Menu

Item gefilterd op datum: mei 2014

De sociale context: Het ontstaan van de Polis

DE FALANX EN POLIS

Er was een belangrijke verandering in hoe Grieken vochten en dit had ook een invloed op de veranderingen in de polis.

Tijdens de Bronzen Eeuwen -> individueel gevecht

Tijdens de Archaïsche Periode -> groeide uit tot een falanx.

GEVOLGEN:

  • democratisering van het gevecht
  • Wijziging in de politieke macht : medewerking van alle burgers aan de polis
  • effect op de waarden en de psychologie; “groep vecht als één man”
  • Er werd een nadruk gelegd op economische gelijkheid en groepsbelang (hamonoia)
  • De belangrijkste deugd was sophrosyne = zelfcontrole en gematigdheid geleid door echte zelfkennis.
  • De oude waarde arretè (deugdzaamheid) bleef bestaan, maar ten dienste van de polis.
  • De polis maakte het mogelijke voor ELKE burger om arretè te bereiken (wat voordien niet mogelijk was). De polis vroeg de actieve medewerking van ALLE burgers, de burgers die liever een rustig leventje thuis wilden leiden, werden idioten genoemd.

Lees meer...

Het oude Griekenland: De Archaïsche Periode (700 – 500 BC)

Het einde van de Donkere Eeuwen wordt gekenmerkt door een verandering in de vorm van sociale en politieke organisatie. De Archaïsche Periode begint met het ontstaan van de stadstaat of polis. Deze wordt geregeerd door de burgers van de staat, eerder dan door een koning. Maar de burgerschap was niet voor iedereen toegankelijk, alleen de mannen waren toegankelijk (buiten de slaven en metoiken). Het was dus eigenlijk geen perfecte democratie. De “rule of law” ontstond met deze vorm van sociale en politieke organisatie -> er moesten wetten werden gemaakt en gerespecteerd, er was geen tiran die alles bepaalde.

Lees meer...

Psychologie tijdens de Bronzen Eeuwen

De oudste kijk op de psychologie zijn de gedichten van Homeros; Ilias en Odysée. Deze waren als het ware de folkpsychologie van toen, omdat het gedichten waren over liefde, loyaliteit, passie en strijd. Al deze termen gaan over het gedrag van de mens.

PSUCHE

Het woord psuche is het eerste woord dat verwijst naar de ziel -> Psuche betekent levensadem, het tegenovergestelde van de dood.

Psychologie neemt zijn naam dan ook van deze term; de studie (logos) van de ziel (psuche).

Deze psuche verdween bij het slapen, maar het was niet actief bij het wakker zijn en het leefde verder bij sommigen na de dood. Het werd ook nooit geïmpliceerd als het veroorzaken van gedrag -> Gedrag wordt daarentegen geïmpliceerd in verschillende onafhankelijke sterfelijke „zieltjes‟.

Lees meer...

De sociale context: de tijd van krijgers en koningen

KRIJGSETHOS

Griekse mannen streefden naar fysieke sterkte, roem en glorie. De zaken die werden afgekeurd, waren zwakte (bv. Vrouwen) en zelfbelang. Het leven als groep was dus belangrijk. Het bereiken van roem moest altijd in dienst van de staat zijn.

ARETE (deugdzaamheid.)

Men moest leven volgens dit ethos en onsterfelijkheid verwerven door moed in de strijd.

Deugdzaamheid = een prestatie, en niet iets wat je bent. Niet iedereen kon deze deugdzaamheid bereiken Bv: vrouwen, kinderen, adolescenten, slaven en armen.

De Grieken hadden angst voor het noodlot, want het kon deugdzaamheid van hun weghouden. Begrip van deugdzaamheid is door het stoïcisme en christendom veranderd 

Deugdzaamheid als een staat van zijn en niet als een prestatie.

Lees meer...

Psychologie in de geschiedenis

Werd de geest ontdekt, uitgevonden of geconstrueerd?

Er zijn 4 mogelijke verklaringen:
1) “geest” is een natuurlijke soort: tijd-ruimtelijke universalia (cfr. Atomen)
2) “geest” is een sociale constructie (cfr. Heksen): ze bestaan niet echt
3) “geest” is een natuurlijk artefact: de geest bestaat maar het is een tijd-ruimtelijke
locale constructie (cfr. Mount Everest, hond)
4) “geest” is een sociale constructie die causale kracht heeft (cfr. Geld)

Voorbeelden: Sociale constructie van de geest

  • Eeuwige ego-identiteit: geest leeft verder na de dood
  • Tijdelijke ego-identiteit: geest sterft af samen met lichaam
  • Veranderende ego-identiteit: geest is tijdelijk en verandert voortdurend

Het idee van de geest is diep geworteld in allerlei religieuze systemen, door bijvoorbeeld:

  • het verschil te verklaren tussen levende en niet-levende dingen; de ziel is de essentie van de persoon
  • om menselijke persoon te verklaren.
Lees meer...

Historiografie van de psychologie

Historiografie is de geschiedenis en de methodologie van de geschiedschrijving. Er is enerzijds “oude” historiografie en anderzijds is er “nieuwe” historiografie. Oude historiografie is „van boven af‟, het is vooral de beschrijving van grote figuren, het is narratief (verhalend) en het is toegestemd tot een breed publiek, het moet dus goed en prettig leesbaar zijn.

Nieuwe historiografie is „van beneden af‟, het is de beschrijving van de gewone mensen, het is analytisch en statistisch, de Zeitgeist1.

De historiografie van de wetenschap doorloopt twee fasen:

1. “Oude school” tot 1950; geschiedenis van de wetenschap werd geschreven door wetenschappers. Dit was ook omdat zij in staat waren om de wetenschappelijke termen te begrijpen en uit te leggen.

2. “Nieuwe school” vanaf 1950; geschiedenis van de wetenschap werd geschreven door echte historici. Een voorbeeld is Kuhn, hij heeft namelijk ook een wetenschappelijke achtergrond (+ historicus).

De historiografie van de psychologie heeft dezelfde fasen doorlopen, maar wel wat later en het is nog steeds oncompleet. Een voorbeeld van een geschiedschrijver in de psychologie is Boring. Hij schreef de “History of experimental psychology” in 1929. Hij was zowel een wetenschapper als een psycholoog. Hij was tevens een student van Titchener. Zijn stijl van schrijven is volgens de Whig en het is internalistisch.

Ons standpunt van geschiedschrijving is narratief. De Zeitgeist wordt gehanteerd maar er is ook een bespreking van de grote figuren. Het is een mix van internalistische en externalistische schrijfstijl. En last but not least; GESCHIEDENIS IS GEEN WETENSCHAP, MAAR EEN MENSWETENSCHAP. (History is a humanity, not a science)

Lees meer...

Geschiedenis van de wetenschap

Het meest algemene probleem in het schrijven van geschiedenis, vooral geschiedenis van de wetenschap, is het onderscheid tussen oorzaak en reden in het verklaren van menselijke acties. Elke historische gebeurtenis kan worden verklaard op twee manieren; als oorzaken of als redenen. De spanning tussen rationele en oorzakelijke verklaringen stijgt wanneer de verklaring van menselijk gedrag onduidelijk is.

Voorbeelden:

President Ronald Reagon werd geschoten door een jongeman John Hinckley.

1) de oorzaak: Hinckley vuurde de kogel en dat is dan de oorzaak van Reagon‟s wonde.

2) de reden: hij zou het gedaan hebben om de liefde van Jodie Foster te winnen

Psychiaters beweerden dat Hinckley psychotisch zou zijn, er werden abnormale hersenscans opgemerkt. Hierdoor werd besloten dat het gedrag van Hinckley geen redenen had, maar dat het gewoon de oorzaak was van de aangetaste hersenen van Hinckley.

De spanning tussen redenen en oorzaken stijgt ook bij de verklaring van historische gebeurtenissen (de algemene geschiedenis).

De spanning tussen redenen en oorzaken in de geschiedenis van de wetenschap is permanent. Traditioneel werden in de geschiedenis van de wetenschap de redenen beklemtoond, dit leidde tot het ontstaan van de “Whig history” en het “presentism”. De nieuwe geschiedschrijving is realistischer.

Een belangrijk dimensie in de geschiedenis van wetenschap is internalisme vs. externalisme. Internalistische geschiedschrijving is vooral de beschrijving van grote figuren, zoals koningen en presidenten, oorlogen en revoluties, economische en sociale structuur. Externalistische geschiedschrijving beschouwt wetenschap binnen een breder sociale context waar het deel uit maakt en waarin het gebeuren plaatsvindt. De nieuwere, hedendaagse geschiedschrijving is meer externalistisch.

Naast de voorgaande verschillen tussen geschiedschrijvingmethoden, is er ook nog het onderscheid tussen de geschiedenis gemaakt door “de grote figuren” of door “Zeitgeist”.

Volgens de Zeitgeist standpunt van geschiedschrijving, wordt geschiedenis gemaakt door een groot, onpersoonlijke krachten buiten menselijke controle. Zij zien de mensen als iets heel kleins, onbelangrijks. Aanhangers zijn bijvoorbeeld Hegel en Marx (“Whig” + externalistisch). Tegenwoordig is er bij de geschiedschrijving geen vaste bestemming, maar het is extern en er is een rol van de figuren. Het is externalistisch en af en toe worden ook de grote figuren besproken.

Lees meer...

Wetenschap als visie zonder standpunt

Wetenschap streeft naar puur objectieve kennis waarin mensen geen rol spelen. Het moet kennis zijn dat geen standpunt heeft (cfr. Thomas Nagel – The View from Nowhere).

Thomas Nagel zegt dat eigenschappen van de realiteit ook bestaan zonder dat we ze kunnen waarnemen, zoals de primaire kenmerken. Primaire kenmerken zijn uitdrukkingen zoals grootte, vorm, gewicht, maat, enz. Deze dingen kunnen we niet met onze ogen waarnemen, maar we kunnen ze wel uitdrukken in getallen, maar we weten uiteraard dat deze eigenschappen zijn van de realiteit.

De belangrijkste historische bron van de visie zonder standpunt is die van Descartes. Hij maakt namelijk een onderscheid tussen het bewustzijn (ziel) en de materiële wereld. Volgens Descartes is het bewustzijn subjectief, want het is het perspectief waardoor we de wereld observeren. Het is hoe de wereld aan MIJ wordt voorgesteld, hoe IK het zie.

Deze visie zonder standpunt is belangrijk voor het succes van de wetenschap. Hierbij zijn belangrijke fenomenen kwantificering en replicatie. Kwantificering elimineert het standpunt van elk observator of theoreticus. En de replicatie van experimenten garandeert de mogelijkheid dat wat juist was voor 1 wetenschapper, waarheid zal zijn voor alle wetenschappers. MAAR is een dergelijke wetenschap van de mens mogelijk?

Lees meer...

Particuliere vs. Universele kennis

We maken gebruik van particuliere kennis in ons leefwereld, in het dagelijks leven. We gaan om met particuliere mensen en we bouwen kennis op over hun, zoals we kennis opbouwen over particuliere dingen of gebeurtenissen. Universele kennis wordt gebruikt voor de wetenschap. Wetenschap zoekt antwoorden, die als waarheid gelden op alle plaatsen en tijden, op universele vragen. Wetenschap is echter niet de enige in het zoeken naar universele kennis, wiskunde en religie doen dit ook. Bij wiskunde is dit bijvoorbeeld het logisch bewijs en bij religie is dit bijvoorbeeld de openbaring.

Bij zijn zoektocht naar de universele kennis vertrekt wetenschap van de observatie van particuliere feiten en bekomt zo uiteindelijk de universele waarheid.

Lees meer...

Reductie en vervanging bij psychologie?

De vraag naar reductie en vervanging is van belang in de psychologie. Kan de psychologie gereduceerd worden tot de (neuro)fysiologie, zou het vervangen kunnen worden? Of heeft het een bestaansrecht? Als het bijvoorbeeld zou gereduceerd worden tot de neurofysiologie, wat enkele observatoren beweren. Dan gaat men de hersenplaten ook moeten kunnen interpreteren en daarvoor heeft men de cognitieve psychologie nodig! Daarom is het nog altijd een vraagteken of het al dan niet gereduceerd of vervangen zou kunnen worden. Maar de meeste psychologen zijn van mening dat de psychologie een bestaansrecht heeft. Als argument wordt dan de visie van de gestaltpsychologie gebruikt; het geheel is meer dan de som van de delen (de delen zijn dan bv. Fysiologie, biologie, cognitieve psychologie, neurobiologie, enz.; het geheel: psychologie)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen