Typen stress
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1598 keer
Stress en verlies van hulpmiddelen (ook wel hulpbronnen of reserves genoemd)
Hobfoll stelde een model op voor het ‘bewaken van reserves’ voor stress, waarbij wordt aangenomen dat individuen zich inspannen om de hulpmiddelen waaraan een grote waarde wordt gehecht (bijv. voorwerpen, rollen, persoonlijke eigenschappen zoals gevoel voor eigenwaarde, energie, tijd, geld en vaardigheden) te beschermen. Volgens hem ontstaat stress wanneer er sprake is van een feitelijk of dreigend verlies van hulpmiddelen of van het ontbreken van winst nadat hulpmiddelen zijn geïnvesteerd.
Gedacht wordt dat hulpmiddelen kwantificeerbaar en ‘reëel’ zijn en daarom voor alle mensen hetzelfde ‘betekenen’ als ze verloren gaan.
Acute stress
Bij onderzoeken naar stress die zich acuut manifesteert, wordt meestal onderscheid gemaakt tussen stimuli die zeldzaam maar rampzalig zijn aan de ene kant en veelvoorkomende acute stressoren, zoals examens, aan de andere kant.
Volgens de theorie van de omgevingsstress is stress een gecombineerde psychologische en fysiologische reactie op belasting.
Coping via zelfredzaamheid: iemands aanname dat hij of zij onder bepaalde omstandigheden in staat is tot een bepaald copingsrespons. Dit is bepalend voor stressreacties en voor het vermogen van individuen om te herstellen van hun verlies door gebruik te maken van hun overblijvende hulpmiddelen voor coping.
Een hoge mate van stress kan het geheugen en de concentratie van mensen tijdens cognitieve activiteiten belemmeren. De wet van Yerkes-Dodson: er is een optimaal niveau van arousal nodig om de concentratie en het geheugen te handhaven, te weinig of te veel arousal kan een nadelig effect op de prestaties hebben.
Gebleken is dat examens van invloed zijn op gezond en ongezond gedrag zoals roken, snoepen, alcohol drinken en lichaamsbeweging. Dit verband tussen stress en gedrag is een indirecte route waardoor stress mogelijk van invloed is op ziekte.
Examens lijken voor sommigen zo veel stress op te leveren dat de vatbaarheid voor ziekten erdoor wordt verhoogd. Dit komt doordat de werking van het afweerstelsel door de stress wordt onderdrukt.
Stressreactiviteit: de fysiologische arousal, zoals toegenomen hartslag of bloeddruk, tijdens een potentieel stressvolle ontmoeting.
Chronische stress
Vaak worden de chronische effecten van stress bestudeerd in de werkomgeving. Soms ook bij verkeersopstoppingen, verkeersagressie, geluidshinder en drukte in het openbaar vervoer. Controleverliesi n deze situaties lijkt een belangrijke rol te spelen bij de beleving van stress.
Gedacht wordt dat burn-out het gevolg is van chronische, langdurige werkstress. Maslach definieerde burn-out als een syndroom van drie fasen van emotionele uitputting, depersonalisatie en verminderde persoonlijke prestaties.
Er wordt gesuggereerd dat stress ontstaat (o.a. op het werk) doordat de omgevingsvariabelen (belasting of draaglast) niet overeenkomen met persoonlijke variabelen (reserves of draagkracht). Dit heeft te maken met de ‘aanpassingsgraad’, die dynamisch en niet statisch is, in die zin dat draaglast en draagkracht in de loop van de tijd kunnen veranderen.
Volgens het job demand-control model van Karasek is van de volgende beroepskenmerken vastgesteld dat ze stress veroorzaken:
- belasting
- controleerbaarheid
- voorspelbaarheid
- ambivalentie
Volgens dit model bepaalt een combinatie van belasting en controle of de werknemer al dan niet stress ervaart.
Zowel een te zware belasting als een te geringe belasting is stressvol: frustratie en verveling als gevolg van een te geringe belasting blijken voor sommige werknemers even stressvol te zijn als overmatige belasting.
Uit onderzoek blijkt dat bij interventies om de stress in de werkomgeving te verminderen, het nodig kan zijn verschillende factoren aan te pakken, afhankelijk van rang en geslacht. Voor vrouwelijk personeel kunnen interventies die zijn gericht op aannamen over zelfredzaamheid nuttig zijn. Voor hogere rangen moeten voorzieningen voor ondersteuning in de werkomgeving worden uitgebreid.