De culturele productie en beheersing van waanzin
Waanzin is een culturele uitvinding ~> wie waanzin wil begrijpen moet een analyse maken van culturen die de waanzin tot waarzin verklaren en tot object van vervolging maken. Vanaf de 17de eeuw werd waanzin of redeloosheid gepersonifieerd. Daarvoor was de redeloosheid onontkoombaar verbonden aan de rede, het denken en de taal.
De moderne maatschappij bakent haarfijn af wat denkbaar en wat niet denkbaar is. In de 17de eeuw: strenge wetenschappelijke methode die fantasie en werkelijkheid, redelijkheid en gissingen, duidelijk wilde scheiden. Descartes: leggen van cordon sanitaire rond de redeloosheid; hij wilde denken dat hij daar niet langer door zou worden geïnfecteerd ~> inquisitie. Enkel des idées claires et distinctes waren van tel.
De redeloosheid werd zichtbaar en concreet gemaakt, gepersonifieerd, zodat zij des te gemakkelijker uitgesloten en beheerst kon worden ~> de waanzin kreeg in de maatschappij plotseling een belangrijke positie toegewezen. Men werd naar een afgebakend gebied gestuurd waar hij door iedereen kon worden herkend en aan de kaak gesteld.
“Is het voor onze cultuur geen belangrijk feit dat de redeloosheid slechts object van kennis kon worden voor zover ze eerst object van uitsluiting was?”
Vanaf de 19de eeuw: voorwerp van medische behandeling = veeleer verfijning van controle; er is geen absolute tolerantie t.a.v. het redeloze. Waanzin blijft herkend en geïsoleerd.