James McKeen Cattell (1860-1944) (p 327)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1092 keer
Cattell was één van de eersten die bij Wundt zijn Ph.D. haalde. Veel van Cattell’s experimenten voerde hij op zichzelf uit, o.a. naar roken, drank, koffie, conditie. In dit opzicht leek hij veel op Galton.
In zijn paper Mental Tests and Measurements beschreef hij een tiental mentale testen (dit was ook de eerste keer dat de term mental test werd gebruik). Hij liet zijn studenten een test doen bij aanvang van het jaar. Uiteindelijk wist een student van Cattell, Clark Wissler, aan te tonen m.b.v. Pearson’s correlatiecoëfficiënt dat er geen correlaties zijn tussen de Cattell test en behaalde resultaten. Testen naar hogere mentale functies waren noodzakelijk.
Cattell concludeerde uit een onderzoek naar herinneringen dat onze herinneringen vaak minder betrouwbaar zijn dan we denken.
Hij liet studenten grijstinten beoordelen (dit kwam overeen met de resultaten van meetinstrumenten). Hierna liet hij hen ook psychologen indelen. Hij deed, in Galtonische traditie, ook onderzoek naar de achtergronden van die psychologen. Hij was eveneens een voorstander van eugenetica.
Hij werkte als professor op Columbia University en uiteindelijk heeft hij daar 50 Ph.D.’s begeleidt. Hij had veel kritiek op het bestuur van de universiteit en door zijn weerstand tegen Amerikaanse inmenging in de 1ste WW kon hij vertrekken.
Toen hij vertrokken was kocht hij de rechten op het blad Science for slechts 25 dollar en had het geluk de ontdekking van X-rays door Wilhelm Roentgen te plaatsen. Op een bepaald moment bracht Cattell 7 bladen uit. Hij was de eerste wetenschapper die publiceerde, promootte en als bedrijfsman optrad.