Uitvoering differentieel onderzoek
- Gepubliceerd in Psychologie
(uitwerking in stappen hieronder)
(uitwerking in stappen hieronder)
Wat is de determinatie coëfficiënt? r2 =? Is de kwadrant van de correlatie.
Geeft de hoeveelheid verklaarde variantie aan. Meestal wordt r2 gerefereerd als ‘proportie van variantie die verklaard wordt’ Deze procedure maakt het mogelijk dat onderzoekers vaststellen hoe bruikbaar de relatie is in het voorspellen van waarden. De determinatie coëfficiënt kan alleen serieus genomen worden als er minstens 30 participanten gemeten zijn.
Als eerste stap- Wat is de correlatie? r=? Richting en maat opmerken. Is de correlatie positief of negatie? Is de relatie klein of groot? Wijkt de correlatie significant van nul af (is er bewijs voor een verband)?
Tweede stap - Als er bewijs is voor dat verband, moet de p-waarde kleiner zijn dan de traditionele alpha waarde (0.05) of zelfs kleiner dan 0.01? P-waarde (Probability) - De mogelijkheid dat je zo’n grote/een grotere correlatie krijgt, als de correlatie in de populatie werkelijk nul was. Traditioneel gezien moet deze probability laag zijn voordat onderzoekers hun uitkomsten significant verklaren. P-waarde vaststellen - stel de vraag: ‘Hoe verschillend is verschillend?’ - Null
Hypothesis wordt gebruikt. Als de verschillen groot zijn, wordt de nul-hypothese verworpen. Als de verschillen nu zijn, wordt de nul-hypothese bevestigd.
Negatief -verwerping. Positief - bevestiging Onschuldig- geen verschil. Schuldig -verschil.
Correlaties range -1,00 tot 1,00 - sterkte van de relatie, teken: richting van de relatie
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material Soorten correlaties - Pearson product-moment correlatie
- Spearman rangorde correlatie
Altijd een scatterplot maken - Scatterplots kunnen non-lineaire relaties aanwijzen die niet te zien zijn met simpele correlaties.
Is de steekproef representatief?
Is de waargenomen relatie dezelfde in elke subpopulatie?
- Vermoedens van verschillen, dan correlatie berekenen in elke subpopulatie
- Moderator Variabele: een variabele die relatie tussen andere variabelen beïnvloedt
- Operationeel definiëren
- Behoefte aan betrouwbare en valide metingen
Twee effecten moeten worden gecontroleerd - Experimenter expectancy (verwachtingen van de onderzoeker) en Experimenter reactivity (de invloed die de onderzoeker heeft op het gedrag van de participanten. Drie manieren om dit effect zo laag mogelijk te houden:
- Vermomming van zelfrapportage metingen. De participanten weten dan niet want de onderzoeker onderzoekt. Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material - Onopvallende metingen doen. De participanten hebben dan niet door dat ze geobserveerd worden.
- Metingen apart afnemen. Op verschillende tijden meten of door verschillende onderzoekers laten meten.
- Maar de beste manier is gewoon om te zorgen dat participanten geen invloed kunnen uitoefenen op het onderzoek.
2.00 – 3.00 s’ nachts We meten van elke proefpersoon:
1. Promillage alcohol (blaastest)
2. Stuurafwijking (aantal corrigerende stuurbewegingen)
Weergave observaties: Puntenwolk (scatter plot) Alcoholpromillage op de X-as en Stuurafwijking op de Y-as.
• Elk punt geeft twee metingen van één persoon.
• Tezamen tonen de punten een verband tussen Alcoholpromillage en stuurafwijking: Hoe meer alcohol, hoe meer afwijking.
provinciale weg nabij uitgaanscentrum
automobilisten
- Wat is de relatie tussen variabele X en variabele Y? Of wat is de beste (regressie) vergelijking?
- Voorbeeld: a) in welke mate hangt IQ samen met studiesucces? b) in hoeverre hangt agressie op jonge leeftijd samen met het aantal delicten op latere leeftijd
- Correleren van demografische variabelen (zoals leeftijd, onderwijs, leeftijd, etc.) met de afhankelijke variabele Voorbeeld: Alcohol en Rijprestatie