Voorbeeld van operationalisering
- Gepubliceerd in Psychologie
-Voorbeeld 1. (Zie boek , p. 155) -Voorbeeld 2.
Alcoholisme: wanneer er 5 of meer glazen alcohol per dag worden geconsumeerd of meer dan 35 glazen per week.
-Voorbeeld 1. (Zie boek , p. 155) -Voorbeeld 2.
Alcoholisme: wanneer er 5 of meer glazen alcohol per dag worden geconsumeerd of meer dan 35 glazen per week.
Na probleem, operationalisering van constructen/variabelen -Definiëring -Waarnemingstermen -Meetprocedures De procedures voor metingen en/of te manipulatie van variabelen
Idee -(Observaties - Literatuuronderzoek -) Probleemstelling - Operationaliseren van
constructen - Vertaling in hypothesen na operationalisering van constructen.
- Onderzoek naar sommige causale hypothesen zijn onethisch
- Andere zijn niet gemakkelijk te testen door middel van een experiment
Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
- Differentiële en correlationele technieken verschaffen ons een ethisch verantwoord alternatief
Is hier echt sprake van een correlatie tussen het aantal mobiele telefoontjes in een huishouden en het aantal auto’s?
- Moeilijk om causaliteit te bepalen - Een correlatie is nog geen causaliteit
- Als A en B correleren dan Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
- A kan B veroorzaken - Maar B kan ook A veroorzaken
- Of een derde variabele veroorzaakt de correlatie tussen A en B (Spurieuze relatie)
- Confounders
- Zonder de mogelijkheid van experimentele controle is het bijna onmogelijk om te controleren voor alle mogelijk confounders
- Verwerp H0 (geen verschil tussen groepen) als p < .05 (alpha)
ER IS DUS WÉL VERSCHIL TUSSEN GROEPEN, ALS DE P-WAARDE KLEINER IS DAN 0.05
- Moeilijk om harde conclusies te trekken op basis van differentieel onderzoek. Want…
- Sampling problemen - Controle van alle confounders?
Als de afhankelijke metingen de score data representeren en er zijn twee groepen, wordt
een t-test voor onafhankelijke groepen meestal gebruikt. Independent Samples T-Test zijn in
SPSS te vinden.
Als er meer dan twee groepen en score data zijn, wordt de ANOVA gebruikt.
1. Interne validiteit 2. Flexibiliteit 3. Precisie van meten 4. Repliceerbaarheid
- Voor al het onderzoek geldt: mate van representativiteit van de steekproef beïnvloedt generaliseerbaarheid
- Factoren die de representativiteit beïnvloeden
- Beperkte toegang tot de te onderzoeken groep
- Vrijwillige deelnemers verschillen van mensen die niet meedoen
- Uitval
- Proefpersonen die het onderzoek niet afmaken, hebben invloed op de generaliseerbaarheid