Menu

De aankomst van het Frans Positivisme: Auguste Comte

In de late jaren 1840 nam de toepassing van Comte's theorie de vorm aan van een religie van menselijkheid. De structuur van zijn voorgestelde samenleving was opvallend gelijk aan de hierarchische organisatie van de Rooms-Katholieke Kerk, met de mensheid als vervanger voor God en Comte als vervanger voor de paus.

In het kort, stelde hij dat de verklaringen van het leven veranderen van focus van een theologische naar een metafysische basis doordat de menselijke intellectuele vooruitgang verder gezet wordt. Een laatste verandering van een metafysische naar een positivistische basis definieerde de volwassenheid van de wetenschap voor Comte.

Wat is het verschilt tussen metafysische fase en de positivistische fase volgens comte?

Waar de metafysische fase zoekt naar causale verklaringen in non-fysieke abstracties of universaliteiten, zoekt de positivistische fase naar een coördinering van waarneembare feiten en naar het vinden van beschrijvende wetten van natuurlijke gebeurtenissen. Door de beschrijving te benadrukken sloot Comte de oorzakelijke verbanden in het posivitisme niet uit, maar betoogde hij wel tegen de voorkeur voor het zoeken naar causaliteit, iets wat ook vele eerdere filosofen bezig hield. Volgens Comte leidde zo’n voorkeur naar een kunstmatigheid omdat filosofen vatbaar waren voor de voorgekauwde notie van universaliteiten ten koste van observeerbare feiten, wat de echte kern van de wetenschap vormt.

Comte zijn kijk op de psychologie:

Comte stelde een lijst op van zes basiswetenschappen: wiskunde, astronomie, fysica, fysiologie of biologie en de sociale fysica of sociologie. Interessant genoeg liet hij psychologie achterwege en plaatste hij de studie van het individu onder de fysiologie. Zo ging hij akkoord met de zintuigelijk-fysiologische kijk op psychologie zoals eerder geformuleerd door Condillac en la Mettrie. … Comte voegde later de wetenschap van de ethiek toe, hiermee bedoelde hij niet de studie van de moraal, maar veeleer de studie van observeerbaar sociaal gedrag dat gericht is op het vinden van voorspellende wetten voor sociale planning.

Dit overzicht van twee eeuwen van Franse traditie identificeert verschillende invloeden op psychologie:

1) De voordelen van een natuurwetenschap werden duidelijk en ze creëerden een ideaal model voor de psychologie om vorm te krijgen.

2) 2) De dualistische visie van Descartes op de interactie lichaam-geest werd ernstig uitgedaagd. Het benadrukken van materialisme ten koste van mentalisme, een centraal thema van de Franse school die er voor koos om de geestelijke operaties te beperken door zintuigelijke mechanismen, leidde tot het in vraag stellen van de plaats van psychologie door zowel Biran als Comte.

Lees meer...

Julien Offroy de La Mettrie

Publiceerde verschillende werken die de rol van de hersenen in de menselijke pathologie benadrukten.

Het materialisme van La Mettrie hield in dat materie een actief element in zich had, wat de beweging is. Hij baseerde zijn conclusie op zintuigelijke ervaring die gevonden werden in de laagste dieren en planten. Deze observatie liet hem toe om een type van evolutionaire hierarchie in de beweging van de materie voor te stellen.

La Mettrie beargumenteerde dat psychologie uiteindelijk fysiologie is, en dat het dualisme van Descartes de dierlijke machine buiten beschouwing liet. Dit principe was hedonistisch in het feit dat het zoeken naar genot de ultieme kracht was die een individu vooruit stuwt.

In drie publicaties keerde hij zich af van de Christelijke leer en pleitte hij voor de belangrijkheid van zintuigelijk genot. Hij stelde een ethiek voorop die de acties van mensen beoordeelde op basis van hun verlangen naar zintuigelijke vervulling. La Mettrie slaagde in zijn betoog tegen de nood voor een aparte discipline van de psychologie.

Lees meer...

Étienne Bonnot de Condillac

De vroegere publicaties van Condillac illustreerden zijn waardering voor eerdere filosofische visies op psychologie, vooral die van Descartes en de Engelse filosoof John Locke. In zijn meest bekende werk, Traité des sensations (Verhandeling over de zintuigen) scheidde Condillac zich radicaal af van zijn voorgangers en bood een interpretatie van psychologische activiteit aan die gebaseerd was op alleen zintuigelijke ervaring.

Condillac begon met de ontkenning van Descartes' notie dat de geest geboren wordt met zekere onlevendige ideeën. Hij argumenteerde dat de hele complexiteit van de geest afgeleid kan worden van de mogelijkheid/capaciteit van een enkel zintuig. Om dit argument te illustreren, stelde hij de analogie van het standbeeld voor:.

  • Met een eerste zintuig wordt de aandacht verworden door de samenstellende stimulatie van zintuigelijke prikkels.
  • Wanneer een tweede zintuig wordt ontwikkeld wordt het oordelingsvermogen ontwikkeld omdat het standbeeld nu de prikkels kan vergelijken met twee zintuigelijke ervaringen.
  • Geheugen is een verleden ervaring die wordt hervonden door de prikkel van een huidige situatie, en verbeelding is een sterker gemaakt geheugen of een nieuwe combinatie van prikkels uit het verleden.
  • Benaderend en ontwijkend gedrag zijn de actieve oproeping van plezierige of onplezierige prikkels; de wil is een verlangen gebaseerd op een overdreven tendens van aanpak ten opzichte van een bereikbaar object.
  • Condillac stelde dat de mogelijkheid tot zelf-reflectie voorkomt als het resultaat van wissleingen tussen geheugen en objecten van de wil.

Bijdrage van Codillac tot de moderne psychologie:

In tegenstelling tot filosofen zoals Descartes die een actieve geest, die op zich een soort van spirituele of toch tenminste een niet-fysieke entiteit nodig had, voorop zette, vertrouwde Condillac enkel op de fysiologisch gebaseerde zintuigen. Daarboven introduceerde Condillac de notie van materialisme in het moderne psychologische denken.

Lees meer...

VOORUITGANG IN DE FILOSOFIE

Ten tijde van Lodewijk 14.

Censuur was relatief los gedurende de eerste helft van de achttiende eeuw en er werd zelfs informele toestemming gegeven om een aantal controversiële stukken te publiceren. Deze tolerantie eindigde in 1757 wanneer een onsuccesvolle poging tot het vermoorden van Lodewijk XV er voor zorgde dat er ernstige beperkingen kwamen op literatuur die de commentaar gaven op de staat of de kerk. Deze repressie zorgde er voor dat alle schrijvers elkaar vonden in gemeenschappelijke anti-staat en anti-kerk meningen. Zij werden gezamelijk de philosophes genoemd, en ze werkten samen voor clandestiene publicaties binnen Frankrijk en werkten ook samen om werken te laten drukken buiten het land en achteraf terug binnen te smokkelen.

Door hun anti-overheidsgeschriften inspireerden de philosophes sommige leiders van de Amerikaanse Revolutie en brachten ze bij aan de groei van onrust die uiteindelijk zou leiden tot de Franse Revolutie. De anti-kerkelijke geschriften van deze groep had een grote impact op de psychologie, vooral door de ontwikkeling van een visie die probeerde om het Christelijke (dat is de Scholastische) notie van de ziel te zuiveren van aandacht binnen de psychologie.

Lees meer...

René Descartes

Wat publiceerde hij?

Zijn Discours de la méthode, gepubliceerd in 1637, beschreef de evolutie van zijn denken. Vertrekkend vanuit totale twijfel en scepticisme ging Descartes door naar het eerste principe van zekerheid en geldigheid: “Ik denk, dus ik ben” (Cogito ergo sum, je pense donc je suis). Met deze bekende uitspraak maakt hij duidelijk dat het enige zekere feit waar we absolute zekerheid over kunnen hebben onze eigen ervaring is en ons eigen bewustzijn van onze kennis is. Door de traditionele visies omtekeren verzekerde Descartes dat onze kennis van onszelf het meest zekere principe is, en dat de realiteit van de externe wereld onzeker is.

Descartes gebruikte het concept God wanneer het ging over het handelen met de externe wereld want omdat we de idee van perfectie kennen moet er ook een entiteit zijn die deze volledige perfectie bezit en deze entiteit is God. Het Platonisme van zich afstotend, ging Descartes er van uit dat de perfecte God geen mensen zou scheppen die onbetrouwbare zintuigen hebben.

De kritieke factor in het denken van Descartes is zijn steun op het zelf-bewustzijn van onze ideeën, die ons dan toestaan om God te kennen en eventueel ook onze externe omgeving. De idee van het zelf, God, en de dimensies van ruimte, tijd en beweging zijn allemaal inherent aan de ziel, of de geest; dit betekent dat ze niet afgeleid zijn van ervaring, maar van de essentiële rationaliteit van de geest.

Werken:

  • 1641 – Gedachten over eerste filosofie
  • 1644- Principes van filosofie
  • 1650- Verhandeling over de passies van de ziel
  • 1662- Verhandeling over de Mens.

Het systeem van Descartes erkende de vooruitgang in de natuurwetenschappen, die de fysieke wereld conceptualiseerden als zijnde geregeerd door mechanische wetten. Met uitzondering van God en de menselijke rationele ziel, is alle realiteit fysiek en kan het uitgelegd worden door mechanische relaties.

Verder waren er twee niveaus van activiteit in het universum:

  • De fysieke wereld van de materie die de bevelen van mechanische wetten opvolgden
  • De spirituele wereld die alleen weerspiegeld wordt in het menselijk redeneren.

Het bekende Cartesiaanse dualisme is dan een toepassing van het algemene onderscheid tussen de mechanische en spirituele niveaus van het universum op de menselijke activiteit.

De relatie tussen de geest en het lichaam is een psychofysieke interactie. Het menselijke lichaam met zijn mechanische handelingen is anders dan dat van andere dieren omdat het door de geest bestuurd wordt. Dit orgaan is enkelvoudig en gesitueerd tussen de hemisferen van de hersenen. Hoewel de hypothese van Descartes over de pineal gland de relatief primitieve staat van de fysiologie weergeeft, is het toch belangrijk om te erkennen dat Descartes consistent wees op de rol van de hersenen als een overgangsagent tussen de spirituele energie van de hersenen en de fysieke krachten van de lichamelijke functies. Hij was dus de eerste moderne filosoof definieerde de geest als het object van de psychologie.

In een analyserende visie bestuurde hij de lens van het oog en beschreef ook de mechanismen die aan de basis van de oculaire reflexen lagen. Hij maakte studies naar een primitieve wiskunde. Als onze kennis voldoende was, zouden we alle wetenschappen en alle lichamelijke functies naar mechanische verklaringen kunnen herleiden. De enige uitzondering hierop is het menselijke redeneren.

Drie trends in de psychologie kunnen herleid worden tot Descartes.

  • De eerste: psychologie als een introspectieve wetenschap die het menselijke bewustzijn onderzoekt, vindt steun bij de geldigheid van het eerste principe van de geest door Descartes bedacht.
  • Ten 2de : psychologie als een puur behavioristische studie wordt versterkt door, hoewel indirect, het Cartesiaans dualisme; dit is de interactie tussen geest en lichaam die aangeeft dat open, observerend gedrag betekenisvol is.
  • Ten 3de ; psychologie als een fysiologische wetenschap wordt ondersteund door de aanname van Descartes dat alle menselijke activiteiten, buiten het denken en het voelen, gerelateerd zijn aan lichamelijke fysiologie en dus begrepen mogen worden als puur psychofysiologisch.

Verschil tussen Spinoza en Decartes:

Beide filosofen focusten op de belangrijkheid van de rede.

De filosofie van Spinoza was meer radicaal omdat hij vertrok vanuit een geloof in een leiden door een persoonlijke God en het pleiten voor een monistische visie op de relatie lichaam-geest. De beschrijving van de eenheid tussen geest en lichaam zorgde voor de benadrukking van Spinoza dat enkel de mens in staat was om te redeneren.

Anderen volgden Spinoza en namen zijn monistisch concept, maar verlegden de benadrukking ofwel naar het materialisme van het lichaam of naar de spiritualiteit van de geest.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen