Kurt Lewin (1890-1947) and the Application of Gestalt Pyschology (p 230)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1197 keer
Kurt Lewin zocht applicaties voor psychologie. Tijdens zijn toer in de 1ste ww schreef hij een paper The War Landscape waarbij hij de soldaat zijn life space beschreef. Wat voor een burger een mooie plek om te picknicken is kan een gevaarlijke plek zijn voor soldaat. Boundary, direction en zone komen allen terug in Lewin’s krachtenmodel.
Taylor bracht met zijn Scientific Management propageerde een systematische, tijd-gemeten, per-stuk beloning gebaseerde managementaanpak. Lewin bracht daar tegenin dat werk life value heeft en daarom verrijkt en gehumaniseerd dient te worden.
Lewin werkte bij de universiteit van Berlijn als privé docent en wist aardig wat studenten (en dus inkomsten) te krijgen.
B = f(P,E) waarbij B is een functie f van een persoon P die interacteert met de omgeving E. Elk persoon P beweegt zich in een ‘psychologisch’ veld wat Lewin life space noemde. Zo’n life space bevat positieve of negatieve valentie. Deze veroorzaken vectoren die ofwel uitzetten ofwel krimpen. Hiermee bouwde hij zijn topological psychology. Zijn topologische vectoren modellen werden ook wel Lewin’s eggs en zelfs Lewin’s potatoes genoemd.
Hij demonstreerde zijn materiaal in Yale University –zonder Engels te kunnen praten- m.b.v. van een filmpje waarop een baby op een gemarkeerde steen probeert te zitten. De baby dacht dat hij er alleen op kon zitten als hij bleef kijken naar de steen. Uiteindelijk stopte de baby zijn hoofd tussen zijn benen en kon zo op de gemarkeerde steen zitten –een inzichtelijke oplossing.
Hij bracht ook naar voren dat wanneer een keuze gemaakt moet worden tussen 2 positieve dingen (beloningen), en de keuze is gemaakt, de alternatieve keuze opeens beter lijkt. Wanneer zowel een positieve als negatieve kracht werken op een object (een kind dat in de boom wil klimmen maar niet durft) zal op-en-neer bewegen ten opzichte van het object. Bij twee negatieve krachten zal het kind proberen de derde optie te kiezen: wegwezen.
Toen Hitler de macht greep in ’33 zocht Lewin hulp bij zijn Amerikaanse vrienden. Dit lukte en hij kon bij Cornell in de afdeling Home Economics aan de slag. Na twee jaar was zijn aanstelling verlopen en week hij uit naar Iowa. Hier zag hij o.a. dat ondanks de positieve valence van een doel maar klein is, zodra hier een grote hoeveelheid moeite voor moet worden uitgevoerd de beloning desondanks groot is.
In een experiment over democratisch/autoritair leiderschap liet hij twee groepen kinderen, onder leiding van een leider, onder verschillend leiderschap een project maken. In de groep met autoritair leiderschap bleken ruzies veel vaker voor te komen en zochten de kinderen naar zondebokken voor hun fouten. De democratische groep was veel vriendelijker.
In wat Lewin action research noemde paste hij toe in een fabriek in Virginia. De fabriek draaide maar op halve kracht vergeleken met een noordelijk gelegen fabriek en na diverse pogingen was er geen verbetering. Uiteindelijk wist Lewin, d.m.v. democratisch leiderschap, de productiviteit te verhogen.
Door de oorlog was vlees schaars en Lewin deed een experiment om mensen meer lever, hersenen, hart e.d. te eten. Twee groepen, één werden onderwezen door Margaret Mead, de ander was een discussiegroep die zelf discussieerde wat te doen. Uiteindelijk bleek 30% van de discussiegroep ook daadwerkelijk het andere vlees te hebben bereidt en maar 3% bij Margaret Mead.
Lewin stichte het Research Center for Group Dynamics in MIT en het Commision on Community Interrelations (CCI) dat discriminatie en vooroordelen onderzocht.
In een CCI studie bleek dat maar weinigen in New York bezwaar hadden tegen zwarte winkel verkopers. Van degenen die wel ernstige bezwaren hadden bleek bijna de helft wel eens bij een zwarte verkoper zaken te hebben gedaan en hier ook terug te komen.
Een andere CCI studie vondt dat in gemengde wijken (met ong 70% zwarten) de meeste positieve relaties tussen blank en zwart bestond. In volledig blanke wijken zijn de mensen banger dan die in een gemengde wijk wonen.
Gestalt therapy
Gestalt therapie heeft niets te maken met Gestalt psychologie. Gestalt therapie nam enkele begrippen over van Gestalt psychologie en trok deze ver uit zijn verband tot er niets meer van over was.