Webers “algemene” en “specifieke” rationalisatiethese
Rationalisatieproces = geheel van elkaar versterkende en bestrijdende processen. De term heeft bij Weber twee betekenissen: een algemeen-theoretische en een bijzonder-empirische.
Algemeen theoretische ~> 3 aspecten: vroeger zag men slechts de verwantschap tussen dingen en maakte men geen onderscheid tussen waardesferen.
- Het steeds duidelijker van elkaar differentiëren van configuraties van belangen en laatste waarden (axiomata = wat je niet kan deduceren) die het handelen motiveren.
- Het logisch-formeel deduceren van wat er besloten ligt in die laatste waarden ~> ontstaan van een systematisch wereldbeeld.
- Daar vervolgens consequent naar handelen ~> een methodisch leven leiden.
- Een gerationaliseerde maatschappij bestaat uit gedifferentieerde waardesferen die met elkaar in conflict liggen in de mate hun laatste waarden en belangen onverenigbaar zijn. De tegenstellingen worden scherper.
- ~> toch kan de wezenlijke samenhang van de Westerse cultuur, en vooral waarom het rationalisatieproces hier zo een succes had, hiermee niet volledig verklaren ~> meer empirische benadering nodig.
Bijzonder empirische
Onderzoek naar concrete rationaliseringsprocessen binnen verschillende waardesferen (bv. kunst). Ieder van deze sferen wordt gekenmerkt door een “eigen logica” van toenemende rationalisering.
bv. formalisering en legalisering in het recht
~> deze processen vormen alle samen het rationaliseringsproces.
Het rationaliseringsproces in het Westen onderscheidde zich omdat het gericht was op de beheersing van de wereld: met uitzondering van het domein van de kunst en de erotiek is iedere waardesfeer gericht op wereldbeheersing.
Eén van de oorsprongen van dit streven naar wereldbeheersing situeerde Weber in de economische ethiek van het Calvinisme (protestantismethese). Het was hem echter niet enkel te doen over het veronderstelde verband tussen de protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme ~> het ging om iets veel algemeners: het verband tussen een bepaalde godsdienst en het Westerse rationalisatieproces.