Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

Derde stap

Wat is de determinatie coëfficiënt? r2 =? Is de kwadrant van de correlatie.

Geeft de hoeveelheid verklaarde variantie aan. Meestal wordt r2 gerefereerd als ‘proportie van variantie die verklaard wordt’ Deze procedure maakt het mogelijk dat onderzoekers vaststellen hoe bruikbaar de relatie is in het voorspellen van waarden. De determinatie coëfficiënt kan alleen serieus genomen worden als er minstens 30 participanten gemeten zijn.

Lees meer...

Interpreting the correlation Interpretatie

Als eerste stap- Wat is de correlatie? r=? Richting en maat opmerken. Is de correlatie positief of negatie? Is de relatie klein of groot? Wijkt de correlatie significant van nul af (is er bewijs voor een verband)?

Tweede stap - Als er bewijs is voor dat verband, moet de p-waarde kleiner zijn dan de traditionele alpha waarde (0.05) of zelfs kleiner dan 0.01? P-waarde (Probability) - De mogelijkheid dat je zo’n grote/een grotere correlatie krijgt, als de correlatie in de populatie werkelijk nul was. Traditioneel gezien moet deze probability laag zijn voordat onderzoekers hun uitkomsten significant verklaren. P-waarde vaststellen - stel de vraag: ‘Hoe verschillend is verschillend?’ - Null

Hypothesis wordt gebruikt. Als de verschillen groot zijn, wordt de nul-hypothese verworpen. Als de verschillen nu zijn, wordt de nul-hypothese bevestigd.

Negatief -verwerping. Positief - bevestiging Onschuldig- geen verschil. Schuldig -verschil.

Lees meer...

Analyzing the data Gegevens analyseren correlationeel onderzoek

Correlaties range -1,00 tot 1,00 - sterkte van de relatie, teken: richting van de relatie

Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material Soorten correlaties - Pearson product-moment correlatie

- Spearman rangorde correlatie

Altijd een scatterplot maken - Scatterplots kunnen non-lineaire relaties aanwijzen die niet te zien zijn met simpele correlaties.

Lees meer...

Measruring the variables Meting van variabelen correlationeel onderzoek

- Operationeel definiëren

- Behoefte aan betrouwbare en valide metingen

Twee effecten moeten worden gecontroleerd - Experimenter expectancy (verwachtingen van de onderzoeker) en Experimenter reactivity (de invloed die de onderzoeker heeft op het gedrag van de participanten. Drie manieren om dit effect zo laag mogelijk te houden:

- Vermomming van zelfrapportage metingen. De participanten weten dan niet want de onderzoeker onderzoekt. Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material - Onopvallende metingen doen. De participanten hebben dan niet door dat ze geobserveerd worden.

- Metingen apart afnemen. Op verschillende tijden meten of door verschillende onderzoekers laten meten.

- Maar de beste manier is gewoon om te zorgen dat participanten geen invloed kunnen uitoefenen op het onderzoek.

Lees meer...

Tijdstip

2.00 – 3.00 s’ nachts We meten van elke proefpersoon:

1. Promillage alcohol (blaastest)

2. Stuurafwijking (aantal corrigerende stuurbewegingen)

Weergave observaties: Puntenwolk (scatter plot)  Alcoholpromillage op de X-as en Stuurafwijking op de Y-as.

• Elk punt geeft twee metingen van één persoon.

• Tezamen tonen de punten een verband tussen Alcoholpromillage en stuurafwijking: Hoe meer alcohol, hoe meer afwijking.

Lees meer...

Problem statements Probleemstelling ontwikkelen

- Wat is de relatie tussen variabele X en variabele Y? Of wat is de beste (regressie) vergelijking?

- Voorbeeld: a) in welke mate hangt IQ samen met studiesucces? b) in hoeverre hangt agressie op jonge leeftijd samen met het aantal delicten op latere leeftijd

- Correleren van demografische variabelen (zoals leeftijd, onderwijs, leeftijd, etc.) met de afhankelijke variabele Voorbeeld: Alcohol en Rijprestatie

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen