Menu

Onderzoeksmethoden van de psychologie

Deel dit artikel:

  • Onderzoeksmethoden
     Kwantitieve methoden
    = meten, voorspellend

     Kwalitatieve methoden
    = beschrijven, interpreteren, begrijpen
  • De observatie
    Wanneer voor een bepaald onderwerp geen gegevens voorhanden zijn, moet de onderzoeker ze systematisch gaan opzoeken.
    Met de observatie kan met gedrag onderzoeken in een natuurlijke omgeving of in kunstmatige situatie.
    Bv. natuurlijke omgeving: Observatoren observeren Jan terwijl hij speelt op de
    speelplaats.
    kunstmatige situatie: Observatoren bekijken jan van achter onewayvenster
    in een labspeelruimte.

    Knelpunten die zich kunnen vooroden bij het observeren
    - tijdverslindend
    - onderzoekers zijn vaak geneigd dingen te zien die ze willen zien
    - moeilijk om alles waar te nemen
    - moeilijk voor herhaling, dus moeilijk voor controle
    - gedrag word beïnvloed als mensen weten dat ze geobserveerd worden
  • Interview en de enquête
    Het is niet altijd mogelijk om gedrag van mensen te observeren.
    Soms hebbe we te maken met gdrag dat zich in de privésfeer bevindt.

    Om over dergelijke aspecten van het menselijke handelen toch betrouwbare gegevens te verzamelen, kan men aan de proefpersonen vragen stellen.

    Dit kan mondeling of schriftelijk:
     Mondeling
    Door interview af te nemen
    Altijd direct mondeling contact
    We maken onderscheid tussen: - checklistgesprek
    - open interview


     Schriftelijk
    Door een enquête.
    Onderzoeker hoeft niet aanwezig te zijn.
    Altijd vaste vragenlijst.
    Goedkope manier om op korte tijd informatie te verzamelen over een grote
    groep mensen.
  • De test
    We kunnen de testmethode als een specifieke vorm van interviewen of enquêteren beschouwen.
    Een instrument om op korte tijd en op systemtische wijze veel informatie te verwerven

     Hoe werkt een test?
    bij het afleggen van een test moeten proefpersonen een aantal problemen
    trachten op te lossen. Voor elke oplossing krijgen ze een score. De totale
    score biedt informatie over wat de test tracht te meten.

     Kenmerken van de psychometrische test
    - betrouwbaarheid
    (= een test moet bij een eerste en bij een tweede afname dezelfde uitslag
    hebben)
    - validiteit
    (= een test moet meten wat hij zegt te meten)
    - ijking
    (= een test wordt geijkt voor een bepaalde groep)
    - objectiviteit
    (= eigen mening van de onderzoeker wordt uitgesloten)
  • Experiment
    Om de oorzaken van een fenomeen op controleerbare manier na te gaan, gebruikt de wetenschapper de experimentele methode.

     onafhankelijke variabele
    = de manipulatie zelf
    De variablelen die metn wijzigt
     afhankelijke variabele
    = resultaat manipulatie  reactiesnelheid
    Hun verandering is afhankelijke van de onafhankelijke variabele
     experimentele situatie
    = experimenteer groep
    bekijkt de reactie van de onafhankelijke variabele die hier ofwel afwezig
    is ofwel ongewijzigd blijft, op de afhankelijke variabele.
     controlegroep
    hier kunnen oorzakelijke verbanden tussen factoren vastgesteld worden


    Bv. Onderzoek tussen twee variabelen: de voedingsgewoonten van leerlingen
    en hun verstandelijke prestaties.
    1) Onafhankelijke variabele worden hier de hoeveelheid mineralen en
    vitaminen.
    2) Na 9 maanden neemt de onderzoeker een test af om te zien of de
    afhankelijke variabele (de verstandelijke prestatie) wijzigingen heeft
    ondergaan
    3) De experimenteergroep krijgt pillen met inhoud(mineralen en
    vitaminen) de controlegroep krijgt een placebo.
    4) De onderzoeker kon een verband vaststellen tussen
    voedingsgewoontes en verstandelijke prestaties bij leerlingen

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen