Parate-kennisvragen 11 t/m 17
- Gepubliceerd in Mechanica
- Lees 858 keer
11. Hoe verklaar je dat het bij dooiweer toch vaak zo koud is? Om het ijs te kunnen laten smelten is warmte nodig. Deze wordt dan onttrokken uit de omgeving, waardoor het dan vaak nog koud is.
12. Van welke twee omstandigheden is de warmte, die benodigd is voor een smeltproces, afhankelijk? De hoeveelheid stof en de soort stof.
13. Geef een definitie van smeltwarmte. De smeltwarmte is het aantal joule dat nodig is om 1 kg vaste stof bij het smeltpunt geheel over te laten gaan in een vloeistof.
14. Geef een definitie van stollingswarmte. De stollingswarmte is het aantal joule dat vrijkomt als 1 kg vloeistof bij het stolpunt geheel overgaat in een vaste stof.
15. Is de stollingswarmte groter dan, gelijk aan of kleiner dan de smeltwarmte? De stollingswarmte is gelijk aan de smeltwarmte.
16. Welk symbool wordt gebruikt voor smeltwarmte en stollingswarmte? Het symbool rs 17. In welke eenheden wordt smeltwarmte uitgedrukt? In J g-1, In kJ kg-1 en J kg-1