Menu

SAMENVATTING H3

  • synapsen geven chemische stoffen, neurotransmitters af, die het ontvangende neuron exciteren of inhiberen
  • afgifte van weinig neurotransmitters heeft een geringe invloed op de ontvangende cel (IPSP, EPSP). Deze respons sommeert met andere en zal uiteindelijk wel of niet tot een response leiden
  • de meeste drugs werken in op het synaptisch mechanisme
  • te veel of te weinig van een bepaalde neurotransmitter kan leiden tot abnormaal gedrag
  • drugs/medicijnen grijpen aan op specifieke systemen doordat verschillende systemen verschillende transmitters gebruiken
  • bijna alle (verslavende) drugs beïnvloeden de afgifte van dopamine in het brein
Lees meer...

(ABUSED) DRUGS

  • drugs lijken op lichaamseigen stoffen
    • LSD, marihuana, cocaine
    • werken in op bestaande synaptische mechanismen: synthese, release, reuptake, etc.
    • plantaardig

1) omdat dieren dezelfde neurotransmitters hebben, gebruiken planten deze om ze af te schrikken/aan te trekken

2) omdat planten deels dezelfde neurotransmitters hebben

  • werking
    • deels substantie afhankelijk
    • gezamenlijk: dopamine productie in Nucleus Accumbens (basale ganglia) = plezier centrum (sex, drugs, & rock ‘n roll)
    • electrode in nucleus accumbens: ‘zelf-bevredigende’ ratjes

WERKING DRUGS & MEDICIJNEN

  • agonist: versterkt effect neurotransmitter
  • anatagonist: vermindert effect neurotransmitter
  • mixed agonist/antagonist: werking afhankelijk van transmitter-systeem of dosisafhankelijk
  • affiniteit van een drug/medicijn: neiging dat die stof zich aan een receptor bindt
  • activiteit(=efficacy): neiging de receptor te selectedren
    • bv. een stof met een grote affiniteit en een kleine efficacy is een antagonist: blokkert receptor
  • oorzaak bijwerkingen, verschillen in werking
    • substanties in medicijnen hebben ook affiniteit tot andere receptoren
    • zelfde receptoren in verschillende systemen aanwezig
    • individuele verschillen in receptoren
Lees meer...

SYNAPSEN & PERSOONLIJKHEID

  • bv. de hoeveelheid specifieke dopaminereceptoren in individuen blijkt geassocieerd met persoonlijkheid
    • D2: pleasure seeking, alcoholisme, gokken e.d., hypothese: gedrag om minder gevoelige D2 receptoren toch te selectedren
    • D4: relatie met novelty seeking (impulsief, onderzoekend), schizofrenie
    • het D2/D4 gen is ‘een’ factor die persoonlijkheid beïnvloedt
  • maar: de relatie is niet erg sterk: veel andere factoren spelen ook een rol
    • bv. alcolisme vergt ook aanleg om alcohol te metaboliseren
Lees meer...

BELANG SYNAPTISCH OVERDRACHT VOOR

  • medicijnen/drugs werken in op de synaptische overdracht van specifieke neurotransmitters

  • verschillende orgaansystemen gebruiken ’eigen’ specifieke neurotransmitters en hormonen
    • medicijnen en drugs (bv. nicotine, cocaïne) werken in op specifieke orgaansystemen
    • zo ook: specifieke gedragsaspecten hangen met bepaalde neurotransmitters samen

  • n.b. medicijnen zijn natuurlijke stoffen (veelal geproduceerd door planten)
    • dierlijke en plantaardige(!) cellen werken met dezelfde neurotransmitters
Lees meer...

VERWERKING NEUROTRANSMITTERS

  • soms afbraakom re-activatie te voorkomen (bv. door het enzym acetylcholinesterase)
    • onderdelen terug naar presynaptische cel: hersynthese
    • onderdrukking van afbraak (bv. van acetylcholinesterase) kan tot multiple activaties leiden

  • soms re-uptake = snelle presynaptische heropnamedoor ‘transporters’ (serotonine, catecholamines)
    • sommige medicijnen werken door heropname tegen te gaan  versterkt de werking van de neurotransmitter (bv. Prozac)

  • soms verdwijnenneurotransmitters zonder afgebroken te worden
    • peptide neurotransmitters
Lees meer...

HORMONEN

  • hypothalamus regelt de hormoonhuishouding door productie van eigen hormonen
  • via posterior hypofyse  oxytocine, vasopressine
  • via anterior hypofyse 

ACTH: bijnierschors

TSH: schildklier

prolactine: borstklieren

GH: groei in het gehele lichaam

FSH & LH: geslachtsklieren

  • negatieve feedbacksysteem houdt hormoonniveaus constant
  • bv. te laag niveau schildklierhormoon  stimuleert hypothalamus (TSH productie ↑) schildklierhormoon productie ↑
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen