Voor socrates; oerstof of ordenende principe
materialistisch, realistisch
Thales van Milete - ging verder dan toegepaste wetenschap
- als eerste vraag naar oerstof
- ijs, water, wolken -> alles uiteindelijk uit water
Anaximenes - oerstof: lucht
- water vloeibaar geworden lucht, vuur verfijnde lucht
Heraclitus - oerstof: vuur is sleutel tot geheim van heelal, verandert alles substanties
- oerstof niet meer zo belangerijk, vooral principe van voortdurende verandering; ‘zijn -> worden’
- ordenende principe = logos (het woord) ; het eeuwige verstand
ontwikkelt zich doorheen alle tegenstellingen
‘alles is voortdurend in verandering’
=> telkens een conflict -> nieuwe dingen uit ontstaan
- zin-zicht: wijsheid leren inzien en zich er naar schikken -> rust -> geluk
=> begin van dialectische denken (Hegel)
Parmenides - tegenbeweging van voortdurende verandering: zoektocht blijvende, eeuwigdurende principe
- verandering is slechts schijn en bedrog (slechts een opinie)
Heraclitus: dynamiek progressief
Parmenides: ontkenning dynamiek conservatief
Zeno van Elea - trachtte schijnbare verandering te ontmaskeren
(Achilles en de schildpad-> geen rekening met snelheid)
Turkije (Thales, Heraclitus): natuurwetenschappen, inductief, empirisch, ervaring, experimenteel
Zuid-Italië (Parmenides, Zeno): mathematice, deductief, rationalistisch, verwondering, veel minder experim.
Protagoras - sofisten, sceptische revolte tegen beide stromingen
- niet overtuigd van absolute tegenstellingen, mens in middelpunt
mens is maatstaf van alle dingen
- relativisme: absolute waarheid is een illusie, mensen verschillen
- techniek van het argumenteren (sofisten waren handige redenaars)