Sensory thresholds
Absoltue threshold the minimum level of stimuli needed to experience a sensation
Just-noticeable difference (JND): vanaf wanneer je een verschil kunt waarnemen (tussen bijv. 200 en 220 gram spaghetti).
Weber’s Law: Het verschil van 20 gram bij de spaghetti merk je niet. Maar het verschil tussen een boterham van 20 gram en niks, merk je wel. Het is dus relatief:
JND = Starting Intensity * K
Ander voorbeeld: een afprijzing van 20 ct op een blik van 1 dollar is aanzienlijk, maar 20 ct op 10 euro is weinig. Mensen blijken dus erg relatief te kijken naar zo’n afprijzing. Adaption: iets zo vaak zien, dat je er aan gewend bent en de prikkels niks meer doen.
Bijv. een advertentie wordt zo vaak vertoond dat je er aan gewend raakt en het niet meer boven de absolute drempel uitkomt en de advertentie wordt genegeerd. (Becoming desensitized to sencual stimuli). De volgende factoren verhogen adaptie:
1. Herhaling, 2. Simplicity, 3. Low intensity
Subliminale perecptie – onbewuste waarnemingen, onder het drempelniveau, maar onbewust gebeurt er toch wat mee in je hersenen.