Menu

Erfelijkheid van gedrag

Deel dit artikel:
  • ons lichaam bestaat uit eiwitten: m.n. bouwstenen en enzymes (biokatalysatoren)
  • de eiwitten zijn gecodeerd in de celkern als DNA (Deoxyribo-Nucleic Acid)
    • 4 nucleotiden: Adenine, Guanine, Cytosine, Thymine
  • gen: stukje DNA dat de informatie bevat voor de opbouw van één eiwit
  • DNA (celkern)  RNA (kern  cytoplasma)  aanmaak van een eiwit (eiwitsynthese)
  • een gen bepaalt een (deel van een) eigenschap, bv. oogkleur (iris)
  • een kete van genen: chromosoom
  • de mens: totaal 23 paar chromosomen en ca. 30.000 genen per cel, veel junk (ongebruikte) DNA
  • 2 gelijke chromosomen per cel, één van vader, één van moeder
    • uitzondering: de geslachtschromosomen XY
  • welke genen actief zijn (= eiwitten produceren) verschilt per weefsel (orgaan), de rest wordt onderdrukt
    • gentherapie: genezen van genetische ziekten door inbrengen van nieuwe/vervangende genen, o.a. via virussen (=nauwelijks nog succesvol)
  • homozygoot (voor een bepaalde eigenschap): twee identieke genen in een individu
  • heterozygoot: twee verschillende genen
  • een dominant gen bepaalt de zichtbare eigenschap (=fenotype), en
  • een recessief gen bepaalt de zichtbare eigenschap alleen als het andere gen ook recessief is (dus bij een homozygote situatie)
  • voorbeeld: hoge smaakdrempel van PTC is recessief

Voorbeelden

  • T: lage smaakdrempel, t: hoge smaakdrempel PTC
  • ouders: Tt x Tt

kans op kind met genotype TT (fenotypisch T, p=25%), Tt (T, 50%), tt (t, 25%)

  • bloedgroep: A en B dominant, O recessief
    • genotypes:

AA (homozygoot) en AO (heterozygoot)  fenotype A

BB (homozygoot) en BO (heterozygoot)  fenotype B

AB (heterozygoot)  fenotype AB

OO (homozygoot)  fenotype O

  • geslachtschromosomen: mannen XY, vrouwen XX
  • sex-linked(sex-gebonden) genen liggen op X of Y
    • bv. hemofilie (bloederziekte) en rood-groen kleurenblindheid liggen op X en komen dus meer voor bij mannen (8%) dan bij vrouwen (8%x8%=0,64%)
    • X: stuurt aanmaak van 1500 eiwitten, Y: slechts 27 eiwitten (o.a. SRY gen voor testis ontwikkeling)
  • vaders geven hun X altijd aan hun dochter en hun Y aan hun zoon
    • X bevat meer informatie  zoons zouden meer dan dochters op hun moeder lijken
  • sex-limited genen*
    • aanwezig bij beide geslachten, komt alleen tot uiting bij één geslacht onder invloed van geslachts-hormonen (bv. baardgroei)

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen