Menu

Stress, persoonlijkheid en ziekte

Deel dit artikel:

Persoonlijkheid: de dynamische organisatie binnen het individu van die psychische en fysieke systemen die bepalend zijn voor het karakteristieke gedrag en gedachten (Allport).

Van sterke verbanden die werden verondersteld tussen persoonlijkheidskenmerken en gedragsvormen, of zelfs kans op ziekten zijn we inmiddels niet meer zo zeker.

Persoonlijkheidstrekken zijn constructen die een nuttig middel vormen waarmee we gedragspatronen kunnen karakteriseren, waarbij clusters van persoonlijkheidskenmerken vaak ‘typologieën’ vormen.

Er zijn verschillende mogelijke modellen over de wijze waarop persoonlijkheidsvariabelen aan ziekte en gezondheid zijn gerelateerd:

- in sommige gevallen vormt de persoonlijkheid een voorspellende factor voor het ontstaan van ziekte. Dit standpunt vormt de grondslag van de psychosomatische traditie, waarbij bepaalde ziekten in verband worden gebracht met bepaalde persoonlijkheidskenmerken.

- Soms wordt waargenomen dat de persoonlijkheid als gevolg van een ziekte verandert. Dit is een psychosomatisch verband, dat wil zeggen vanuit het lichaam naar de geest.

- Bij sommige persoonlijkheidstypen kan ongezond gedrag worden bevorderd dat een voorspellende factor is voor ziekte, zoals roken; daardoor heeft de persoonlijkheid een indirect effect op ziekte (zie hfst 3)

- De persoonlijkheid speelt mogelijk een rol bij de ziekteprogressie of prognose, doordat deze van invloed is op de wijze waarop iemand met symptomen of ziekte-episoden omgaat; vijandige mensen maken bijvoorbeeld mogelijk geen effectief gebruik van sociale steun.

De persoonlijkheidsdimensie van de ‘Big Five’

De Big Five:

  1. inschikkelijkheid, dat wil zeggen coöperatief
  2. nauwgezetheid, d.w.z. verantwoordelijk
  3. extraversie, d.w.z. sociaal
  4. neuroticisme, d.w.z. gespannen, nerveus
  5. openheid, d.w.z. fantasievol, open voor nieuwe ervaringen

Elk van deze factoren wordt beschouwd als een adaptieve verzameling persoonlijkheidskenmerken waarmee individuen en groepen zich aan de eisen van het leven kunnen aanpassen. Elk van deze factoren is op een andere wijze gerelateerd aan gezondheidsgedrag, symptoomperceptie, coping en ziektegedrag.

Type-A-gedrag en persoonlijkheid

Het zoeken naar een persoonlijkheid die kwetsbaar is voor aandoeningen van de kransvaten leidde tot de ontdekking van een constellatie van gedragingen dat type-A-gedrag wordt genoemd. Type-A-gedrag is een multidimensionaal concept waarin handelingen en emotie zijn gecombineerd; het gedrag manifesteert zich in de volgende aspecten:

- competitiegeest - ongeduldigheid

- gehaast gedrag (teveel proberen in te weinig tijd) - prestatiegericht gedrag

- gemakkelijk geergerd/verhoogde vijandigheid - krachtig spraakpatroon

Mensen met type-B-gedrag zijn omgekeerd van Type-A, ze zijn ontspannen en hebben weinig agressieve neigingen.

Uit latere onderzoeken bleek dat gezonde mensen met type-A-gedrag niet meer kans hadden dan mensen met type-B-gedrag om een dodelijke hartaanval te krijgen.

Bij verschillende onderzoeken kwam vijandigheid naar voren als belangrijke voorspellende factor voor ziekte. Vijandigheid wordt gedefinieerd als een persoonlijkheidskenmerk dat uit emotionele, cognitieve en gedragsmatige componenten bestaat. Woede wordt als een centrale, emotionele component beschouwd die door het individu wordt beleefd en wordt geuit in de vorm van agressieve of vijandige handelingen of uitingen. Het uiten van boosheid lijkt het meest gepaard te gaan met aandoeningen van de kransvaten en remming of onderdrukking van woede vertoont vooral verband met een risico op hypertensie.

Vijandige mensen vertonen gedrag dat gezondheidsrisico’s met zich meebrengt (zoals een groter gebruik van alcohol en sigaretten). Ze kunnen in geringere mate van psychosociale hulpmiddelen of interpersoonlijke steun profiteren, dus hebben ze een minder grote ‘buffer’ tegen de negatieve effecten van stressvolle of problematische gebeurtenissen.

Psychosociale kwetsbaarheidshypothese: vijandigheid wordt beschouwd als moderator van de relatie tussen stressvolle omgevingskenmerken en gezondheidsproblemen.

Vijandige mensen reageren meestal sterker op stress dan niet-vijandige mensen. Omdat zij een sterkere stressreactiviteit hebben en minder buffers, zijn zij kwetsbaarder voor aandoeningen van de kransvaten.

Persoonlijkheid type C

Er zou een sterk verband bestaan tussen een passieve en hulpeloze stijl van coping en een slechte ziekteprognose.

Persoonlijkheidstype C: een cluster van persoonlijkheidskenmerken dat tot uiting komt in een stoïcijnse, passieve reactie op coping, waarbij emoties niet worden geuit.

Kenmerken van mensen met persoonlijkheid type C:

- coöperatief en vergevingsgezind

- inschikkelijk en passief

- stoïcijns

- subassertief en geneigd tot zelfopoffering

- neiging om negatieve emoties te onderdrukken, met name boosheid

Uit verschillende onderzoeken bleek dat er een vergroot risico op kanker is voor mensen met persoonlijkheidstype C.

Persoonlijkheid type D

Persoonlijkheid type D: een persoonlijkheidstype dat wordt gekenmerkt door een hoge mate van negatief affect en sociale geremdheid.

Dit persoonlijkhiedstype kan het best worden beschreven als een ‘angstige’ persoonlijkheid. Ze beleven meer negatieve emoties, maar onderdrukken dezen, terwijl ze ook sociaal contact mijden.

Type D wordt als nadelig beschouwd voor de prognose en de uitkomst bij cardiovasculaire aandoeningen.

Neuroticisme

Mensen die hoog scoren op neuroticisme worden gekenmerkt doordat ze geneigd zijn tot het hebben van negatieve emoties met negatieve opvattingen en negatief gedrag als gevolg. Het kan zijn dat deze mensen dankzij hun karakter worden blootgesteld aan meer negatieve stressoren. Het kan ook zo zijn dat zij systematisch bepaalde gebeurtenissen vertekenen.

Een ander persoonlijkheidskenmerk dat een relatie zou spelen tussen stress en gezondheid is het negatief affect (NA). Deze personen worden gekenmerkt door een gegeneraliseerde negatieve visie, sterkere mate van introspectie, een sombere, gedrukte stemming en een geringe eigendunk.

Toch blijkt uit veel onderzoeken dat er geen verbanden zijn tussen persoonlijkheidskenmerken en de ontwikkeling van bepaalde ziekten en aandoeningen. Waar wel een verband voor is gevonden, is de mate van controlegerichtheid. Hierbij gaat het om de behoefte om een overzicht te willen hebben van de stand van zaken zowel voor wat betreft de omgeving als het eigen lichaam, behoefte aan structuur, taxeren van risico’s, plannen maken enz. Bij weinig of geen controle vindt men mensen die impulsief handelen, spontaan en onverwachte dingen doen, improvisatietalenten enz.

Weerbaarheid

Aspecten van de persoonlijkheid waardoor de negatieve gevolgen van stressvolle ervaringen mogelijk worden verminderd zijn de mate van weerbaarheid en optimisme.

Weerbaar wordt men dankzij een basis van rijke, gevarieerde en belonende ervaringen tijdens de jeugd. Weerbaarheid komt tot uitdrukking in gevoelens van betrokkenheid, controle en uitgedaagd worden. Deze factoren oefenen geen directe invloed uit op de gezondheid, maar gedacht wordt dat een weerbaar persoon die al deze eigenschappen bezit beter gewapend en beschermd is tegen het gevoel van stress, zodat hij dankzij deze kenmerken gezond zou kunnen blijven.

Optimisme

Dispositioneel optimisme: een overwegend positieve opvatting en positieve verwachtingen over de afloop van een levensgebeurtenis. Dispositioneel optimistische mensen maken minder vaak interne, stabiele en globale attributies bij negatieve gebeurtenissen; d.w.z. dat ze stress vaker als veranderbaar en specifiek beschouwen en afkomstig van externe bronnen die potentieel vatbaar zijn voor verandering of die gemakkelijker kunnen worden genegeerd dan interne attributies.

Gebleken is dat optimisme voordeel oplevert, zowel voor gezonde populaties die met stressvolle gebeurtenissen worden geconfronteerd als voor patiëntenpopulaties die met uiteenlopende aspecten van hun ziekte te maken hebben. Optimisme lijkt tot beter functioneren en tot betere prognoses te leiden doordat optimistische mensen gebeurtenissen op zodanige wijze beoordelen dat ze vaker gebruik zullen maken van probleemgerichte copingstrategieën.

Het zou goed zijn om interventies te ontwerpen waarin optimistische opvattingen bevorderd zouden worden. Waarschijnlijk kunnen zulke opvattingen in stand worden gehouden door succesvolle resultaten van coping. Er zou gekeken moeten worden of optimisme versterkt zou kunnen worden door vaardigheidstraining in coping en door positieve terugkoppeling op succesvolle inspanningen. Als dit het geval is, zou optimisme meer gaan lijken op wat zelfredzaamheid wordt genoemd.

Er bestaat ook onrealistisch optimisme: het standpunt dat alleen anderen onaangename gebeurtenissen meemaken.

Optimistische opvatting kunnen een verschillend effect hebben, afhankelijk van de context en de beheersbaarheid van de ziekte.

Zelfredzaamheid (efficacy): de technische term van Bandura die analoog is aan zelfvertrouwen.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen