Karl Marx
- Gepubliceerd in Wetgeving
- Lees 1872 keer
Situering - linkse hegeliaan, richtte internationale arbeidervereniging op > ‘socialisme’
- geloofde dat filosofie de wereld moest interpreteren én veranderen
Kritiek op Feuerbach ; akkoord met illusie vd godsdienst, maar …
- ‘de universele mens’ = abstractie, kijken naar levende mensen door geschiedenis
= historisch materialisme
- dialectische methode nt zomaar verwerpen; net van belang om nieuwe materialistische theorie te ontwikkelen
- godsdienst = ‘opium vh volk’ -> gehoorzaamheid, volgzaamheid dr machthebbers
-> uitweg uit menselijke ellende; enig ‘zin-zicht’
-> men wint niets door de godsdienst als zin-zicht te verwerpen, tenzij tergelijkertijd
inzicht in ware oorzaken én middelen
Kritiek op burgerlijke revolutie ; relativeert idee ‘Vrijheid, Gelijkheid, Broederlijkheid’
- Vrijheid die burgerij vrijer maakte; geen effect op arbeiders
-> vrij om voor hongerloon te werken in onmenselijke voorwaaren?!
- Gelijkheid ; formele gelijkheid die feitelijke ongelijkheid verborg
-> gelijke kansen? ‘de wet verbiedt arm en rijk onder bruggen te slapen’
- Broederlijkheid ; blijft hierdoor ook niet meer veel van over
indien ernstig nemen, ook omstandigheden scheppen waarin realiteit kan worden
De ontwikkeling van de mensheid ; # belangerijke stappen
- idee: mens pas ‘mens’: bewust en vrij gaat produceren mbv arbeid
-> plannen, ontwerpen, veranderen, ontwikkelen mbv technologie
- eerste fase: werken om leden vd stam in leven te houden; gn tijd cultuur,wetenschap
= primitieve communisme (weinig verschil dieren; geen klassen)
- dr ontwikkeling technologie -> meer dn voor direct gebruik ; meerproductie
- hierdoor beter planning en arbeidsdeling
- door ruil met andere stammen: handel
- door die handel: # vrijstellen voor studie, cultuur, wetenschap, … en filosofie
-> dit proces verloopt anders in elke stam
-> westerse klassenmaatschappij: slaven - feodalisme – kapitalistisme
Marx stelt een alternatief voor; democratische, socialistische maatschappij
- 2 pijlers: democratie (politiek én economisch) en socialistisatie
- afschaffing privébezit noodzakelijk
dit zal de heersende klasse niet zonder meer aanvaarden; verschillende overgangsvormen
democratisch-legaal vs revolutionair
Aliënatie is voor hem: - de planning werd de meeste arbeiders ontnomen
- het product dat ze maken hoort hun niet toe
- het loon dat ze verdienen is maar een klen deel v winst (meerwaarde)
- talenten die ze bezaten, verdwijnt door fabrieksarbeid
Hiernaast staat een dubbele reïficatie (Verdinglichung)
- vroeger was een werktuig een aanhangsel vd mens nu zijn wij aanhangsels vd machine
-> ipv mensen staan dingen meer centraal
- hetzelfde geldt voor ruilmiddelen: geld leidt bijna een eigen leven en bepaalt leven,status, …
Samengevat - ideeën alleen veranderen de wereld niet
- filosofie is een theorie die inzicht verschaft omtrent concrete mensen die hun over hun reële toestand
informeert
- de bevrijding van de arbeidersklasse kan alleen het werk zijn vd arbeiderskl.
-> niet de taak vd filosofen
Kritiek - verwijten van kerk, adel en burgerij omdat hij aanviel op de bestaande orde
- traditionele filosofen odmat hij economie, sociologie en politek erbij betrok
- # progressieve denkers verweten hem zijn optimisme, waarom dat wel beter?
- anarchisten geloofden niet in rol van de partij vn Marx
- andere socialisten verwierpen dialectiek: feodale tijd (T) – kapitalisme (A) – socialisme (S)