Charles Darwin (1809-1882) (p 301)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 794 keer
Darwin’s grootste inspiratie kwam uit zijn wereldreis met de H.M.S. Beagle. Hij trok op Cambridge al veel op met de geestelijke en botanist John Stevens Henslow. Bij toeval werd Darwin uitgenodigd als naturalist op de Beagle. Een oom betaalde zijn onkosten.
Darwin was religieus en vroeg zich bijvoorbeeld af waarom God zoveel verschillende dieren had geschapen. Op de Galapagos eilanden vondt hij schildpadden en vinken met afwijkende elementen (bijv een langere snavel om tussen de rotsen te pikken en een korte op andere eilanden). Door de sterke stromingen en winden konden de beesten niet naar de andere eilanden. Vele lange en moeilijke jaren later publiceerde hij zijn evolutietheorie.
De theorie van Thomas Robert Malthus dat de populatiegroei zo groot is dat er op een bepaald moment te weinig eten zal zijn bracht Darwin op het idee dat hierdoor goede eigenschappen (in het gevecht om eten) meer kans hebben op overleven.
Één van de redenen dat zijn evolutietheorie pas 20 jaar na zijn eerste ideën uitgegeven werd was dat zijn verslag van zijn reis op de Beagle (The Voyage of the Beagle) een succes was. Ook leed hij aan vermoeidheden, waarschijnlijk Chagas disease die hij opgelopen had in Argentinië. Toen hij samen met Alfred Russel Wallace, die gelijksoortige ideeën had, samen hun theorieën openbaarde was de reactie lauw. Pas toen in 1859 Darwin zijn On The origin of Species by Means of Natural Selection, or the Preservation of Favorable Races in the Struggle for Life werd zijn theorie een hit.
Gregor Mendel demonstreerde aan het eind van de 19de eeuw de overerving van fysieke karakteristieken in planten. De basis van de moderne genetica.
In Darwin’s The Descent of Man beschreef Darwin wat hij daarvoor alleen gehint had; dat mensen afkomstig zijn van apen. Hij onderzocht hiervoor apen in de Londense dierentuin die hij o.a. in spiegels liet kijken om hun reactie te meten. Ook bekeek hij gezichtsuitdrukkingen van normale mensen, kinderen en zwakzinnigen. Hij kreeg veel erkenning van over de hele wereld voor zijn bijdrage maar niet door het britste koningshuis. Hij werd wel in Westminster Abbey begraven; hij onderhield altijd goede banden met religieuze mensen (waaron een vicaris).
Darwin, Freud en Einstein worden gezien als de drie grote ‘disturbers of thought’.