Menu

De coördinatie van conversatiebijdragen (Grice)

Het coöperatieve principe stelt dat mensen, wanneer ze effectief willen communiceren met elkaar, moeten samenwerken met elkaar door te spreken op een sociaal aanvaarde manier. Daarbij is het belangrijk dat ze vier regels volgen:

  • Kwantiatieve maxime: ze moeten er voor zorgen dat hun bijdragen voldoende, maar ook niet te veel informatie bevatten.
  • Kwaliteitsmaxime: sprekers moeten de waarheid spreken. Als ze iets absurd zeggen, dan schenden ze dit principe
  • Relevantie maxime: sprekers moeten er voor zorgen dat hun bijdragen direct en pertinent zijn. Het toont aan dat gesprekken sequentieel zijn, m.a.w. wat de ene persoon zegt, moet inspelen om wat de andere persoon zegt, en moet passen binnen de algemene conversatie.
  • Manner Maxim: sprekers moeten duidelijk zijn

Vb. A: wat heb je gedaan vandaag?; B: opgestaan, ontbeten, naar school gegaan (en niet ontbeten, opgestaan en naar school gegaan).

Als iemand deze vier regels niet kent, kan je er niet mee communiceren. Maar soms schenden we deze regels expres. Zo kan men het relevantiecriterium schenden omdat men een bepaalde vraag te intiem vindt (vb. iemand stelt een persoonlijke vraag en je antwoord: slecht weer vandaag.. ).

In sommige gevallen blijken communicatoren ook te kiezen voor ambigue boodschappen. Dat is met name het geval wanneer zij zich gevangen voelen tussen twee onaangename alternatieven. (vb. als iemand vraagt hoe zijn (slechte) boekbespreking was en je antwoordt: ‘je was dapperder dan ik zou zijn omdat je niet wilt zeggen dat het slecht was maar ook niet zeggen dat het goed was omdat je dan zou liegen).

Lees meer...

Interactie binnen de klas

  • Verschilt grondig van de conversatie
  • Meest kenmerkende van discours in klascontext is de onevenwichtige machtsverhouding: de leerkracht heeft meer macht dan de student.
  • Het discours in de klascontext bevat ook meer jargon dan het discours in alledaagse conversaties.
  • Het discours in klassen is gepland, zo niet is dit destructief voor de geloofwaardigheid van de leerkracht.
  • Ten slotte zijn klasbijeenkomsten ‘publiek’ vooral taakgeörienteerd.
Lees meer...

De conversatie:

Het is de meest gewone vorm van gesproken communicatie. Via conversaties creëren en onderhouden we relaties, exploreren en ontwikkelen we persoonlijke identiteiten, enz.. Het is dus essentieel om sociaal te overleven.

McLaughin:

  • De meest private en meest persoonlijke vorm van communicatie, verschilt de conversatie van alle andere soorten discours.
  • Het is de meest wederkerige en evenwichtige vorm van discours omdat de participatiegraad gelijk is.
  • Men gebruikt informele taal en men deelt persoonlijke informatie.
  • De participanten spelen voortdurend in op elkaar, waardoor het ook gekenmerkt wordt door aarzelingen, herformuleringen, ..
  • Er is een graad van vrijheid aanwezig die niet in andere vormen van discours aanwezig is
  • Het is privaat: je herhaalt niet tegen andere mensen wat er gezegd is in een gesprek
  • Buitenstaanders hebben het moeilijk om conversaties te interpreteren omdat de participanten impliciete, private codes gebruiken die hun unieke band bevestigen.

Lees meer...

Studie van taal

Linguistiek : studie van de natuurlijke taal.

Systeemlinguistiek : Taal als systeem met regels

Fonologie : studie van het klankensysteem

  • kleinste significant = foneem ( vb. in het Nederlands: b en p)
  • fonologische kennis maakt het ons mogelijk om gekende woorden correct uit te spreken, om te weten hoe onbekende woorden zouden moeten klinken, belangrijke en onbelangrijke klankvariaties in taal op te merken, vreemde accenten op te merken, en nieuwe woorden te maken die correct klinken.

Semantiek : studie van het betekenissysteem , woordformatie en de interne structuur van woorden.

  • Kleinste eenheid = morfeem
  • Vrij morfeem = zelfstandig naamwoord (vb. poes)
  • Gebonden morfeem : voor of achter vrij morfeem (vb. –achtig, -tje)
  • Morfologische kennis maakt het ons mogelijk om een geluidsstroom in betekenisvolle eenheden op te delen, om de vorm en de betekenis van woorden te herkennen, te zien hoe het toevoegen of weglaten van een morfeem de betekenis verandert, en om nieuwe woorden te maken

Syntaxis ; studie van structuur van de regels die de samenvoeging van woorden tot begrijpelijke zinnen mogelijk maken

  • kleinste eenheid is de zin
  • zonder grammaticale structuren zouden we de ambiguïteit van de zinnen niet inzien (vb. de jongen die jan heeft geslagen).
  • syntactische kennis: maakt het ons mogelijk om grammaticaal correcte en incorrect combinaties van woorden te ontdekken, om woorden in de juiste volgorde te zetten en om te zien hoe het wijzigen van de volgorde kan leiden tot het wijzigen van de betekenis, om zinnen te produceren die we voordien nog nooit gehoord hebben en om ambigue zinnen te herkennen.

Pragmatiek : studie van sociale context van taal : bestudeert de taaluitdrukkingen en de sociale context waarin ze past.

  • Kleinste eenheid is het discours
  • Kenmerkend: de idee van de ‘adaptability of language’: de interactanten dienen hun taalgedrag steeds aan te passen aan de eisen van de context
  • Pragmatische kennis maakt het ons mogelijk om de communicatieve doelstellingen van de anderen te interpreteren, om te zien hoe de context onze taalkeuzes beïnvloed, om taalkeuzes te maken die onze intenties op de juiste manier communiceren, en om rekening te houden met informatie over de sociale wereld en de kennis daarvan bij de gesprekspartner.

De “ coordinated management of meaning theorie” (CMM): laat ons verstaan op welke manier individuen context gebruiken om een pragmatische betekenis aan te duiden. Zij geloven dat als je succesvol wilt communiceren je rekening moet houden met 4 levels van context:

  • Episode: de situatie waarin we ons bevinden tijdens een interactie
  • Relatie: verwijst naar de rolverplichtingen die we ervaren t.o.v. de andere, vb. docent <-> student
  • Life script : een professionele of persoonlijke identiteit vb. liefdevolle ouder, creatieve artiest, strenge prof,..
  • Cultural management: verwijst naar de culturele normen die we delen met anderen identiteit gebaseerd op nationaliteit , religie , bestaande cultuur van examineren binnen de Vlaamse universitaire context.

Lees meer...

Vormen van taal

  • Dialecten : taal die gesproken wordt in subgroepen
  • Pidgins : een eenvoudige taal die bewust is gecreëerd zodat mensen die nieuw zijn in een regio kunnen communiceren met mensen die er al langer leven. Vb. soldaten die tijdens de oorlog pidgins spreken met de lokale bevolking.
  • Lingua Franca: een derde taal die mensen van verschillende taalgemeenschappen spreken om handel te voeren (vb. Engels)
  • Jargon : het gebruik van speciale of technische woorden door leden van bepaalde beroepsgroepen; Vakjargon , taal die gebruikt wordt in een professionele omgeving
  • Argot : verwijst naar het gebruik van woorden in een andere dan de klassieke betekenis, meestal door niet-dominante groepen in de maatschappij die bepaalde dingen verborgen willen houden. Vb. dieventaal
  • Taboetaal : Woorden die niet geaccepteerd worden in de samenleving
Lees meer...

De saphir-worf hypothese

  • De reden waarom de oorsprong van onze taal de oorsprong van ons denken beïnvloed, heeft te maken met dat we zowel in taal denken en herinneren.
  • Linguistisch determinisme : taal bepaald het denken.
  • Linguistische relativiteit : mensen van verschillende taalgemeenschappen verstaan bepaalde woorden verschillend. Iets uitleggen in onze taal is makkelijker dan iets uitleggen in een andere taal , vb. ; Frans , vele vormen van personen jij in het Nederlands = tu / vous in het Frans
  • Grammaticale verschillen : disfemismen <-> eufemismen
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen