Menu

psychology of education

een discipline die zich bezig houdt met onderwijzen en leerprocessen. Ze passen de methoden en theorieën toe was de psychologie om te onderwijzen en te leren en hebben ook hun eigen methoden en theorieën.

Een positieve relatie van leraar met leerling is een krachtige kracht voor leerlingen. Leerlingen met problemen hebben het meeste baad bij goed onderwijzen.

Een mening is dat onderwijzen een op theorie gebaseerde wetenschap is. Anderen zeggen dat onderwijzen

Lees meer...

Educational psychology

gaat over een breed gebied van training en werk van educatie psychologen die psychologische theorieen, onderzoek en technieken toepassen voor kinderen en jong volwassenen met mogelijk leermoeilijkheden, emotionele en gedragsmatige moeilijkheden.

Educational psychologists:

- Werken met kinderen en jong volwassenen met moeilijkheden.

- Worden inhehuurd door locale educatie autoriteiten, of werken zelfstandig.

- Werken meestal samen met ouders, leraren ed.

Lees meer...

Intergenerationele therapie

interpreteert therapeut actuele problemen gezin binnen context van opeenvolgende generaties in familie. Volwassenen betrokken bij behandeling dienen zich bewust te worden van invloed die ervaringen in hun gezin van herkomst hebben op hun huidige functioneren in relaties.

Therapeut, taxeert onderlinge verhoudingen familie, 4 dimensies van relationele context;

(1) Feitelijke context (2) Psychologische processen (3) Waarneembare interacties (4) Relationele ethiek.

Pas vanaf jaren 70 kwam effectonderzoek op gang. Resultaten vergelijkend effect-onderzoek op gebied van individuele behandeling en gezinstherapie zijn dikwijls moeilijk te interpreteren vanwege allerlei methodologische tekortkomingen:

  • Uit meta-analyses (resultaten van verschillende onderzoeken gecombineerd en geannalyseerd) komen positieve effecten van gezinstherapie naar voren:
    • Behandelde meestal (niet altijd) beter aan toe dan niet-behandelde
    • Schizofrenie minder terugval (1 gezin effectiever dan groepsgezintherapie)
    • Iets betere resultaten bij jongere (kinderen adolescenten)
    • Risico negatieve effecten groter als therapeut gezin direct confronteert met gevoelige thema’s en weinig structuur biedt tijdens eerste gesprekken
    • Effect specifieke vorm varieert naar gelang stoornis (echter niet consistent)
    • Weinig effectief (zonder klachtgerichte individuele interventies) bij ernstige en chronische stoornissen (schizofrenie, unipolaire, bipolaire stemmingsstoornis, verslavingen, autisme, ernstige gedragsstoornissen)
    • Betere resultaten indien individugerichte interventies gecombineerd worden met gezinsinterventies bij schizofrenie, alcoholisme, drugsgebruik, dementie of relatieproblemen, depressieve vrouwen met slecht huwelijk, adolescenten met gedragsstoornis of drugsmisbruik, meisjes met anorexia nervosa en autistische kinderen.

Verdienste grondleggers gezinstherapie is in elk geval dat ze aandacht hebben gevestigd op invloed van interpersoonlijke factoren op ontstaan en voortbestaan van afwijkend gedrag en psychisch lijden. Benadering psychopathologische stoornissen uitsluitend gericht op interactionele processen, is echter te beperkt (individueel-psychologische biologische factoren niet uit oog verliezen).

Er is veel kritiek geleverd.

  • Metaforisch taalgebruik en onduidelijke, soms zeer verschillende definiëring concepten (theorieën hierdoor moeilijk te onderzoeken)
  • Opvatting dat bepaalde interactiepatronen in gezin psychopathologische stoornissen bij individuele gezinsleden zouden veroorzaken (misschien wel samenhang maar niet noodzakelijk causaal)
  • Opvattingen die rechtstreeks ontleend zijn aan algemene systeemtheorie en cybernetica fel bekritiseert, m.n. circulaire causaliteit: wetenschappers nemen vak niet serieus als zij menen zich te kunnen onttrekken aan reductionistische werkwijze. Ook in klinische praktijk levert idee circulaire causaliteit problemen op: kan leiden tot dubieuze conclusies (kind zelf oorzaak van incest)
  • Stelling dat individuele behandeling van gezinslid vaak leidt tot problemen bij een ander gezinslid. Aanname dat psychische stoornis functie heeft in handhaven stabiliteit gezin; gezinssysteem zou psychopathologische symptomen nodig hebben om te kunnen functioneren: verslechteringshypothese (psychische gezondheid van partner, etc. verslechterd – geen empirische steun voor gevonden, slechts in uitzonderingsgevallen en dan was dat vaak te wijten aan voor behandeling reeds bestaande relatieproblemen)
  • · Te eenzijdig gericht op interactiepatronen. (Biologische en cognitieve processen krijgen weinig aandacht.)

Lees meer...

Structurele gezinstherapie

observatie spontane interacties tussen gezinsleden tijdens therapie het belangrijkste diagnostische instrument (therapeutisch systeem)

De therapeut beoordeelt 5 aspecten van het gezinsfunctioneren:

  • Gezinsstructuur; op basis van kenmerkende interactiepatronen in het gezin.
  • Flexibiliteit; de mate waarin het gezin in staat is zich aan te passen aan veranderingen in het gezin en in de omgeving.
  • Resonantie; de mate waarin gezinsleden reageren op het gedrag van een van hen.
  • Context gezin; stressfactoren en bronnen van sociale steun in de omgeving, de ontwikkelingsfase waarin het gezin zich bevindt.
  • Rol die problemen aangemelde patiënt spelen in handhaven bestaande interactiepatronen in het gezin.
Lees meer...

Gespleten loyaliteit

kind gedwongen te kiezen voor 1 van beide ouders tegen de ander. Loyaliteitsconflict oplossen (bemiddelen) of ontvluchten (onverschillig gedrag of gedrag dat aandacht afleidt). Mogelijk gevolg, latere leeftijd gekweld door ambivalente houding tov partner kinderen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen