Menu

HOE VINDT EEN AXON DE WEG?

  • onderzoek
    • extra poot salamander kreeg de juiste aansturing omdat het axon de juiste spier vond
    • watersalamander (‘newt’): axonen visuele baan groeiden naar de oorspronkelijke plaats terug, ook na omkeren oog
    • blijkbaar groeien axonen altijd naar het juiste gebied…
  • Mechanismen van groeigeleiding

1. globaal: axonen groeien langs een pad van moleculen op celoppervlakken, bv.

dorsale retina naar dorsale receptoren op tectum vanwege concentraties TOPDV

2. precisie: naburige neuronen selecteren axonen met vergelijkbare signalen en wijzen andere af (bij retina al voor blootstelling aan licht vanwege ‘sweeps’)

 neuraal Darwinisme

  • apoptose (geprogrammeerde celsterfte): als een axon niet op tijd de juiste neurotrofine van een receptor-neuron ontvangt, sterft het neuron af (neurotrofine: ‘je bent hier goed, dood jezelf niet’) DUS: er worden teveel neuronen aangemaakt en het overschot sterft
  • er zijn vele neurotrofines (bv. NGF, BDNF)
  • gebeurt tot laat in de adolescentie (prefrontale cortex)
  • volwassenen: geen apoptose meer, geen neurotrofines nodig voor overleven neuronen (wel voor vertakkingen dendrieten en axonen)

Lees meer...

NEURONVORMING NA GEBOORTE?

  • 19e eeuw: geen nieuwe neuronen na geboorte
  • later: er is welneuronvorming na geboorte
    • eerste jaren zelfs ~250.000 neuronen per minuut
  • mensen

- niet in de cerebrale cortex

- wel de geurreceptoren (‘olfactory neuronen’): deze sterven na ~2 maanden, (a) stamcellen in de neus blijven delen tot neuronen; (b) stamcellen dieper in het brein maken olfactory neuronen aan die migreren

  • bij zoogdieren (incl. mensen)

- stamcellen in hippocampus delen tot stamcel en neuron (gaat wel langzaam)

- deze overleven door leren, wellicht codering voor tijd van leren

  • bij vogels: in hersengebied voor zang en in hun hippocampus

Lees meer...

SOORTEN VERANDERING IN CNS

  • voor de geboorte
    • proliferatie: vorming nieuwe cellen (primitieve neuronen en glia cellen) uit stamcellen
    • migratie: neuronen en glia cellen bewegen naar de uiteindelijk bestemming, volgen chemische paden (vele immunoglobulines, chemokines)
    • differentiatie: neuronen ontwikkelen vorm (eerst axon, dan dendrieten), wordt deels bepaald door omgeving en ontwikkelingsstatus (bij transplantatie)

  • na geboorte ook
    • myelinatie: myelinevorming door glia cellen, eerst ruggemerg, dan hindbrain, midbrain, forebrain (gedurende vele jaren)
    • synaptogenese: vorming van synapsen, gaat door gedurende leven, maar neemt wel af
    • apoptosis: geprogrammeerde afsterving cellen
Lees meer...

ONTWIKKELING

  • opbouwen van de hersenontwikkeling, parafraserend:

1. plaats deze axonen hier, en die dendrieten daar

2. kijk of het werkt en verwijder wat niet werkt

3. maak af en toe nieuwe verbindingen en behoudt alleen de meest succesvolle verbindingen

  • opbouw met name bij embryo’s en kinderen maar gaat ook nog door bij volwassenen

  • let op: effecten van leren en ontwikkeling zijn moeilijk te onderscheiden
Lees meer...

SAMENVATTING H4

  • nervous system
    • centraal systeem: hersenen & ruggemerg
    • perifeer systeem: somatisch en autonoom zenuwstelsel (sympatisch vs. parasympatisch: ligging, functie, neurotransmittors)
  • navigeren: dorsaal, ventraal, posterior, anterior, lateraal, mediaal etc.
  • ruggemerg: Bell-Magendie wet, witte/grijze stof
  • hersenstructuren
    • hindbrain: pons (slapen, kruising), cerebellum (bewegen, evenwicht), medulla (vegatatief); ook : hersenstam, craniale zenuwen
    • midbrain: superior colliculus, substantia nigra
    • forebrain: cerebrale cortex, limbisch systeem, basale ganglia, hippocampus; (hypo-) thalamus
  • cerebrale cortex, kwabben: pariëtaal (ruimtelijk, homunculus), frontaal (planning, werkgeheugen, motoriek, homunculus), occipitaal (visueel), temporaal (taal, herkennen)
  • cortex (schors): 6 laminae, kolommen, inter-hemisferische verbindingen
  • methoden: hersenanatomie (frenologie), hersenactiviteit (EEG, MEG, fMRI), hersen-beschadigingen, stimulatie (TMS, electrisch, chemisch)
  • over diersoorten: relatie ratio hersenmassa- lichaamsmassa en IQ is beperkt
  • mensen: (beperkte) relatie tussen IQ en grijze massa en specifieke hersengebieden,oorzaak of gevolg?
  • geringe geslachtsverschillen: hangt vermoedelijk (deels?) samen met verschil in interesse

Lees meer...

GESLACHTSVERSCHILLEN

  • vrouwen hebben (vergeleken met mannen)
    • kleinere hersenen (ook relatief tot lichaamsafmetingen)
    • meer en diepere sulci
    • grotere neurondichtheid in sommige temporaal kwabdelen
    • vaker gelijke afmetingen van de linker en rechter temporaal kwabben
    • andere vorm van de visuele cortex
    • grotere hippocampus
    • kleinere amygdala
  • nauwelijks gedragsverschillen
    • IQ gelijk
    • vrouwen praten niet meer, mannen schaken niet beter
    • erkend verschil: mannen hebben beter ruimtelijke vaardigheden (bv. navigatie), vrouwen scoren meestal verbaal hoger
    • verschillen meestal vanwege interesseverschillen (is dat aangeleerd??)
  • mannen en vrouwen
    • (grijze massa correleert met IQ)
    • vrouwen hebben een vergelijkbaar cortex oppervlak en aantal neuronen (vanwege meer sulci bij vrouwen )
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen