregatieniveaus. Het
is belangrijk voor de onderzoeksvraag om goed door de hebben op welk niveau de
onderzoeksvraag betrekking heeft. Verschillen de lagen binnen een onderzoek kunnen zijn:

  • Delicten
    • Processen verbaal
      • Daders
        • Strafdossiers
          • Geografische gelaagdheid
              • Slachtoffers

Als onderzoekers niet in de gaten houden op welk niveau er uitspraken gedaan worden kan dit
tot verwarring of verkeerde interpretatie leiden.

Lees meer...

Vergelijkbaarheid

Bij wisselende definities is het niet meer mogelijk om bevindingen van het ene onderzoek met het andere te vergelijken. En ook al streeft elke onderzoeker naar de enige juiste operationalisatie, voor wetenschappelijke doeleinden is het belangrijk dat dezelfde definities worden gebruikt zodat onderzoek navolgbaar en repliceerbaar is. Daarnaast is het belangrijk voor de mate van vergelijking die mogelijk wordt. Instrumenten moeten daarom zo veel mogelijk gestandaardiseerd, gevalideerd en uitgetest zijn.

Lees meer...

Dark number

Het onbekende deel dat buiten de statistieken valt is het dark number. Een manier om toch een vinger achter het dark number te krijgen zijn slachtofferenquêtes. Op zich zou het dark number nog niet zo’n probleem zijn, als dat deel dat bekend wordt een representatieve steekproef van het totaal zou zijn.

Lees meer...

Selectie-effecten: representativiteit en generaliseerbaarheid

  • Een steekproef die een goede afspiegeling is van de populatie, noemen we representatief. Als de steekproef representatief is, dan mogen we de bevindingen van toepassing verklaren op de populatie, oftewel: dan mogen we de resultaten van het onderzoek op de steekproef generaliseren naar de populatie.

  • Bij Criminologie is dit een probleem omdat; criminaliteit geen centraal ingeschreven kenmerk is. Dus de populatie is onbekend en daarmee is de representatie en generaliseerbaarheid moeilijk te meten.

  • Voor de bekende daders komen allerlei selectie processen en rol spelen die zorgen dat ze bij ons in het vizier komen.

  • Daarnaast is het altijd zo dat een deel van de respondenten die gevonden zijn niet mee willen werken of niet te vinden zijn.
Lees meer...

Obtrusive vs. unobtrusive

  • Veel mensen die weten dat ze onderzocht worden gaan zich anders gedragen, als dit zo is noemen we de meting obtrusive.
  • Metingen zijn unobtrusive als de respondent niet weet dat hij geobserveerd wordt.
Lees meer...

Divergente validiteit

Ook wel discriminant validiteit genoemd, wordt de omgekeerde redenering toegepast. Als we valide hebben gemeten, dan zouden onze metingen van het construct niet mogen samenhangen met constructen waarmee ze niet samen zouden mogen hangen. Ook hier wordt als maat voor samenhang weer de correlatiecoëfficiënt genomen.

Lees meer...

Convergente validiteit

Het idee achter de convergente validiteit is dat als onze metingen op het construct valide zijn, en als het construct volgens onze theorieën zou moeten samenhangen met andere constructen, onze metingen van dat construct ook met metingen van die andere constructen moeten samenhangen. Ook hier wordt als maat voor samenhang vaak de correlatie coëfficiënt genomen.

Lees meer...

Concurrente validiteit

Wij kunnen onderzoeken of een meting criteriumvalide is door te bezien of de scores op de meting samenhangen met gedrag dat zij beogen te voorspellen of mee samen te hangen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen