‘Theory of mind’
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1711 keer
= set van ideeën over mentale activiteiten (wat is denken? Wat is geloven?...)
Kinderen van de lagere schoolleeftijd hebben een meer reflexieve, procesgerichte visie op het denken en op
psychologische factoren die prestatie kunnen beïnvloeden (ze zien de hersenen als actief) :
> Beter inzicht in aandacht en geheugen
> Ze vatten de relaties tussen mentale activiteiten beter
Bv. dat herinneren cruciaal is om te begrijpen en dat begrijpen het geheugen versterkt
> Ze begrijpen dat mentale inferenties een bron van kennis zijn
doordat ze dit laatste begrijpen, hebben ze inzicht in “false belief” van de tweede orde ,
waardoor ze:
- Beter de redenen vatten waarom iemand anders tot een bepaalde overtuiging (‘belief’) komt
- Beter het standpunt van andere kunnen innemen
ð Oorsprong :
- Ervaringen op school
- Private taal, d.w.z. terwijl kinderen lezen, rekenen en schrijve
Illustratie van het begrijpen van “false belief” van de tweede orde:
De onderzoeker vertelt dit verhaal en laat deze foto’s zien. Vervolgens stelt hij de vraag “Waar denkt
Lisa dat Jason de brief zal zoeken?”. Rond 7 jaar gaan ze het correcte antwoord geven, nl. “Lisa denkt
dat Jason de brief onder zijn hoofdkussen zal zoeken”. (omdat zij niet gemerkt heeft dat Jason gezien
heeft dat ze de brief in de schuif gelegd heeft)